Als je meer jongeren voor medezeggenschap wilt interesseren, is het belangrijk te weten wat ze nu nog tegenhoudt. Formaliteiten geren is de man buitengewoon positief. ‘Ik ben actief in de gemeentepolitiek in Nijmegen. Op onze lijst staan voor de komende gemeenteraadsverkiezingen 13 jongeren, en onze nummer 4 is pas 18 jaar oud. Jongeren willen best meedoen, maar je moet ze goed uitleggen wat ze kunnen bijdragen.’ Vermaak reageert: ‘U staat open voor jongeren. Maar bij de or worden ze niet altijd zo enthousiast ontvangen. Binnen de bestaande structuren is vaak geen animo voor nieuwe ideeën.’ Alberts vult aan: ‘Dat herken ik wel. Ik was laatst op een medezeggenschapsbijeenkomst van de politie, waar ik één van de weinige jongeren was. Niet één van de deelnemers kwam naar me toe om even een praatje te maken. Ik weet niet waar dat aan lag.’ Een man in de zaal heeft wel een idee: ‘Het is bedreigend voor ze, want jongeren zijn vaak beter opgeleid dan ouderen. Die angstcultuur moet veranderd worden.’ Landwehr Johan heeft het andere uiterste ervaren. ‘Laatst heb ik een or begeleid met een gemiddelde leeftijd van 27 jaar. Die gingen op hun heel eigen wijze met de bestuurder om: niet met het boek op tafel, maar samen een biertje drinken.’ www.orinformatie.nl Jongeren moeten weten en inzien wat ze aan medezeggenschap kunnen hebben Kan de formele omgang van or’s met bestuurders een reden zijn dat jongeren de medezeggenschap schuwen? Oosterwijk denkt dat andere factoren van veel groter belang zijn. ‘Het gaat erom dat je weet wat je binnen de medezeggenschap kunt bereiken. Een jongere haakt af als hij het idee heeft dat het allemaal nergens toe leidt.’ Maar hoe formeel zijn de omgangsvormen in de praktijk eigenlijk, vraagt Duursma aan Alberts. Die antwoordt: ‘Het was altijd heel informeel. Het nadeel daarvan is dat je als or minder zichtbaar wordt. Je komt aan het begin van een adviestraject tot een akkoord met de bestuurders, en een besluit wordt daardoor vaak een hamerstuk. Om de invloed van de or wat meer duidelijk te maken, maken we nu de beweging maken naar een wat meer formele houding. We zetten veel van onze brieven bijvoorbeeld meteen op het intranet. Zo laten we zien hoe we reageren op bepaalde beleidsnotities.’ Volgens Quaedvlieg zijn formaliteiten juist voor de jeugd van belang. ‘Het is een denkfout dat informele omgangsvormen per definitie bij jongeren horen. Juist als je onervaren bent, is het fijn om bepaalde kaders te hebben. Daarbij is het wel van belang dat iemand je uitlegt hoe alles werkt. Bij die vertaalslag gaat het vaak fout. Daarin zouden jongeren vaker als ambassadeurs voor andere jongeren moeten optreden.’ Belemmering In het tweede deel van de discussie krijgt de zaal tien stellingen over medezeggenschap voorgelegd, waar de aanwezigen over kunnen stemmen (zie kader). Met name de stelling dat or-werk goed staat op je cv, leidt tot veel reacties. Want hoewel ruim twee derde van de aanwezigen hem onderschrijft, is er ook een krachtig tegengeluid. Eén van die kanttekeningen komt van Vermaak: ‘Ik ken or-leden die al meteen aankondigen dat ze eruit stappen zodra de medezeggenschap ten koste gaat van hun carrière. Het is ook niet altijd in je voordeel om lid te zijn van een or. Jongeren zien het or-lidmaatschap soms als een belemmering van hun carrière.’ Alberts beaamt dat hij alleen maar or-voorzitter kan zijn zolang hij in zijn huidige functie zit. ‘In die zin zit de medezeggenschap mijn loopbaanperspectief in de weg. Maar ik heb geleerd verder te kijken dan dat.’ Een man in de zaal herkent de problematiek. ‘Ik werk bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Dat is een semi-overheidsOR informatie 1/2 | januari/februari 2010 ■ 15 Pagina 14

Pagina 16

Interactieve e-spaarprogramma, deze weekblad of onderwijscatalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal publiceren van digi-artikelen.

OR informatie, januari/februari 2010 Lees publicatie 12Home


You need flash player to view this online publication