Vitaliteitsregeling vervangt Levensloopregeling Vitaliteit alom Op 1 januari 2012 is het doek gevallen voor de Levensloopregeling. Per 1 januari 2013 krijgen we er een nieuwe regeling voor terug: de Vitaliteitsregeling. Een vooruitgang? Door Hans van den Hurk Vervanging Levensloopregeling Niet uitsluitend voor werknemers Brede bestedingsmogelijkheden D e Levensloopregeling die in 2006 werd ingevoerd, was een paradepaardje uit de christendemocratische school. De gedachte erachter was eenvoudig: werkende mensen hebben in sommige levensfasen tijd tekort, in andere juist tijd teveel. De Levensloopregeling stelde werknemers in staat om tijd of geld te sparen waarmee een periode van onbetaald verlof – voor bijvoorbeeld zorg of studie – kon worden gefinancierd. Werknemers konden jaarlijks max imaal 12 procent van hun loon sparen, en het maximumspaarbedrag was 210 procent van het jaarloon. Het voordeel boven gewoon sparen was dat werknemers konden sparen van hun brutoloon. De loonheffing (= afdracht loonbelasting en premies volksverzekeringen) vond pas plaats op het moment dat de werknemer zijn tegoed aansprak. De Levensloopregeling was uitsluitend bestemd voor werknemers. De werkgever sluisde het gewenste spaarbedrag door naar een financiële instelling, bij opname stortte de bank of verzekeraar de gewenste som naar de werkgever, die hield de Vitaliteitspakket De Vitaliteitsregeling is onderdeel van het Vitaliteitspakket. Van dat pakket maken meerdere regelingen deel uit, zoals een doorwerkbonus voor werknemers die ouder zijn dan 61 en een mobiliteitsbonus voor een werkgever die een werknemer van 55 jaar of ouder in dienst neemt. 18 OR informatie 1/2 | februari 2012 loonheffing in en stortte het door naar de werknemer. De werkgever kon een collectieve regeling treffen en daar ook een werkgeversbijdrage op storten. Andere invalshoek De werkgever heeft er niet veel mee van doen Een evaluatie in 2009 bracht aan het licht wat iedereen al wist: het gebruik van de Levensloopregeling bleef ver achter bij de hooggespannen verwachtingen. Er namen nooit meer dan 300.000 mensen aan deel, van wie de helft aangaf de regeling te gebruiken om vervroegd uit te treden. Dat laatste was eigenlijk nooit de bedoeling van de wetgever (het kabinet-Balkenende III) geweest, maar die ging overstag na een grote vakbondsdemonstratie op het Museumplein in Amsterdam. Het kabinet-Rutte kiest met de Vitaliteitsregeling voor een andere invalshoek. Het belangrijkste verschil tussen beide regelingen is dat de Vitaliteitsregeling voor iedereen open staat, niet alleen voor werknemers. De gedachte is dat je jaarlijks een bepaald bedrag (maximaal 5000 euro) kunt storten op een Vitaliteitsrekening. Datzelfde bedrag is fiscaal aftrekbaar bij de inkomstenbelasting. Het totaal gespaarde tegoed (maximaal 20.000 euro) is niet belast in box 3. Het staat de deelnemers vrij om er bedragen uit op te nemen. De financiële instelling waar de Vitaliteitsrekening is ondergebracht, houdt dan standaard 42 procent heffing in. Wie in een hoger belastingtarief valt moet bijbetalen, wie in een lager tarief valt krijgt terug. Niet collectief In technische termen: de Vitaliteitsregeling is geen faciliteit in de loonbelasting, maar in de inkomstenbelasting. De werkgever heeft er niet veel mee van doen, hem kan alleen gevraagd worden om een deel van het nettoloon door te sluizen. Er komen geen collectieve regelingen, en evenmin werkgeversbijdragen. Als gevolg daarvan hoef je niet in loondienst te zijn om de regeling te kunnen aanspreken. Deelnemers kunnen de regeling ook gebruiken om bijvoorbeeld een eigen bedrijf op te zetten. Maar je kunt er in principe ook een boot van kopen. Dat is het grootste voordeel. Daar staat tegenover dat het maximaal te sparen bedrag niet heel hoog is. Een ander verschil is dat de Vitaliteitsregeling niet gebruikt mag worden om vervroegd uit te treden. Wie 62 of ouder is, mag niet meer dan 10.000 euro per jaar opnemen. Hans van den Hurk is eigenaar van het adviesbureau Dialoog Amsterdam. info@dialoogamsterdam.nl Overgangsregeling Voor deelnemers aan de Levensloopregeling van wie het tegoed hoger is dan 3000 euro, blijft de regeling bestaan. Alleen de heffingskorting bij opname vervalt. Deze overgangsregeling voor grootspaarders is met succes bedongen door de vakbeweging, die daarmee voor hen de mogelijkheid tot vervroegd uittreden heeft gered. @informatief www.orinformatie.nl Pagina 17
Pagina 19Heeft u een pdf, onlinemag of digi-spaarprogramma? Gebruik Online Touch: nieuwsbrief digitaal bladerbaar op uw website plaatsen.
OR informatie, januari/februari 2012 Lees publicatie 22Home