5 vragen aan... Wat zijn de punten waarop ondernemingsraden vooral moeten letten nu de pensioenen worden ondergebracht bij verzekeringsmaatschappijen? 1 ‘De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht ten aanzien van besluiten van de werkgever omtrent de pensioenregeling, die bij een verzekeringsmaatschappij ter uitvoering wordt ondergebracht. Ook als de werkgever de pensioenregeling wil laten uitvoeren door een premiepensioeninstelling of bij een pensioeninstelling in een andere EU-lidstaat (kort gezegd het buitenlandse pensioenfonds) heeft de ondernemingsraad instemmingsrecht. Dat geldt echter niet als de pensioenregeling door een pensioenfonds wordt uitgevoerd. Overigens is, wat betreft de bevoegdheid van de ondernemingsraad, de algemene regel van toepassing dat het instemmingsrecht niet geldt als de pensioenregeling bij cao is vastgelegd. Maar wat de vorm ook is, er is een aantal belangrijke onderwerpen waar de or in elk geval op moet letten. In de eerste plaats is dat het karakter van de pensioenregeling: wordt een uitkering toegezegd, wordt deze gekoppeld aan het loon of is er alleen een door de werkgever te betalen premie? In het laatste geval is het van belang hoe de pensioengelden worden belegd en in hoeverre de medewerker daar zelf zeggenschap over heeft. Een volgend belangrijk punt is de manier waarop de premieverdeling tussen werkgever en werknemer geregeld is. Een laatste cruciaal thema dat ik onder de aandacht van ondernemingsraden zou willen brengen, is de mate waarin er bij de pensioenregeling is voorzien in indexering – met andere woorden: wordt de hoogte van het uitgekeerde pensioen aangepast aan de inflatie? Bij een pensioenregeling spelen nog veel meer aspecten, maar dit zijn enkele zaken die altijd belangrijk zijn.’ www.orinformatie.nl @informatief ‘Het aanvullend pensioen voor werknemers wordt wettelijk verplicht via kapitaaldekking gefinancierd. Dus: premiebetaling die in een “pot” wordt gestort en waarmee wordt belegd. Dat brengt uiteraard risico’s met zich mee, maar op lange termijn lijkt dit stelsel toch beter dan het alternatief van omslagfinanciering. Daarbij betalen de huidige werkenden voor de huidige gepensioneerden en bij de toenemende vergrijzing en langer leven is dat een steeds groter wordende last. Dat blijkt ook wel bij de AOW, die gefinancierd wordt door middel van het omslagstelsel.’ 2 ‘Het uitgangspunt van de Pensioenwet is contractvrijheid voor de werkgever. De werkgever is niet wettelijk verplicht een pensioenregeling tot stand te brengen, maar de praktische realiteit is dat hij er vaak aan gebonden is. Ten eerste door een cao, maar dat is in principe nog een vrijwillige over3 Zijn er veranderingen op til in verband met het verplicht stellen van pensioenregelingen? Is het kapitaaldekkingsstelsel aan herziening toe? Zo ja, in welke zin? Erik Lutjens Pensioenprofessor Erik Lutjens is hoogleraar pensioenrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar is hij verbonden aan het Expertisecentrum Pensioenrecht. Hij heeft veel gepubliceerd over deze ingewikkelde materie. Door Herman Feddema eenkomst die wordt gesloten in overleg met de vakbonden. Ten tweede vanwege het stelsel van verplichte deelname aan bedrijfstakpensioenfondsen. Dat is een wettelijke verplichting waar een werkgever zich niet eenzijdig aan kan onttrekken. Dat stelsel wordt verdedigd vanwege de solidariteit, die alle werknemers zonder selectie bij de voordeur van het bedrijfstakpensioenfonds toegang geeft tot de pensioenregeling. Er is geen (politieke) druk om dit stelsel van verplichtstelling af te schaffen.’ ‘Premiebetaling voor pensioen is fiscaal aftrekbaar. De uitkeringen zijn belast. De fiscale aftrekbaarheid geldt met inachtneming van strakke regels, waarbij de overheid stuurt op beleid. Zo is in 2006 de fiscale aftrekbaarheid voor premies voor VUT en prepensioen afgeschaft, behalve voor de werknemers die toen 55 jaar of ouder waren. De AOW-pensioenleeftijd wordt overigens vanaf 1 januari 2013 geleidelijk verhoogd naar 67 jaar. Voor de fiscale aftrekbaarheid van pensioenpremies geldt vanaf 1 januari 2014 dat de ingangsdatum van het pensioen op de leeftijd van 67 jaar moet zijn berekend. Eerdere ingang (vervroeging) mag wel, maar zal tot een korting op het pensioen moeten leiden.’ 4 ‘Het vitaliteitssparen vervangt per 2012 de levensloopregeling en het spaarloon. Er mag tot een bedrag van twintigduidend euro worden gespaard. Nut en noodzaak van die wijziging zullen zich de komende tijd echter nog moeten bewijzen.’ 5 OR informatie 10 | oktober 2012 ■ 31 Welke veranderingen zullen we het komend jaar zien in verband met de vitaliteitsregeling? Is de fiscale behandeling van pensioenen aan verbetering toe? Pagina 30
Pagina 32Voor PDF's, online club bladen en uitgaven zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw sportbladen.
OR informatie oktober 2012 Lees publicatie 29Home