Positie ondernemingsraad na overname Een or houdt niet zomaar op te bestaan. Ook niet als de onderneming waarvoor de or is ingesteld, wordt overgenomen door een ander bedrijf. Dat heeft de voorzieningenrechter in Leeuwarden nog eens bevestigd in een uitspraak. Stichting Skewiel te Oentsjerk exploiteert één verzorgingshuis. In verband met de penibele financiële situatie wordt zij overgenomen door de Zorggroep Tellens te Bolsward. Skewiel had een or en Tellens had één gezamenlijke or voor alle vestigingen. De or Skewiel adviseert positief over de fusie, onder de voorwaarde dat hij gedurende de lopende zittingstermijn blijft bestaan voor de locatie Skewiel. Stichting Skewiel besluit echter met de fusie in te stemmen zonder deze voorwaarde over te nemen. De or Skewiel stelt dat hij niet is opgehouden te bestaan en vordert in kort geding dat hij zijn rechten mag blijven uitoefenen. De directie van Tellens stelt echter dat er één werkgever is ontstaan voor al het personeel. Het sociale en personeelsbeleid wordt in de toekomst bepaald door de Raad van Bestuur van Tellens. Daarom is er op centraal niveau één or. Deze or wordt uitgebreid met twee or-leden van Skewiel. Na de volgende verkiezingen zal de raad een afspiegeling vormen conform het reglement voor de or van Zorggroep Tellens. De administratie en contracten worden verder ook centraal geregeld en er wordt gewerkt met briefpapier van Tellens met vermelding van de locatie. Voorzieningenrechter De voorzieningenrechter stelt dat het uitgangspunt is dat de onderneming en de or een ongedeelde eenheid vormen. Als de onderneming van de vervreemder na de fusie blijft bestaan, blijft ook de or bestaan. De rechter concludeert dat dit het geval is. De or moet zijn wettelijke rechten en verplichtingen kunnen uitoefenen totdat een nieuwe medezeggenschapstructuur voor de gefuseerde ondernemingen is ingevoerd. Commentaar De WOR stelt dat alle werknemers vertegenwoordigd moeten zijn door gekozen leden in een or. Bij een fusie ligt het dus voor de hand de bestaande or’s in stand te houden totdat een nieuwe or is gekozen die het hele personeel vertegenwoordigt. Een ondernemer die dit anders wil regelen, doet er goed aan voorafgaande aan de fusie met de bestaande or hierover een convenant af te sluiten. In dit geval was een bijkomend probleem dat Tellens een gor had voor alle locaties. Met dit figuur wordt afgeweken van het basismodel van de WOR. Dit kan wel, maar voorwaarde is dat dit bijdraagt tot het goed functioneren van de medezeggenschap. Zolang alle partijen het daarover eens zijn, is dat geen probleem. Bij een fusie wil de overgenomen partij nog wel eens vrezen dat haar belangen het onderspit zullen delven in de nieuwe organisatie. Dat geldt zeker als de nieuwe verhoudingen nog moeten worden vastgelegd. Om die reden vereist het wijzigen van de medezeggenschapsstructuur in die omstandigheden veel van de prudentie van de ondernemer. In dit geval werd de nieuwe structuur iets te snel doorgedrukt. Het had minder problemen opgeleverd als was gewacht tot de eerstvolgende verkiezingen. Voorzieningenrechter Leeuwarden, 14 oktober 2009 Guus Heerma van Voss is hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden situatie. Voor beoordeling van de toename van belasting van medewerkers door de or zijn immers gegevens van belang waaruit blijkt door hoeveel fte’s het werk in het verleden werd verricht en door hoeveel na de reorganisatie. De gepresenteerde cijfers verschaffen onder meer onvoldoende inzicht in de precieze aantallen door externen opgevulde fte’s en hoe de ondernemer deze heeft meegeteld bij de aangegeven vaste formatie nu en in de toekomst. Het advies van de or is dus tot stand gekomen op basis van onjuiste veronderstellingen die www.orinformatie.nl zijn gebaseerd op de informatie die door de ondernemer is gepresenteerd. Daarom kan het besluit niet in stand blijven. Commentaar Appels met peren vergelijken mag niet. Dat zou als de kern van deze uitspraak getypeerd kunnen worden. De or was bezorgd over de toenemende werkdruk van de medewerkers en wilde daarom een goed inzicht krijgen in de inkrimping van de personeelsomvang na de reorganisatie. De ondernemer presenteerde wel cijfers over de omvang van de vaste formatie voor en na reorganisatie, maar gaf niet duidelijk aan op welke wijze de contractanten bij deze cijfers waren meegeteld. Door deze manier van werken is geen duidelijk beeld geschetst over hoeveel mensen na reorganisatie het werk zouden moeten gaan verrichten. Het was ook niet goed vergelijkbaar met de situatie voor de reorganisatie. De OK vindt dat de ondernemer de ondernemingsraad niet de gelegenheid heeft gegeven zijn medezeggenschapsbevoegdheden goed te kunnen uitoefenen. Op deze wijze mag het besluit niet worden genomen. Eerst moeten de cijfers zorgvuldig worden gepresenteerd. OK, 9 november 2009 Loe Sprengers is advocaat bij het Advokatenkollektief en hoogleraar aan de Universiteit Leiden OR informatie 1/2 | januari/februari 2010 ■ 43 Pagina 42

Pagina 44

Heeft u een uitgave, pagedirect of elesmateriaal? Gebruik Online Touch: onderwijs magazine digitaal bladerbaar op uw website plaatsen.

OR informatie, januari/februari 2010 Lees publicatie 12Home


You need flash player to view this online publication