Or mag onderhandelen over salaris In de Grafimedia-cao is bepaald dat over verschillende onderwerpen afspraken kunnen worden gemaakt door de werkgever met de or. TMG maakt afspraken met de cor. De vakbonden zijn daar bij nader inzien niet blij mee. TMG maakt gebruik van de mogelijkheid in de Grafimedia-cao om met de centrale ondernemingsraad afspraken te maken over een deel van het salaris van een aantal medewerkers. Het akkoord betreft het bevriezen van het als bovenmatig aangemerkte deel van dit salaris. In eerste instantie is de cor niet bereid om deze afspraken te maken en vraagt hij de vakbonden die taak over te nemen. De vakbonden laten echter weten het aan de cor over te willen laten aangezien dit in de cao zo is bepaald. Achteraf zijn de vakbonden niet gelukkig met het akkoord en proberen zij tezamen met één van de ondernemingsraden van het TMG-concern die geen partij is geweest bij de onderhandelingen met de cor, het akkoord nietig te laten verklaren door de kantonrechter. Behalve de vakbonden en die ene or vorderen enkele medewerkers hetzelfde. Oordeel kantonrechter De kantonrechter verklaart de werknemers allereerst niet-ontvankelijk in hun vordering omdat zij geen partij zijn bij de cao en ook niet bij het akkoord. Vervolgens wijst de kantonrechter de vorderingen van de vakbonden en van de ondernemingsraad af. Op zich klopt het standpunt van de vakbonden dat zij over de primaire beloning gaan. echter, in dit geval was deze bevoegdheid gedelegeerd aan een ondernemingsraad (de cor) en de vakbonden hadden zich daar zelfs expliciet bij neergelegd. Voor wat betreft de wijze waarop het akkoord tot stand is gekomen oordeelt de kantonrechter dat dit op juiste wijze is gebeurd. Nergens is bepaald hoe de cor de onderhandelingen had dienen te voeren of het akkoord had dienen te sluiten. Het oordeel van de kantonrechter luidt dan ook dat het akkoord correct en tijdig tot stand is gekomen en dat de vakbonden en de or verplicht zijn het te respecteren. Commentaar De laatste jaren wordt steeds vaker in cao’s de mogelijkheid opgenomen dat concrete afspraken gemaakt worden met de ondernemingsraad en/of werknemers binnen de onderneming. Dit brengt een grotere mate van vrijheid voor de ondernemer met zich mee en het wordt daardoor mogelijk om afspraken op maat te maken. Normaal gesproken is de or niet het bevoegde orgaan om over primaire arbeidsvoorwaarden te onderhandelen. Juist omdat de vakbonden in de Grafimedia-cao deze mogelijkheid hebben gecreëerd, kan het niet zo zijn dat de cor nu wordt verweten dat hij van die mogelijkheid gebruik heeft gemaakt. Dit betekent dat de afspraken die met de cor zijn gemaakt de status van cao hebben verkregen en daarmee ook bindend zijn voor de betrokken werknemers. Er is nog aangevoerd dat de cor de achterban niet correct zou hebben geraadpleegd bij het maken van de afspraken met de ondernemer. De cor heeft echter de afspraken op een zodanige manier gemaakt zoals gebruikelijk is binnen TMG en daardoor was het niet nodig nog een extra achterbanraadpleging hierover te houden. Daarbij speelt ook een belangrijke rol dat de (c)or een democratisch gekozen orgaan is. Kantonrechter Amsterdam, 14 november 2011 Inge Hofstee is partner bij Boontje Advocaten te Amsterdam. zicht zou zijn geboden. Ofschoon deze gebrekkige nakoming van de informatieplicht door de ondernemer afbreuk heeft gedaan aan de kwaliteit van het overleg, vindt de OK dit geen reden om de ondernemingsraad in het gelijk te stellen. Commentaar In deze beschikking gaat het onder meer over de vraag of uitvoering van een deel van het besluit tijdens de adviesprocedure al mag. In het algemeen geldt dat voorbereidingshandelingen mogen, maar uitvoeringshandelingen niet. De afwww.orinformatie.nl @informatief koop van een kort tevoren afgesloten tienjarig huurcontract voor afronding van het adviestraject, beschouwt de Ondernemingskamer in deze zaak niet als een ongeoorloofde uitvoeringshandeling. De OK stelt dat dit niet betekent dat ‘het besluit onontkoombaar’ is: er kan ‘desnodig opnieuw een pand ter vervanging’ worden aangehuurd. Daarmee hanteert de OK een andere maatstaf, namelijk of het besluit met de uitvoeringshandeling onontkoombaar is geworden De vraag is of het advies van de or dan nog wel van wezenlijke invloed kan zijn. De stelling van de OK, dat dit nog wel het geval is omdat altijd alsnog kan worden besloten om een nieuw huurcontract af te sluiten, gaat wel erg makkelijk voorbij aan de kosten die gemaakt worden met de afkoop van een nog tien jaar lopend huurcontract. Dit zou een ondernemer wel erg ruime mogelijkheden bieden om alvast uitvoeringshandelingen te verrichten. De onderbouwing van de beschikking van de Ondernemingskamer op dit punt kan niet los gezien worden van het eindoordeel, waardoor dergelijke tussentijdse uitvoeringshandelingen toegestaan worden. Hof Amsterdam (Ondernemingskamer) 13 oktober 2011, LJN BT8656 Loe Sprengers is advocaat bij het Advokatenkollektief Utrecht. OR informatie 3 | maart 2012  37 Pagina 36

Pagina 38

Interactieve digitale vakblad, deze artikel of editie is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar op uw website plaatsen van digi onderzoeksrapporten.

OR informatie maart 2012 Lees publicatie 23Home


You need flash player to view this online publication