Opinie Vitaliteitsbeleid Door Paul F. van der Heijden R egelmatig wordt onze taal verrijkt met nieuwe woorden. Zo kennen we sinds enige tijd het ‘nieuwe werken’, privétisering van de arbeid, zzp’er, arbocatalogus, et cetera. Vitaliteitsbeleid is ook een redelijk nieuw woord, hoewel de woorden ‘vitaliteit’ en ‘beleid’ afzonderlijk natuurlijk al lang bestonden. Uiteraard gaat het hier om het gegeven dat mensen ouder worden, dat mensen langer blijven werken, en dat het een uitdaging is om dat werk in die langere periode leuk te houden. Dat gaat niet vanzelf. Daar moet over nagedacht worden en de vruchten van dat denken moeten ook in beleid worden neergelegd. Een taak voor de HRM-afdeling, voor het management en voor de ondernemingsraad. De discussie over de verlenging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 is nog niet helemaal afgerond, maar de kans dat het daar op neer gaat komen is nu wel heel erg groot. De levensduurverwachting wordt steeds langer, en dan ligt het ook wel erg voor de hand dat er wat langer gewerkt wordt. Op je zestigste zit je in een andere situatie dan op je veertigste, en iemand van veertig bevindt zich op zijn beurt in een andere positie dan iemand van dertig. Bij elk van die leeftijden past een eigen levensfase. Dan ligt het ook voor de hand om de leeftijd een belangrijk uitgangspunt te maken van het werk en van het combineren van werk en privé. Dat gebeurt niet meer zozeer in de vorm van extra vrije dagen of vakantiedagen, maar meer in een bewust geformuleerd beleid waarbij rekening gehouden wordt met de levensfase waarin een werknemer verkeert. De levensfases van de gezinnen met kleine kinderen, grotere kinderen, kinderen die het huis al uit zijn et cetera. Werknemers die opleidingen volgen, die ervaring hebben opgedaan, die als senior een raadgevende functie kunnen vervullen, van hen kunnen hun collega’s veel leren. Maar natuurlijk hebben ook veiligheid, arbeidsomstandigheden, de sfeer en de cultuur op het werk alles te maken met de vraag of iemand vitaal doorwerkt tot z’n 67e of nog langer, dan wel dat hij of zij eerder moet afhaken. Het aantal uren dat je werkt, de inhoud van je werk, het speelt allemaal een rol bij de vraag of je met plezier langer doorwerkt. Vitaliteitsbeleid is een onderwerp dat steeds meer aan belang wint, en dat op de agenda van iedere ondernemingsraad een plaats hoort te hebben om vervolgens in de overlegvergadering aan de orde te worden gesteld. Wat zijn de kansen en mogelijkheden voor het bedrijf of voor de sector waar Bij elke leeftijd past een eigen levensfase het bedrijf deel van uitmaakt? Ook kan dit onderwerp benaderd worden vanuit het ‘nieuwe werken’ waarbij afwisselend thuis, op kantoor of op nog andere plaatsen gewerkt kan worden. De technologie blijft ons daarbij helpen, en wij moeten creatief omgaan met de mogelijkheden die ons worden geboden. Er wordt veel over duurzaamheid gesproken in onze samenleving, waarbij dikwijls bedoeld wordt duurzame producten en het behoud van de natuur. Maar duurzaamheid heeft natuurlijk ook met medewerkers te maken. Duurzame inzetbaarheid is even belangrijk als de andere betekenissen die aan duurzaamheid worden gegeven. Paul F. van der Heijden is hoogleraar Internationaal Arbeidsrecht en kroonlid van de SER. Visie op arbostelsel D Door Jan Popma e kern van het arbostelsel is dat werkgevers een zorgplicht hebben voor de veiligheid en gezondheid van hun werknemers. Werkgevers moeten een arbobeleid voeren, in samenspraak met de or (of pvt), en ondersteund door de arbodienst. Daarnaast zet de overheid in op meer ‘maatwerk’ door het stimuleren van brancheoverleg, resulterend in zogeheten arbocatalogi. Arbocatalogi zijn afspra8  OR informatie 12 | december 2011 ken over hoe de arbowetgeving in de verschillende branches nader moet worden ingevuld. Vangnet onder het stelsel is de Arbeidsinspectie, die bij onveilige of ongezonde arbeidsomstandigheden in bedrijven handhavend kan optreden. Op zich een elegant stelsel. Maar in de praktijk werkt het onvoldoende. Veel werkgevers lappen hun zorgplicht aan de laars. De arbodienstverlening beperkt zich veelal tot verzuimbegeleiding. En ondernemingsraden leveren helaas maar een beperkte bijdrage aan het arbobeleid. De oplossing volgens politiek Den Haag: nóg meer vrijheid voor werkgevers, en nóg minder Arbeidsinspectie. Tijd voor wat dwarse ideeën, zou ik zo zeggen. Om werkgevers aan hun zorgplicht te houden, heb ik wel een dwars, zij het nogal voor de hand liggend idee: juist méér Arbeidsinspectie. De Arbeidsinspectie is namelijk een uitermate effectieve dienst: in de helft van alle bedrijven constateert de inspectie misstanden, en bij hercontrole zijn die in 98 procent van de gevallen opgelost. Een geweldig resultaat, waar geen arbodienst aan kan tip@informatief www.orinformatie.nl Pagina 7

Pagina 9

Heeft u een gebruiksaanwijzing, uniflip of digitale sportbladen? Gebruik Online Touch: relatiemagazine van papier naar online converteren.

OR informatie, december 2011 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication