Interview Ton Wilthagen waarschuwt voor ongereguleerde flexibilisering ‘Dit probleem vergt De voortschrijdende flexibilisering in het Nederlandse bedrijfsleven vormt een bedreiging voor de werkzekerheid en bestaanszekerheid van een steeds grotere groep mensen. Ton Wilthagen, hoogleraar institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg, pleit daarom voor een nieuw sociaal akkoord tussen overheid en sociale partners. Ook het wettelijk kader voor de medezeggenschap moet op de schop. Door Take Ligteringen D e Nederlandse arbeidsmarkt flexibiliseert in razend tempo. Steeds meer vaste contracten worden ontbonden, waarna het werk wordt uitbesteed aan uitzendkrachten of zzp’ers die op elk gewenst moment kunnen worden ingehuurd of afgestoten. Organisaties kunnen zo snel inspelen op veranderende marktomstandigheden. Tegenover de toenemende handelingsvrijheid die dit werkgevers biedt, staat een toenemende onzekerheid voor het groeiend aantal flexkrachten. Zij kunnen van de ene dag op de andere hun werk kwijtraken, zonder dat ze ergens op kunnen terugvallen. En zolang de politieke discussie over versoepeling van het ontslagrecht op slot blijft zitten, woekert de flexibilisering voort zonder dat er structurele oplossingen komen die flexibiliteit koppelen aan werkzekerheid. Dat blijkt onder andere uit de jongste cijfers van het UWV over het aantal contracten voor onbepaalde tijd: werden er daarvan in 2010 nog 83.000 afgesloten, in 2011 waren het er slechts 2000. Het is Ton Wilthagen allemaal een doorn in het oog. De Tilburgse arbeidsmarktprofessor pleit al sinds jaar en dag voor het optuigen van een robuust systeem voor flexicurity: flexibiliteit voor de werkgever gekoppeld aan werkzekerheid voor de werknemer. Om dat te bereiken is een nieuw akkoord tussen de sociale partners en de overheid nodig, 20 OR informatie 4 | april 2012 ‘Veel bedrijven willen eigenlijk geen werkgevers meer zijn’ betoogt hij. Daarin zouden werkgevers, in ruil voor de door hen gewenste flexibiliteit, moeten toezeggen dat ze zullen investeren in de inzetbaarheid en daarmee in de werkzekerheid van de mensen die ze inhuren – met name via het financieren van opleidingen. Vooralsnog zien werkgevers echter geen dringende noodzaak om aan de onderhandelingstafel plaats te nemen, aangezien ze onder de huidige omstandigheden rustig verder kunnen gaan met het vervangen van vast personeel door flexwerkers zonder dat ze daar iets tegenover hoeven te stellen. Wilthagen vreest dat dit zal leiden tot toenemende flexibilisering, waardoor de bestaanszekerheid van steeds meer mensen in het gedrang komt. Nederland zit in een recessie. Wel effect heeft dat op de flexibilisering van de arbeidsmarkt? ‘De flexibilisering gaat door, en daarmee het afbrokkelen en afschuiven van klassieke werkgeversverantwoordelijkheid. Veel bedrijven willen eigenlijk geen werkgevers meer zijn. Ze willen natuurlijk wel arbeid organiseren, want die hebben ze nog steeds nodig, maar niet op de klassieke manier met werknemers in loondienst waarbij je een ondernemingsraad opricht als je meer dan vijftig personeelsleden hebt. Binnen de kern van het bedrijf gebeurt dat nog wel, maar daaromheen zitten nu al zoveel lagen met flexwerkers. Ik vind het ook opvallend dat we bijna niets meer horen over medezeggenschap. Dat lijkt alleen nog maar een thema als er een fabriek van NedCar wordt gesloten. Wie heeft het nog over ondernemingsraden en over hun rol? Het punt is dat die rol afneemt door de opkomst van flexibele organisaties. De kern van vast personeel krimpt, en daaromheen komen steeds meer flexwerkers. De rol van medezeggenschap beperkt zich steeds meer tot die vaste kern.’ In hoeverre bestaat die kern uit mensen die verantwoordelijk zijn voor de kernactiviteiten van de organisatie? ‘Dat komt er inderdaad nog bij: de mensen die de kernactiviteiten uitvoeren, hoeven niet degenen in vaste dienst te zijn. Er is dan dus wel medezeggenschap, maar waar heb je het dan nog over? Zit je nog in het centrum van de bedrijfsstrategie of speel je op een bijveldje? Je hebt misschien wel het gevoel dat je nog op het hoofdveld speelt, maar als je om je heen kijkt zie je dat er toch wat minder mensen op de tribune zitten dan vroeger. En die ontwikkeling wordt door de huidige crisis nog versterkt omdat de flexibilisering zich versneld doorzet. Iedereen is bezig met het vinden van een model om arbeid te organiseren tegen zo laag mogelijke kosten en met zo min mogelijk verantwoordelijkheid.’ Wat betekent dat voor het stelsel van flexicurity? ‘Het klassieke werkgeverschap is het kanaal waarlangs we allerlei zaken regelen: mede@informatief www.orinformatie.nl Pagina 19
Pagina 21Voor kranten, online magazines en vaktijdschriften zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw artikelen.
OR informatie april 2012 Lees publicatie 24Home