Lekker blijven werken… Door Hermie van Ommeren D uurzaam inzetbaar. De term roept een beetje weerzin op. Wie gaat wie duurzaam inzetten? Werknemers lijken een soort menselijke instrumenten die bruikbaar moeten blijven. Hoewel ik wel zie dat de werkgever een rol heeft bij het behoud van arbeidskracht, denk ik ook dat de huidige ‘nieuwe’ werknemer baas is over zichzelf en vooral zichzelf verantwoordelijk voelt voor zijn eigen gezondheid en inzetbaarheid. Ook al heb ik mezelf altijd een actieve werknemer gevonden die zelfstandig van baan naar baan trekt, ik ben nog geen zzp’er. Mensen die voor die status kiezen, verdienen respect. Je bent dan echt verantwoordelijk voor je inzetbaarheid! Toch vraag ik me af of je als individu die verantwoordelijkheid op je kunt nemen. Een mens is kwetsbaar en je kunt het risico voor je gezondheid of het krijgen van een ongeluk niet alleen dragen. Verzekeringen voor de risico’s van de zzp’er zijn er wel, maar ze zijn over het algemeen veel duurder dan voor werknemers. Ik denk dat voor verbeteringen de zzp’ers aller landen zich moeten verenigen. Ook op het gebied van ontwikkeling en samenwerking van deze zelfstandigen kan er nog veel moois groeien de komende jaren. Nieuwe media als LinkedIn helpen bij het leggen van contacten. Ook de horecagelegenheden waar je als zzp’er of nieuwe werknemer kunt werken, bieden veel mogelijkheden. Het is echter wel treurig om te zien dat bij moeilijkheden de contracten met zzp’ers het eerste worden ontbonden. In de sector waar de huidige economische crisis begon, de financiële dienstverlening, werden eerst de contracten met de zzp’ers opgezegd, daarna kwamen de werknemers aan de beurt. De meeste mensen werken echter (nog) in een arbeidsverhouding van werkgever en werknemer. Dat betekent dat er aan twee kanten een verantwoordelijkheid en een verplichting is. Naast een gezonde en actieve houding van de werknemer voor behoud van zijn eigen arbeidscapaciteit, moet de werkgever ook een serieuze bijdrage leveren, bijvoorbeeld door aandacht te besteden aan de mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling van de medewerker. De or spreekt vaak een vorm van loopbaanontwikkelingsbeleid af met de werkgever. Een prima zaak, ware het niet dat dit beleid vaak een papieren tijger blijkt te zijn. Zelfs als de cyclus keurig wordt uitgevoerd, blijft het vaak bij formeel voldoen aan de gemaakte afspraken. Iedereen kent wel collega’s die jarenlang moeizaam functioneren, zonder dat Zzp’ers aller landen, verenigt u! dit wordt aangepakt. Dat is ongezond voor het bedrijf, maar zeker ook voor de persoon in kwestie. Kun je over tien jaar hetzelfde werk nog doen, als het er überhaupt nog is? Wat moet je doen om daarvoor in conditie te blijven of kun je beter toewerken naar werk dat passender is? Dat soort vragen zou je jezelf moeten stellen. De or stimuleert dat elk bedrijf aandacht besteedt aan de loopbaan en scholing. Om lekker te kunnen blijven werken tot 67 jaar, is niet alleen aandacht en inzet voor het werk van vandaag nodig, maar ook voor het werk van morgen. Hermie van Ommeren is plv. griffier bij de gemeenteraad van Geldermalsen en fractievoorzitter PvdA ’s-Hertogenbosch. Ze was voorheen voorzitter van de Vasmo (beroepsvereniging voor ambtelijk secretarissen). Reactie: hermievanommeren@gmail. com. wettelijke bevoegdheden niet meer dan papieren tijgers zijn, een bordje pap dat weliswaar zwaar op de maag ligt maar geen echte voedingswaarde heeft. Uit recent onderzoek van Stichting MNO blijkt dat het Nederlandse model transparantie mist. De veranderde samenstelling van RvC’s onder invloed van de sterke lobby tegen het old boys network heeft weinig geholpen. Het openen van de RvC voor mensen uit andere kringen heeft nauwelijks tot beter toezicht geleid. Zie de opstelling van ex-vakbondsbestuurders in de RvC van ING. Zie het falen van de voorbeeldig samengestelde RvC van www.orinformatie.nl @informatief PCM, die het bedrijf liet kaalvreten door private equity. Ook de commissarissen die zijn aangesteld op voordracht van de werknemers zijn, op een enkele uitzondering na, voorbeeldig loyaal aan het bestuur van de onderneming en aan hun mede-commisarissen. Zijn ze dat niet, dan liggen ze eruit en zullen ze ook niet snel nog ergens anders zo’n aantrekkelijke nevenfunctie bemachtigen. Doen ze daarentegen loyaal mee aan mismanagement, dan worden ze daar zelden op afgerekend, zoals de krant NRC onlangs Een bordje pap dat geen voedingswaarde heeft concludeerde in een artikel met de kop ‘Overheid coulant voor bestuurders met kras op het CV’. Het heeft inderdaad weinig zin om vanwege teleurstellende ervaringen met commissarissen nog meer instrumenten te ontwikkelen op basis van het oude model. Een professor corporate governance van Nyenrode pleit voor een verplichte en formele zelfevaluatie van de raad van commissarissen, die eens in de drie jaar door een externe facilitator wordt begeleid. Maar dat lijkt me een lapmiddel. Het wordt misschien eerder tijd om weer eens serieus te kijken naar de ervaringen in Duitsland en Scandinavië, waar men echte werknemersvertegenwoordigers in de bestuursorganen heeft en waar de communicatie met de achterban veel sterker is. Deze mensen hoeven er ook niet bezorgd over te zijn of ze al dan niet geaccepteerd worden. Ze hebben hun eigen positie en kunnen uitgaan van hun eigen kracht. Man of vrouw, tot een old boys network behoren ze niet. Sjef Stoop is trainer/adviseur bij EOR Services van FNV Formaat OR informatie 4 | april 2012 9 Pagina 8
Pagina 10Heeft u een onderwijs magazine, paperator of digi magazines? Gebruik Online Touch: lesboek converteren naar een digitale publicatie.
OR informatie april 2012 Lees publicatie 24Home