krijgen dat soort vragen wel indirect via vakbondsbestuurders die bij bedrijven komen – meestal kleinere organisaties. Ze ontdekken dan ineens dat een kaderlid iets wil weten over wat de werkgever met het pensioen gedaan heeft of dat de ondernemingsraad ergens mee dreigt in te stemmen, en dan krijgen we een contract voorgelegd. Maar dan zitten we natuurlijk al bijna aan het eind van het traject.’ Van den Brink: ‘Ja, en dan moet je tekenen bij het kruisje. Als je dan nog problemen wilt oplossen, wordt het moeilijk.’ Schets: ‘Die organisaties hebben bovendien vaak meerdere contracten bij zo’n verzekeraar, want dan krijgen ze korting. Dus dan hebben ze bijvoorbeeld ook een polis voor arbeidsongeschiktheid.’ Ter Veld: ‘Ja, en dan is er een tussenpersoon van de verzekeraar die bij elke wijziging weer een nieuw contract afspreekt. Dan ben je helemaal in de aap gelogeerd. Eigenlijk moet je als ondernemingsraad weten of je werkgever verplicht in een bedrijfstakpensioenfonds zit. Bij een heleboel werkgevers is dat zo. Zit hij bij een ondernemingspensioenfonds, dan kun je als or nog veel directer aan de werkgever vragen hoe het met het pensioen zit. Als het een verzekerde regeling is, zou je als or expliciet moeten vragen hoe die regeling in elkaar steekt – zeker als er een verandering aanstaande is. En het stikt natuurlijk van de veranderingen, want in 2014 gaat de pensioenrekenleeftijd naar 67 jaar en moet de pensioenregeling aangepast worden. Je moet als or dus alert zijn en weten wat er speelt. En als je een verzekerde regeling hebt, is het verstandig om de vakbond tijdig om hulp te vragen.’ Schets: ‘Ik vind ook dat ondernemingsraden bij een verzekerde regeling jaarlijks zouden moeten vragen hoe het ervoor staat. Ze zouden dus moeten zeggen dat ze niet alleen betrokken willen worden op het moment dat het contract verlengd wordt. Want zo gaat het vaak: eens in de vijf jaar komt het thema op de agenda. Waarom zou je dat niet jaarlijks bekijken?’ Van den Brink: ‘Je kunt om het jaarverslag vragen, het actuarieel verslag, het depotverslag – alles wat er ligt.’ Misverstanden ‘Werknemers die van baan veranderen denken vaak de raarste dingen’ Alledrie de specialisten raden or-leden aan om regelmatig contact te onderhouden met de vakbonden als het om pensioenen gaat. Niet alleen om de vinger aan de pols te houden wat betreft de pensioenregeling en het beleid van het pensioenfonds, maar ook om de achterban van goede informatie te kunnen voorzien. Schets: ‘Denk na over wat je eventueel samen met de vakbond kunt regelen op het gebied van voorlichting. En wat betreft ondernemingsfondsen en verzekerde regelingen zou ik zeggen: bemoei je ermee! Zorg dat de werkgever een voorlichtingspunt heeft waar je terecht kunt, of doe desnoods zelf zoiets: zorg dat er iemand in de or zit die veel kennis heeft van pensioen. De visie van Edith Snoey Over de positie van or’s bij pensioenen en over het verschil tussen een ondernemingspensioenfonds en een bedrijfstakpensioenfonds: ‘Ik vind het lastig om daar iets over te zeggen. Ik kan me wel voorstellen dat er bij ondernemingspensioenfondsen een directe relatie is tussen de ondernemingsraad en het bestuur, al was het maar omdat de or vaak het recht heeft om bestuursleden voor te dragen. Bij de grote bedrijfstakpensioenfondsen werkt dat anders, want daar speelt de relatie zich veel meer op centraal niveau af.’ Over een grotere rol van ondernemingsraden bij pensioencommunicatie naar de achterban: ‘Ik hoop dat het niet tegen het zere been van or-leden is, maar ik ben daar wat terughoudend in. De problematiek is dermate gecompliceerd dat ik me kan voorstellen dat het voor or’s lastig is om het erbij te doen. Ze hebben het immers al heel druk. Wel zouden ze een rol kunnen spelen bij het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten. Daarmee bedoel ik dan dat ze ervoor zorgen dat er op organisatieniveau zoiets gebeurt, niet dat ze zelf voorlichting geven. Die bijeenkomsten zijn belangrijk, want goede informatievoorziening is heel erg bepalend voor het draagvlak.’ Over de afweging tussen de belangen van de verschillende groepen: ouderen versus jongeren, werkenden versus ‘slapers’ en gepensioneerden: ‘Vooralsnog ben ik voor het rechttoe, rechtaan korten van iedereen, tenzij ik zie dat er een manier is om dat evenwichtiger te doen. Ik zou graag een evenwichtige verdeling zien tussen gepensioneerden/slapers en werkenden. Wel ben ik voor gespreid korten. Ook vind ik dat er een kostendekkende premie geheven moet worden.’ www.orinformatie.nl @informatief Edith Snoey Doe daar scholing voor, en zorg eventueel samen met de werkgever dat er een aanspreekpunt over pensioenen komt.’ Die informatievoorziening is mede van belang voor het wegnemen van misverstanden over pensioen. En die zijn er heel veel. Ter Veld: ‘Werknemers die van baan veranderen denken vaak de raarste dingen: dat hun pensioen helemaal weg is bijvoorbeeld. Maar wat je hebt opgebouwd, is en blijft van jou.’ Schets: ‘Dat is een misverstand dat je heel vaak hoort. Veel jongeren denken dat hun pensioengeld er later niet meer zal zijn. Dan zeg ik altijd: jouw potje met geld blijft van jou, en dat gaat niet naar een ander.’ Van den Brink: ‘De discussie spitst zich heel sterk toe op de generatie-effecten. Er wordt heel veel gepraat over de vraag wie de rekening betaalt: de ouderen, de jongeren, de middengroepen…’ Schets: ‘Maar in principe hou je je eigen potje, en gaat het geld dat je van jouw inkomen hebt gespaard niet naar een ander.’ Ter Veld: ‘Ik roep nog altijd: pensioen is uitgesteld loon. Juridisch klopt dat niet helemaal meer, maar het in elk geval een arbeidsvoorwaarde.’ Van den Brink: ‘Zeker. Want stel dat je in de cao iets wilt verbeteren aan het pensioen, dan betaal je dat uit de arbeidsvoorwaardenruimte, en dan laat je er iets anders voor zitten. Je hebt in het verleden voor dat pensioen betaald, dus dan kan het niet zo zijn dat er nu ineens gezegd wordt dat het geen loon meer is.’ Ter Veld besluit: ‘Hoe dan ook, het is voor ondernemingsraden van groot belang om uit te zoeken wat voor pensioenregeling er is. Op www.pensioenkijker.nl kun je precies zien waar je op moet letten.’ OR informatie 10 | oktober 2012 ■ 25 Pagina 24
Pagina 26Scoor meer met een online winkel in uw verenigingsbladen. Velen gingen u voor en publiceerden catalogi online.
OR informatie oktober 2012 Lees publicatie 29Home