Medezeggenschap C1000 onder druk bij arbeidsonrust Respect, man! In het distributiecentrum van supermarktketen C1000 in Woerden demonstreerden medewerkers tegen de manier van leiding geven in het bedrijf. De boze medewerkers eisten onder meer een respectvollere benadering, meer zeggenschap over werktijden en inzicht in verzuimcijfers. Aanleiding voor de medezeggenschap om het gesprek met achterban én management hernieuwd op te pakken. Door Jac. Jansen Communicatie met achterban Gebrek aan ervaring Oud zeer F NV Bondgenoten berichtte in september over de onrust in de zes distributiecentra van supermarktketen C1000. In Woerden mondde de weerstand van medewerkers uit in acties. Volgens bondsbestuurder Murat Sekercan richtte hun woede zich vooral op het gebrek aan ‘respect’ in de dagelijkse omgang, maar ook op gebrek aan invloed op de inroostering. De chauffeurs van de distributiecentra moesten bovendien uren inleveren en kwamen daardoor vier in plaats van vijf dagen op de loonlijst. Voor kostverdieners zou dat kunnen betekenen dat ze niet meer kunnen rondkomen. De ontevreden medewerkers vinden dat zulke veranderingen te snel worden doorgedrukt en dat daarbij de sociale kant van het verhaal wordt vergeten. Ook toonden werknemers zich verbaasd dat de onderdeelcommissie (oc) van de or had ingestemd met een aantal veranderingen. Sekercan: ‘Er werd gevraagd: “hebben ze de achterban geraadpleegd dan?!” Een deel van de medewerkers voelt zich niet gehoord.’ Over het ziekteverzuimbeleid wordt niet open gecommuniceerd, vonden medewerkers. De stijl van leiding geven werd kortom als niet respectvol ervaren. Sekercan: ‘Als er al uitleg kwam dan was die meestal eenzijdig. Hierdoor kregen de mensen het gevoel dat ze steeds maar weer moeten inleveren en dat de bedrijfsleiding er weinig tegenover stelt. C1000 was in we22  OR informatie 12 | december 2011 zen bezig met het organiseren van onrust.’ Prijzenslag Or-voorzitter Wim Oldenhuizing vindt die stelling van Sekercan te boud. ‘Alles gebeurt binnen het kader van de wet en de cao’, benadrukt hij. Wel heeft ook zijn or de afgelopen tijd het gebrek aan een heldere lijn in het beleid gesignaleerd. ‘Er is veel druk op het management om de prestaties op te voeren en de kosten laag te houden. Dat had te maken met de recente prijzenslag tussen supermarkten. De maatregelen die daaruit voortkwamen worden direct gevoeld door de medewerkers. Het raakt hen in de indeling van hun werktijd en in hun portemonnee.’ De or-voorzitter ziet twee soorten reacties onder de werknemers. ‘Een deel van hen baalt van de kortere werkweek, een ander deel heeft er begrip voor of is er blij mee.’ Oldenhuizing begrijpt de gevoelens achter protestacties, maar herkent zich niet in de toon waarop daarbij zaken naar voren zijn gebracht. ‘Maar het gaat erom dat wij wakker zijn geschud, en dat geldt voor zowel management als medezeggenschap. In plaats van het te ervaren als een bedreiging ‘De investeerder krijgt de centen, de medewerker niet eens een schouderklopje’ kun je ook proberen de kansen op te pakken die dit biedt.’ Een van de zaken die de medezeggenschap naar eigen zeggen oppakt is de communicatie tussen de diverse geledingen onderling én met de achterban. Wim Oldenhuizing rijdt daarom in de nazomer langs alle vestigingen om ter plekke met de plaatselijke oc-leden te spreken. ‘We zitten nu weer met iedereen aan tafel. Zo proberen we een positief gevolg te geven aan het protest van de medewerkers. Wij spreken het management en de oc-leden, zij spreken hun achterban.’ Harry Oolders is voorzitter van de oc van het distributiecentrum in Gouda, daar waar het protest culmineerde in de petitie. Oolders wijt het deel van het ongenoegen dat zich op zijn oc richt, aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Hij ontkent echter dat hij niet genoeg met de achterban zou communiceren. ‘Ik kom vanuit mijn andere functie een paar dagen per week op de werkvloer. Daar spreek ik met iedereen en de mensen spreken mij ook aan.’ De twee instemmingsverzoeken en de behandeling daarvan vielen juist samen met de zomervakantie, toen de meeste medewerkers weg waren. Dat noemt Oolders een fout. ‘Want daardoor heb ik een aantal mensen niet gesproken die ik wel had moeten spreken.’ Gebrek aan ervaring speelt eveneens een rol. ‘Dit waren onze eerste instemmingsverzoeken in de tweeenhalf jaar dat deze oc bestaat. We hebben er veel energie in gestoken. Ik zeg niet dat we fouten hebben gemaakt, maar achteraf zien we wel wat we de volgende keer beter kunnen doen.’ Daarmee doelt hij vooral op meer communiceren en anders plannen. ‘Nadat de collega’s terugkwamen van vakantie hebben we iedereen aangesproken. Daarop kregen we overwegend positieve reacties. Wij zijn er voor de achterban en voor C1000, en proberen die twee dichter bijeen te brengen.’ Intern wil hij de ervaren oc-leden meer laten praten met de medewerkers. Ook zouden zij de minder ervaren leden intensiever moeten gaan begeleiden. Vanuit de centrale organisatie buigen speci@informatief www.orinformatie.nl Pagina 21

Pagina 23

Heeft u een onderzoeksrapport, online publisher of online catalogussen? Gebruik Online Touch: catalogus van pdf naar digitaal converteren.

OR informatie, december 2011 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication