der een rol: contacten van de or met de RvC, P&O en Financiën hangen af van de ruimte die de bestuurder daartoe geeft. Vrijwel alle ondervraagden vinden om uiteenlopende redenen het contact van de or met de mensen op de werkvloer en de bouwplaatsen te mager. Verder valt de grote – soms te grote – rol op die or-voorzitters spelen in het contactnetwerk. Het gevaar is reëel dat de or daar te afhankelijk van wordt. Dilemma Contacten van de or met de mensen in de kantoren, op de werkvloer en op de bouwplaatsen zijn in de bouw lastig, maar worden door alle partijen belangrijk gevonden. De verwachtingen ten aanzien van die contacten verschillen nogal: or-leden willen vooral de gevoelens van collega’s polsen en willen het arbobeleidtoetsen. De staf (P&O, KAM-coördinatoren) ziet liever dat de or het competentiebeleid (noodzaak van scholing) of het veiligheidsbeleid aan de orde stelt en de bestuurder wil draagvlak laten www.orinformatie.nl @informatief creëren voor de strategie van de onderneming. Dit is een enigszins uitvergroot beeld, maar het bevat de essentie van een dilemma over de rol die de or zou moeten spelen en wat men daarvan verwacht. Partijen zijn zich hier weinig bewust van en spreken de verwachtingen over en weer niet uit. In de praktijk komt dit dilemma tot uiting in de faciliteiten die or’s hebben. Om aan de verschillende verwachtingen te kunnen voldoen zouden or’s meer tijd aan onderling beraad en aan contacten met de achterban moeten besteden dan nu het geval is. Men doet dit niet, omdat men zich die tijd niet gunt of omdat de bestuurder dat niet nodig vindt. Een thema dat in de bouw wél nadrukkelijk een rol speelt, is maatschappelijk verantwoord ondernemen. Indien serieus opgepakt, heeft het consequenties voor de werkuitvoering. Timmerlieden of schilders moeten milieubewuster of met andere stoffen leren werken. In drie van de vier cases (alle bouwondernemingen) waar MVO aan de orde was, was het echter (nog) geen punt van overleg tussen or en bestuurder. In de vierde case uitdrukkelijk wel, maar daar voelt de or zich in zekere zin gemangeld tussen de idealen van de ondernemingsleiding (cradle-to-cradle) en de weerbarstige praktijk van vaklieden die moeten omschakelen. Voor het ontwikkelen van netwerken zijn allelei instrumenten beschikbaar (zie brochure FNV Bouw). Om beter in te spelen op de verschillende verwachtingen, zouden or’s gebruik kunnen maken van meer omvattende werkvormen zoals werkconferenties, organisatie-diagnose en focusgroepen. Jan Heijink is onderzoeker aan het ITS in Nijmegen. Het volledige rapport De ondernemingsraad en zijn netwerk is te vinden op: http://its. ruhosting.nl/publicaties/pdf/r1900.pdf of http://www.fnvbouw.nl/medezeggenschap/ themas/Pages/internenetwerkOR.aspx OR informatie 4 | april 2012 19 Pagina 18
Pagina 20Heeft u een uitgave, modern media of eedities? Gebruik Online Touch: onderwijs catalogus digitaal bladerbaar publiceren.
OR informatie april 2012 Lees publicatie 24Home