‘Medezeggenschap is mooi, maar over tien jaar doe ik iets anders’ Sarah Westerlaken (29) omschrijft de kern van het trainers- en begeleidersvak als volgt: ‘Mensen vaardigheden en inzichten bijbrengen. Dat hoeft niet per se via medezeggenschap. Ik vind medezeggenschap wél een heel mooie tool. Maar ik denk niet dat ik hier over tien jaar nog in bezig ben. Als ik iets in de vingers heb, ga ik naar iets anders verlangen. Misschien hoort dat bij mijn generatie, ja.’ Ook Sarah, die bij blooming werkt, kent oudere collega’s die het onderwerp medezeggenschap jarenlang zijn trouw gebleven. ‘In sommige gevallen zal dat ook wel zijn omdat het comfortabel is om iets te blijven doen wat je beheerst. Het hoeft dus niet uit begeestering te zijn. Zelf wil ik kritisch blijven. Bij ondernemingsraden zie ik gelukkig hetzelfde, en ik verwacht dat de verandering in de positie van het GBIO daaraan nog zal bijdragen.’ De traditionele GBIO-regels, zo legt ze uit, hebben het verschijnsel van de meerdaagse or-cursus nogal vanzelfsprekend gemaakt. ‘In mijn vaders tijd (Sarah is de dochter van de bekende or-trainer Goos Westerlaken, red.) hoorde daar nogal eens bij dat mensen zich klem zopen en de volgende dag pas laat weer een beetje meededen. Dat kon toen al niet, natuurlijk, maar nu vinden de meeste or-leden dat zelf ook niks meer. Ook omdat ze beter letten op wat het allemaal kost. Ze zijn kritischer geworden op het rendement van trainingen en adviezen, en wij bij blooming zijn dat ook. We willen niet dat ondernemingsraden afhankelijk worden van een trainer die ze in vijf dagdelen alles moet vertellen. Ik ben dan ook meer coach.’ Sarah ziet veel in de ontwikkeling naar een kern-or. ‘Ondernemingsraden met 25 leden vind ik nutteloos. Er is geen bestuurder die vertrouwelijke informatie met zoveel mensen deelt. Alles wat bijdraagt aan efficiency juich ik eigenlijk toe. Ik verwacht alleen niet dat veranderingen snel zullen gaan. Die discussie rond het GBIO speelt toch ook al jaren. Ik vind het niet de meest dynamische sector.’ zo goed een verantwoordelijkheid – doen er bijvoorbeeld goed aan om te putten uit de know how van zoveel mogelijk mensen. Ik probeer altijd met or en bestuurder te kijken hoe zulke processen verbeterd kunnen worden. Als een soort mederegisseur.’ Voor de drie mannen – of moeten we zeggen: voor de drie oudere adviseurs – geldt dat ze in die rol langdurige en soms innige betrekkingen met een or en een bedrijf ontwikkelen. Jan Hermes houdt er zelfs regelmatig hele en halve vriendschappen aan over; dat hoort er voor hem gewoon bij: ‘Kwestie van authentiek jezelf zijn, vind ik.’ Als het nodig is slooft hij zich soms jaren ‘voor zo’n club’ uit. ‘Dat heb ik bijvoorbeeld gedaan voor het platform van ondernemingsraden in de energiesector. Samen naar de Tweede Kamer, dat soort dingen.’ Aukje is degene die het meest afstand houdt: ‘Dat werk- en privétijd wel eens door elkaar gaan lopen geldt voor mij ook, maar dat vind ik wat anders dan vriendschappen ontwikkelen. Ik houd het graag zakelijk. In de meeste gevallen houd je natuurlijk wél contact, ook achteraf. Dan hoor je hoe het gegaan is.’ Maar dat spreekt vanzelf, vinden de mannen: ‘Dat hoort onder het hoofdje evaluatie.’ Ze onderkennen wel dat er valkuilen zitten in dat intensieve meeleven met je klant. Hans: ‘Het moet wel zo blijven dat een or zelf de keuzes maakt. En er kunnen patronen in ‘Ik weet niet hoe het vóór de crisis ging’ Esther Miltenburg (27) werd al tijdens haar studie arbeids- en organisatiepsychologie gegrepen door het trainersvak. Hoe ze in de medezeggenschapssector belandde? ‘Ik zocht afwisseling in inhoud én in het type mensen dat ik tegen zou komen. En de maatschappelijke betrokkenheid die aan het thema verbonden is spreekt me ook erg aan.’ Dat ze zich erin thuisvoelt, wil niet zeggen dat ze nooit iets anders meer wil: ‘Ik vind het nu leuk. Als dat verandert, ga ik wat anders doen. Dat typeert misschien wel mijn generatie.’ Van de meer dan tien mensen met wie ze een SOM-opleiding tot medezeggenschapstrainer volgde, als onderdeel van haar traineetraject bij WVM, zitten er nog maar drie in dit vak. Maar zorgen maakt ze zich daar niet over. ‘Dat er anderen zijn die wel al heel lang in de medezeggenschap zitten is mooi en toont betrokkenheid bij het thema, maar het draagt ook bij aan het beeld van vergrijzing.’ Na vijf jaar herkent Esther dat de relaties met sommige klanten nauwer worden naarmate ze langer bestaan. Maar net als Aukje Menger bewaart ze bewust wat afstand: ‘Een deel van mijn waarde bestaat er juist uit dat ik buitenstaander ben.’ Op de vraag of ze herkent dat de huidige crisis van or-adviseurs meer slachtoffers maakt, zegt ze: ‘Kan ik niet zeggen, bijna mijn hele ervaring is van daarna. Ik weet dus niet hoe het vóór de crisis ging.’ Esther vindt het belangrijk dat er in het medezeggenschapswereldje meer creativiteit wordt aangeboord. ‘Er zijn mensen die niet in een or willen omdat er te veel aan vastzit. Stukken lezen, vergaderen, drie of vier jaar meedraaien... vooral voor dertigers is dat veel gevraagd. Maar meedenken is zeer beslist niet iets waar mensen op afhaken! Vooral als het om bepaalde thema’s gaat. Ik ben daarom voorstander van een kern-or met een goed netwerk om zich heen.’ ‘Ik ken gewoon geen alternatief voor de medezeggenschap dat beter is’ de relatie sluipen waardoor je dingen niet meer ziet. Daarom moet je periodiek evalueren. Dat houdt het scherp en zakelijk.’ Jan trekt dat door naar de relatie adviseur-bestuurder: ‘Als die erg goed wordt, kan het ten koste gaan van je kritische vermogens. Het is daarom dat ik vaak aan ondernemingsraden vraag om op te schrijven wat ze willen bereiken. Dit punt? Dat punt? Dan kan ik beter helpen om voor die or dingen binnen te halen.’ Wim Schul: ‘Ik denk dat wij het in de toekomst steeds meer moeten hebben van het opbouwen van nauwe relaties – vriendschap is voor mij niet helemaal het woord dat de 26 OR informatie 11 | november 2011 @informatief www.orinformatie.nl Pagina 25
Pagina 27Interactieve digi-vakblad, deze catalogus of reclamefolder is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar op uw website plaatsen van digi nieuwsbrieven.
OR informatie, november 2011 Lees publicatie 10Home