Het begrip beloningssysteem (art. 27 WOR) Een ondernemer heeft twee regelingen voor variabele beloning. De or stemt in met wijziging van de ene regeling, maar dan blijkt dat de andere regeling al in dezelfde zin was gewijzigd zonder instemming. De or roept hiervoor nietigheid in. Een ondernemer (GDF SUEZ Energie Nederland) kent twee regelingen voor de variabele beloning, de regeling Resultaat Afhankelijke Beloning (hierna: RAB) en de regeling Variabele Beloning voor Functiecontracthouders (hierna: VBF). Op 17 februari 2011 vraagt de ondernemer de or om in te stemmen met een wijziging van de RAB, namelijk het baseren van de RAB op de EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) en niet langer op de EBIT (Earnings Before Interest, Taxes). De or stemt hier onder voorwaarden mee in. Tijdens het instemmingstraject constateert de or echter dat de VBF-regeling al in 2010 in dezelfde zin is gewijzigd. en roept de nietigheid van het daaraan ten grondslag liggende besluit in omdat de ondernemer instemming had moeten vragen. De regeling VBF is volgens de or een beloningssysteem als bedoeld in artikel 27 WOR, omdat hij een methode bevat volgens welke de variabele beloning wordt berekend die aan bepaalde functies wordt toegekend. De wijziging naar de EBITDA betekent dat de grondslag van de variabele beloning, de bonus, wordt gewijzigd; er had dus instemming moeten worden gevraagd. Volgens de ondernemer is er echter geen sprake van een beloningssysteem in de zin van artikel 27 WOR, omdat uitsluitend de wijze van berekening is veranderd en deze verandering voor alle salarisschalen geldt. Instemming is slechts vereist als de onderlinge rangorde wijzigt. Volgens de ondernemer blijft deze rangorde ongewijzigd en is dus geen instemming vereist. Oordeel kantonrechter De kantonrechter stelt eerst vast dat de or slechts instemmingsrecht heeft ten aanzien van een wijziging van de systematiek van de beloning en niet ten aanzien van een wijziging van de hoogte van het loon. Dat is namelijk een primaire arbeidsvoorwaarde waar de or geen invloed op heeft. Vervolgens oordeelt de kantonrechter dat de wijziging geen invloed heeft op de onderlinge rangorde van de beloningen van de werknemers, omdat de wijziging op alle loonschalen relatief gezien dezelfde invloed heeft. echter, de enkele omstandigheid dat de onderlinge rangorde van de beloningen niet wijzigt, wil nog niet zeggen dat er geen sprake van een systeemwijziging kan zijn. Het doel en de strekking van de wijziging is namelijk om een meer betrouwbaar geachte maatstaf te hanteren bij het berekenen van de beloning. Dat is een systeemwijziging die weliswaar de hoogte van het loon kan beïnvloeden, maar daarmee in een zo ver verwijderd verband staat, dat niet de wijziging van een primaire arbeidsvoorwaarde in het geding is. Door een andere maatstaf te gaan hanteren, wijzigt de ondernemer de criteria voor de variabele beloning en daarmee is er wel sprake is van een systeemwijziging. Dat besluit is instemmingsplichtig. Omdat er geen instemming is gevraagd oordeelt de kantonrechter dan ook dat dit besluit nietig is. Kantonrechter Zwolle, 1 juni 2012 Inge Hofstee is partner bij Boontje Advocaten te Amsterdam. constateerd dat Vita of haar medewerkers zich meer concreet een voorstelling hebben gemaakt van wat WNS in de praktijk voor Vita inhoudt. Pas als medewerkers met concrete suggesties komen en Vita zegt die over te nemen, zou sprake kunnen zijn van een voorgenomen besluit. De OK komt tot de conclusie dat er nog geen sprake is van een adviesplichtig (voorgenomen) besluit. Daarbij vindt de OK het wel van belang dat Vita uitdrukkelijk heeft verklaard dat zij de or advies zal vragen zodra zij het voornemen opvat om één of meer concrete besluiten op het gebied van de vestiging van de www.orinformatie.nl @informatief wijksteunpunten, de bezuinigingen en/of invoering van WNS te nemen, alsmede dat zij de or bij de voorbereiding daarvan zal betrekken. Commentaar Voorafgaand aan een adviesaanvraag is er sprake van voorbereidingsfase, waarbij er nog geen sprake is van een adviesplichtig voorgenomen besluit. In de praktijk is er vaak discussie over de vraag waar de grens ligt. Er is een aantal algemene uitgangspunten: voorbereiden mag, uitvoeren niet; van uitvoeren is sprake als er onomkeerbare handelingen worden verricht; een adviesaanvraag (in een later stadium) moet nog wezenlijke invloed op de besluitvorming kunnen hebben. In iedere concrete situatie zal getoetst moeten worden wanneer het moment van adviesaanvragen aanbreekt. Deze zaak is een voorbeeld van een situatie waarvan de rechter vindt dat hier nog geen sprake van is. In art. 24 lid 1 WOR is een handvat opgenomen om discussies hierover in te perken, namelijk: de ondernemer moet de or tijdig informeren over adviesen instemmingsplichtige besluiten die hij in voorbereiding heeft. Vervolgens moeten beide partijen afspraken maken over de momenten en wijze waarop de or daarbij wordt betrokken. Hof Amsterdam (OK), 30 mei 2012, LJN: BX0314 Loe Sprengers is advocaat bij het Advokatenkollektief te Utrecht. OR informatie 8/9 | augustus/september 2012 ■ 37 Pagina 36
Pagina 38Scoor meer met een web winkel in uw maandbladen. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijscatalogi online.
OR informatie 8-9 Lees publicatie 28Home