Geen instemming bij wijziging dienstrooster De implementatie van een nieuw dienstrooster brengt een wijziging van de invulling van de werkzaamheden met zich mee. Is dit een zaak voor het Georganiseerd Overleg of voor de ondernemingsraad? De Gemeenschappelijke Regeling Brandweer ZuidLimburg (de ondernemer BZL) wil een nieuw dienstrooster implementeren en voert hierover overleg met de vakbonden, in het Georganiseerd Overleg (GO). Uiteindelijk komt BZL tot de conclusie dat het een roosteraangelegenheid betreft die voor instemming van de ondernemingsraad (or) in aanmerking komt. Vervolgens legt BZL de or een instemmingsverzoek voor. Deze stelt zich echter op het standpunt dat het om een verandering van een primaire arbeidsvoorwaarde gaat waarover overleg met de vakbonden gevoerd moet worden. De or verleent dan ook geen instemming. BZL stelt daarentegen dat het loon, de arbeidsduur en het gemiddeld loon per uur gelijk blijven. Slechts de werkwijze zal veranderen met het doel de werkzaamheden weer in overeenstemming te brengen met het loon dat wordt uitbetaald. Vervolgens legt BZL de kwestie ter bemiddeling voor aan de Bedrijfscommissie. Die adviseert het dienstrooster ter instemming aan de or voor te leggen, maar die onthoudt zijn instemming op dezelfde gronden. Dan verzoekt BZL de kantonrechter vervangende toestemming te verlenen. Deze stelt de or echter in het gelijk, waarna BZL hoger beroep instelt. Oordeel van het hof Naar het oordeel van het hof treedt BZL met de voorgenomen dienstroosterwijziging in de primaire arbeidsvoorwaarden van de werknemers. Vast is komen te staan dat deze wijziging (mede) tot gevolg zal hebben dat de werknemers meer actieve uren gaan maken zonder extra beloning. Daarmee raakt dit de regeling van de arbeidsduur en dus van de primaire arbeidsvoorwaarden. Het hof oordeelt dan ook dat BZL eerst overeenstemming moet bereiken in het GO voordat zij kan overgaan tot de beoogde invoering van een dienstrooster waarin een wijziging wordt aangebracht in de verhouding tussen wacht-, slaapen werkuren. Volgens het hof heeft de or niet op onredelijke gronden zijn instemming onthouden. Ook kan de rechter geen vervangende instemming geven, nu de or terecht stelt dat hij door een inhoudelijk oordeel te geven over de voorgenomen dienstroosterwijziging in de primaire arbeidsvoorwaarden van de werknemers treedt. Commentaar Indien een ondernemer het dienstrooster wenst te wijzigen, behoeft deze normaal gesproken instemming van de or (artikel 27 lid 1 sub b WOR). Het kan daarbij gaan om een wijziging van Inge Hofstee is partner bij Boontje Advocaten in Amsterdam. een regeling waarin wordt bepaald op welke uren wordt gewerkt. echter, het instemmingsrecht van artikel 27 WOR heeft geen betrekking op primaire arbeidsvoorwaarden. In deze zaak hield de dienstroosterwijziging in dat 36 gewerkte uren verdeeld moesten worden over een arbeidsduur van 48 uur per week in plaats van 54 uur per week. Nu dit alles betrekking heeft op de primaire arbeidsvoorwaarden, hebben de kantonrechter en het hof juist geoordeeld. De or is immers niet het bevoegde orgaan om hierover te onderhandelen. Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 31 januari 2012 oefenen. Het is aannemelijk dat voortvarende besluitvorming – gelet op de omvang van de inkrimping van het budget – thans noodzakelijk is. Het ontbreken van tijdige en voldoende inspanningen door de ondernemer met betrekking tot de (opvang van) de personele gevolgen wordt weliswaar niet gerechtvaardigd door deze omstandigheden, maar de Ondernemingskamer vindt dit van onvoldoende gewicht om te oordelen dat de gemeente op deze grond niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Daarbij speelt een doorslaggevende rol dat de gemeente heeft toegezegd dat er gedurende www.orinformatie.nl @informatief onderhandelingen geen gedwongen ontslagen zullen vallen waardoor betrokken werknemers van hun werk verzekerd zijn totdat wel een regeling is getroffen. Commentaar In art. 25 lid 3 WOR is bepaald dat de ondernemer in de adviesaanvraag de gevolgen voor het personeel van een reorganisatiebesluit moet schetsen, alsmede de maatregelen die genomen worden om deze gevolgen op te vangen. Vaak wordt dit geregeld in een sociaal plan waarover met de vakbonden overleg wordt gevoerd. Als er nog onderhandeld wordt over een (nieuw) sociaal plan terwijl het besluit al wordt genomen, moet de ondernemer wel inzicht geven in de maatregelen die hij gaat nemen om de gevolgen op te vangen. Hij kan het besluit uitstellen totdat die duidelijkheid er is, of hij kan ervoor kiezen om tijdelijke maatregelen te nemen. In deze zaak vond de Ondernemingskamer dat de ondernemer op dit vlak te weinig had gedaan. Maar om twee redenen mocht het besluit toch genomen worden: 1) omdat de noodzaak om snel te handelen vanwege de opgelegde bezuinigingen groot was en 2) omdat de belangrijkste maatregel uit het oude sociaal plan (geen gedwongen ontslagen) wel tijdelijk was verlengd. Hof Amsterdam (OK), 24 februari 2012, LJN: BV7221 Loe Sprengers is advocaat bij het Advokatenkollektief Utrecht OR informatie 5 | mei 2012 ■ 37 Pagina 36
Pagina 38Scoor meer met een webshop in uw maandbladen. Velen gingen u voor en publiceerden lesmateriaal online.
OR informatie mei 2012 Lees publicatie 25Home