Ondernemingsraad en pensioen Grip houden op de zaak Beleggingsresultaat leidend voor pensioenaanspraken? Pensioenleeftijd omhoog? Afschaffen nabestaandenpensioen? Indexatie achterwege laten? Afstempelen van pensioenuitkeringen? De or staat bij dit soort pensioenonderwerpen in de meeste gevallen buitenspel. Dat blijkt uit het boek ‘Ondernemingsraad en Pensioen’ van Mark Heemskerk, onder redactie van Erik Lutjens. Door Jan Kloeze ■ Leemte in rechtsbescherming ■ Bovenwettelijke mogelijkheden ■ Belang van factor tijd I n hun advocatenpraktijk merken Erik Lutjens en Mark Heemskerk dat er een aanzienlijke leemte is in de rechtsbescherming van werknemers bij pensioenregelingen. Dat komt in hun ogen doordat de or in veel gevallen onvoldoende invloed heeft op de totstandkoming en uitvoering van pensioenregelingen voor werknemers. Beiden zijn naast hun advocatenpraktijk verbonden aan de Vrije Universiteit; Erik als hoogleraar pensioenrecht en Mark als senior onderzoeker. Vanuit het Expertisecentrum Pensioenrecht van de VU startte Heemskerk een onderAanbevelingen Heemskerk en Lutjens doen in totaal tien aanbevelingen op basis van hun bevindingen in het onderzoek. Dit artikel biedt onvoldoende ruimte om ze alle tien te behandelen. Daarom op deze plek een korte selectie: 1. De or heeft nu instemmingsrecht bij een ‘regeling met betrekking tot een pensioenverzekering’. Verduidelijk dit tot instemmingsrecht over zowel de pensioenovereenkomst als de uitvoeringsovereenkomst van die verzekerde regeling. 2. Bied de or óók instemmingsrecht over een pensioenovereenkomst bij een ondernemingspensioenfonds. Wenselijk is eveneens dat de or medezeggenschap krijgt over de hoogte van de deelnemersbijdrage. 3. Verduidelijk en verbeter het instemmingsrecht van de or in de pensioenwet. Want de reikwijdte van het huidige instemmingsrecht is onduidelijk en bevat een medezeggenschapstekort voor wijziging en intrekking van de pensioenovereenkomst. 4. De principes voor goed pensioenfondsbestuur geven de or bij een verzekerde pensioenregeling een aantal bevoegdheden. De or kan die niet afdwingen door het ontbreken van termijnen en sanctiemogelijkheden. Verduidelijk daarom de positie van de or en stel termijnen waaraan de werkgever moet voldoen en geef de or sanctiemogelijkheden om nakoming te vorderen. Het boek bevat bovendien argumenten voor aanbevelingen op punten van het medezeggenschapstekort van pensioengerechtigden en zogenoemde slapers en gaat uitgebreid in op de misstanden die het gevolg kunnen zijn van eenzijdige wijzigingen van het pensioenreglement door werkgever of fondsbestuur. zoek naar de oorzaken van de onduidelijke en onvolledige bevoegdheden van de or bij pensioenvraagstukken. Dit onderzoek begon vanuit de bedoeling daar eens een goed artikel over te schrijven, maar mondde uit in een kloek boek van 239 pagina’s dat op 7 oktober tijdens een middagsymposium op de VU ten doop werd gehouden. Het boek staat onder redactie van Lutjens en is buitengewoon actueel. ‘Pensioen kan zijn indexatie verliezen zonder dat de werknemer daar via de or invloed op kan uitoefenen’, noemt Lutjens als voorbeeld van zo’n actueel pensioenthema. Hetzelfde geldt voor ingrepen in de kostenstructuur, het afschaffen van het nabestaandenpensioen of het verlagen van de pensioenuitkering. De or is vaak niet goed op de hoogte van het eigen medezeggenschapsrecht bij pensioenregelingen. Maar waar de or de eigen mogelijkheden wel kent, lopen de leden tegen ernstige, wettelijke beperkingen op. Buitenspel Om te begrijpen hoe dit zit, geeft Lutjens een kort pensioencollege. De pensioendriehoek is het uitgangspunt. In de basis van de driehoek spreken werkgever en werknemer de voorwaarden van de arbeidsovereenkomst af. Onderdeel daarvan is de pensioenovereenkomst, dat wil zeggen dat vaststaat dat werknemers in een of andere vorm recht hebben op pensioen. De uitvoeringsovereenkomst die hoort bij de pensioenregeling wordt vastgesteld in overleg (onderhandeling) tussen werkgever en uitvoerder van de pensioenregeling. Dat kan een verzekeraar zijn, maar ook een eigen ondernemingspensioenfonds of een al of niet verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Als er sprake is van een pensioenfonds, dan heeft de or geen enkele formele bevoegdheid bij het vaststellen van de pensioenovereenkomst. De wetgever heeft indertijd beredeneerd dat de werknemer rechtstreeks of via de or is vertegenwoordigd in het bestuur van het pensioenfonds en daar voldoende invloed kan uitoefenen. Maar Heemskerk heeft in zijn onderzoek ontdekt dat deze constructie niet werkt. Fondsbesturen en or-leden worden vaak voor een voldongen feit gesteld, omdat de pensi18 ■ OR informatie 12 | december 2010 www.orinformatie.nl Pagina 17

Pagina 19

Scoor meer met een web winkel in uw publicaties. Velen gingen u voor en publiceerden rapporten online.

OR informatie, december 2010 Lees publicatie 21Home


You need flash player to view this online publication