Jurisprudentie Bepaalde of onbepaalde tijd? In de arbeidsovereenkomst staat dat deze zal gelden tot de pensioengerechtigde leeftijd. Werknemer en werkgever verschillen van mening over de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. Partijen zijn beiden jarenlang werkzaam geweest in de (woning)makelaardij, ieder vanuit een eigen kantoor. In 2007 besluiten ze te gaan samenwerken. Op 4 december 2007 wordt een koopovereenkomst gesloten, waarin is bepaald dat de werknemer een loondienstbetrekking zal krijgen voor onbepaalde tijd tot de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast wordt een arbeidsovereenkomst gesloten met als aanhef ‘arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd’. In de overeenkomst zelf is óók aangegeven dat deze is aangegaan voor onbepaalde tijd. Op het moment van het sluiten van de arbeidsovereenkomst is de werknemer 56 jaar oud. In juli 2008 laat de werkgever weten dat de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen wordt opgezegd per 1 september 2008. De werkgever maakt hierbij gebruik van toestemming van het toenmalige CWI. De werknemer is van mening dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en stelt zich op het standpunt dat deze niet tussentijds kan worden opgezegd. Hij vordert schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer af, waarna deze in hoger beroep gaat bij het gerechtshof Leeuwarden. Oordeel Gerechtshof Het Hof overweegt, net als de kantonrechter, dat de werknemer er niet in is geslaagd te bewijzen dat er sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Uit de stukken blijkt niets van een bedoeling om te komen tot een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Ook is een bepaling dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet langer duurt dan het moment waarop de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt (in dit geval 65) niet ongebruikelijk en ook niet in strijd met het karakter van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Aangezien de schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen partijen dwingend bewijs oplevert, moet de werknemer bewijzen dat er, in weerwil van hetgeen in de arbeidsovereenkomst is bepaald, een wilsovereenstemming bestond over het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. De werknemer is hier volgens het Hof echter niet in geslaagd. Conclusie Er wordt regelmatig gediscussieerd over de vraag of niet elke arbeidsovereenkomst waarin staat dat deze eindigt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is. Er is immers een einddatum afgesproVeel gesproken, weinig gezegd Een or krijgt een Engelstalige sheetpresentatie over een voorgenomen reorganisatie. De or vraagt om een vertaling, maar krijgt die niet. De or-leden moeten maar gerichte vragen stellen, vindt de ondernemer Een or krijgt een Engelstalige sheetpresentatie over een reorganisatie die de ondernemer wil gaan doorvoeren. Het is de bedoeling dat hij binnen een week adviseert. De or vraagt om een vertaling van deze presentatie, 42  OR informatie 12 | december 2011 waarna de bestuurder aangeeft dat hij liever gerichte vragen wil ontvangen en die beantwoorden. In de periode van 2 mei 2011 tot 9 juni 2011 vinden zeven overlegvergaderingen plaats waarin over de adviesaanvraag wordt gesproken. De or brengt uiteindelijk een advies uit op 27 mei 2011 waarin hij aangeeft dat hij onvoldoende overtuigd is van het nut en de noodzaak van de reorganisatie. Ook is hij van mening dat de ondernemer teveel onduidelijkheid laat bestaan over de personele gevolgen. Aangegeven wordt dat elf functies komen te vervallen en zes functies terug zullen komen, en dat iedereen moet gaan solliciteren. Ook vindt de or het sociaal plan, waarin onder meer een correctiefactor 1 is opgenomen als ken. Dat zou dan tot gevolg hebben dat zo’n arbeidsovereenkomst niet eerder kan worden opgezegd, tenzij men dat expliciet met elkaar overeenkomt. Wordt toch tussentijds opgezegd, dan is de werkgever schadeplichtig. De werknemer probeerde het hier, maar verloor. Het Hof oordeelde dat de bepaling dat de overeenkomst eindigt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ook in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan voorkomen. Een interessante uitspraak, die hOpelijk de discussie beslecht. Gerechtshof Leeuwarden, 19 juli 2011 Eva Knipschild is partner bij Kennedy Van der Laan. maatstaf voor de berekening van de ontslagvergoeding, te mager. Ondernemingskamer De Ondernemingskamer (OK) vindt dat de ondernemer de specifieke personele gevolgen van de reorganisatie teveel in het ongewisse laat en teveel onduidelijkheid laat bestaan over het behoud van de werkgelegenheid van de betrokken werknemers. Het ligt niet onmiddellijk voor de hand dat de werknemers op de functies in de nieuwe organisatie via assessment en een sollicitatieprocedure moeten reageren. De OK is het met de or eens dat het sociaal plan als mager @informatief www.orinformatie.nl Pagina 41

Pagina 43

Interactieve web krant, deze verenigingsblad of vakblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het converteren naar een online publicatie van digi onderwijsmagazines.

OR informatie, december 2011 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication