blusoefening werd een bak in brand gestoken die ze met een brandblusser moesten blussen en vervolgens een pop, die ze met een branddeken konden redden. We konden een leegstaande afdeling gebruiken en die zelf inrichten, en we hebben onze collegaBHV’ers bereid gevonden om patiënt te spelen, familielid, verontruste bezoeker, arts of medewerker. Met een rookmachine hebben we flink wat rook gemaakt, waardoor de medewerkers konden ervaren onder wat voor omstandigheden je werkt bij zo’n calamiteit. Het was heel leerzaam, maar ook leuk. Heel vaak is zo’n oefening in een ziekenhuis een verplicht nummertje, zo van: we moeten weer oefenen. Nu vonden de mensen het echt nuttig: leerzaam en leuk.’ Schifting bruikleen van de ziekenhuishygiëniste. Dat is een apparaat waarmee je kunt zien welke delen van je handen je niet goed hebt gedesinfecteerd. Mijn presentatie wordt nu nog gebruikt door een afdelingshoofd op het lab om de noodzaak van een goede desinfectie bij het prikken van patiënten onder de aandacht te brengen.’ Carrousel Liesbeth Kerpel had als aandachtspunt de bedrijfshulpverlening (BHV). ‘Natuurlijk zijn we uiteindelijk allemaal bedrijfshulpverleners. Als er een calamiteit plaatsvindt, moeten we allemaal ons mannetje staan. We moeten er dus allemaal iets van weten. Voor mijn thema had ik een aantal spullen kunnen lenen, zoals brandblusdekens, van bedrijven die dat soort dingen leveren. We hadden brandblussers en brandmelders op tafel liggen en we hadden een enquête uitgeschreven waar de mensen op iedere locatie aan mee mochten doen. Die hebben we, bijna als een verplichting, iedereen onder de neus geschoven en we zeiden: ‘Kijk eens hoeveel je van BHV afweet. Weet je waar de vluchtroutes zijn en waar blusmiddelen hangen op www.orinformatie.nl @informatief ‘Het zijn vaak kleine, maar toch belangrijke dingen’ jullie afdeling? Zeker in een zorginstelling is dat natuurlijk heel erg belangrijk. Die enquête werd door heel veel mensen ingevuld, maar daarbij bleek wel dat men de antwoorden vaak niet wist: bijvoorbeeld waar een 112-toestel hing op de afdeling en waar je dan uitkomt, wie je aan de lijn krijgt. Toch wel goed om te weten. Aan het eind van zo’n dag konden mensen ook nog een prijsje winnen, dus die branddekens en -blussers kwamen goed terecht. Het was de bedoeling om mensen te leren wat ze konden doen bij zo’n calamiteit en dat is wel behoorlijk gelukt. Aan het einde van de week hebben we een avond georganiseerd, waarbij de mensen daadwerkelijk aan een brandoefening mee mochten doen. Dat was het spetterende slot van onze Arboweek.’ Voorzitter Langendoen vertelt wat meer over die avond. ‘Op een van onze locaties konden de mensen meedoen aan een carrousel: een demonstratie brandblussen, een brandoefening en een instructie over ontruiming. Dat deden we in drie groepen, om het behapbaar te houden en iedereen de kans te geven om te oefenen. Bij de ontruimingsoefening kregen de mensen te horen wat ze bij brand moesten doen, en wat vooral niet. Bij de Sophia Boomsma, die in verband met vakantie niet bij dit gesprek kon zijn, heeft in de commissie als aandachtsgebied het ouderenbeleid. Dat is nog volop in ontwikkeling, waardoor de arbocommissie weinig kon laten zien. Wel werden er al thema’s als vitaliteit en fitheid onder de aandacht gebracht. Daarbij werd de hulp ingeroepen van firma’s die iets op dit terrein doen, zoals een bekende producent van yoghurtdrankjes. Met behulp van een ander bedrijf kon een ‘fitpeiling’ worden gedaan. Daarbij werden zaken als gewicht, lengte en bloeddruk gemeten en was er een diëtiste die advies gaf. Daarnaast werd er informatiemateriaal verstrekt. De follow-up van deze week bestond uit het verzamelen en rubriceren van alle opmerkingen en tips van collega’s. Die zijn door de commissieleden besproken met de arbocoördinator, waarna een schifting is gemaakt tussen zaken waarmee al wat gedaan kan worden en die waarbij dat (nog) niet het geval is. De commissie vindt al die signalen uit de achterban dermate belangrijk dat ze met alle punten wel iets wil. De leden van de arbocommissie vinden dat de arbocoördinator zijn werk goed doet, maar dat deze nog meer gehoor bij de leiding zou kunnen vinden. Daarom willen ze in het overleg met de raad van bestuur hun punten krachtig naar voren (blijven) brengen. Dat is niet alleen goed voor hun collega’s, het komt ook de algehele effectiviteit van de organisatie ten goede. OR informatie 8/9 | augustus/september 2012 ■ 11 Pagina 10
Pagina 12Scoor meer met een webshop in uw catalogi. Velen gingen u voor en publiceerden artikelen online.
OR informatie 8-9 Lees publicatie 28Home