De kwestie Ondernemingsraad moet geheimhouding slikken Horen, zien en zwijgen Het aantal reorganisaties neemt toe en daarmee ook het aantal gevallen waarin or’s geheimhouding krijgen opgelegd. De bestuurder is verplicht de or te informeren over de te nemen stappen bij een reorganisatie, maar om onrust te voorkomen legt hij de or geheimhouding op. Ongeveer de helft van de or’s is al eens met geheimhouding geconfronteerd; driekwart van de or-leden vreest voor hun geloofwaardigheid. Hoe ga je als or om met geheimhouding? Door Jac. Janssen en Theo Keltjens Inge Hofstee, advocaat bij Höcker Advocaten, Amsterdam: ‘Als het om beursgevoelige of concurrentiegevoelige informatie gaat, mág de ondernemer de or geheimhouding opleggen en móet de or daarmee akkoord gaan. Wat ik or’s in zo’n geval adviseer, is de geheimhouding zoveel mogelijk te beperken. Stel een termijn en laat de bestuurder duidelijk maken waarop de geheimhouding precies betrekking heeft. Wat je wel vaker ziet is dat gevoelige cijfers alleen aan deskundigen worden verstrekt. Maar in principe mag de bestuurder de or geen belangrijke informatie onthouden. Daarvoor is de geheimhoudingclausule juist in het leven geroepen. Waar je echter nooit mee moet instemmen, is geheimhouding over de inhoud van een sociaal plan. Daarvoor is het onderwerp te belangrijk. In de praktijk blijken or’s soms te makkelijk met een embargo in te stemmen. Iets anders is wanneer je met elkaar afspreekt om bepaalde details nog even onder pet te houden, tot er meer duidelijkheid over bestaat. Dat kan natuurlijk wel. In het algemeen geldt: stel jezelf de vraag – ook als bestuurder: is geheimhouding hier nodig? En voorkom dat informatie waar je niet over mag spreken een ballast voor je wordt.’ ‘Afzien van advies klinkt stoer, maar je bereikt er niets mee’ Rob Eijt, or-voorzitter ING: ‘Natuurlijk hebben wij vaker met geheimhouding te maken. Wij gaan daar zeer strikt mee om, precies zoals in art. 20 van de WOR staat omschreven. We spreken een termijn af, die kan variëren van twee weken tot twee maanden. Als het om zeer koersgevoelige informatie gaat, is de geheimhouding ook wel eens van onbepaalde duur. Vaak gaat het ofwel om koersgevoelige informatie ofwel om persoonsgerichte informatie. We maken eigenlijk nooit mee dat er geen goede aanleiding is voor een geheimhouding. Hebben we eenmaal ingestemd, dan blijven de kaken ook stijf op elkaar. Zelfs laten doorschemeren dat je iets weet, voert wat ons én wat de wet betreft te ver. Iemand als Tweede Kamerlid Paul Tang die de begrotingsstukken heeft gelekt, zou bij ons onmiddellijk de laan uitvliegen. Problemen met de achterban die druk uitoefent om dingen te weten te komen of geruchten bevestigd te zien, komen nauwelijks voor. Er is begrip voor onze werkwijze en voor de noodzaak van geheimhouding. Daarbij is het zo: wat we mogen vertellen, vertellen we ook. Vaak is de informatie die we tijdelijk achter moeten houden, een bekrachtiging of een nadere precisering van wat al wel bekend is.’ Laurens Rijshouwer, or-adviseur en gedetacheerd ambtelijk secretaris (WOR-relevant): ‘Tijdens de DSB-affaire hoorde ik de or-voorzitter tot driemaal toe uitspraken doen waarvan ik dacht: “Deze mevrouw weet meer dan ze zegt. Ze wordt gedwongen tot geheimhouding. En is dit wel de goede manier?” Dat vond ik in dat geval dus niet. Daarvoor was de zaak te belangrijk en duurde het spreekverbod te lang. Je moet je als or afvragen of je wel geïnformeerd wil worden als je er vervolgens niet over mag praten. De moeilijkheid 22 ■ OR informatie 1/2 | januari/februari 2010 www.orinformatie.nl Pagina 21

Pagina 23

Interactieve web vakblad, deze catalogus of magazine is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online plaatsen van e-lesmateriaal.

OR informatie, januari/februari 2010 Lees publicatie 12Home


You need flash player to view this online publication