Geldt aanbestedingsregel ook voor or? In hoeverre is het inschakelen van een deskundige door de ondernemingsraad onderworpen aan de voor de overheid geldende aanbestedingsregels? De kantonrechter moest eraan te pas komen om op deze vraag een antwoord te vinden. Op 7 december 2010 maakt de ondernemingsraad van de Penitentiaire Inrichting Hoogeveen aan de bestuurder kenbaar dat hij juridisch advies gaat inwinnen over een adviesprocedure. De bestuurder meldt dat het Europese aanbestedingsrecht van toepassing is. De or is het hier niet mee eens, omdat hij geen onderdeel van de Staat zou zijn. Op 22 februari 2012 oordeelt de Bedrijfscommissie dat de or een zelfstandig orgaan is en niet gebonden is aan de voor de overheid geldende aanbestedingsregels. De Staat blijft echter van oordeel dat de aanbestedingsregels van toepassing zijn en dient daarop een verzoek conform artikel 36 WOR bij de kantonrechter in. Volgens de Staat heeft de or geen rechtspersoonlijkheid, waardoor hij geen rechtshandelingen kan verrichten zoals het sluiten van een overeenkomst met een deskundige. Nu de Staat namens de or de overeenkomst met een deskundige sluit en op haar de aanbestedingsregels van toepassing zijn, moet de Staat zich aan die verplichtingen houden, is de lezing. Oordeel kantonrechter Volgens de kantonrechter betekent het feit dat een or geen rechtspersoonlijkheid heeft, niet dat een or geen rechtshandelingen kan verrichten of in rechte kan optreden als dit een wettelijke basis heeft. In dit geval betreft het de inschakeling van een deskundige. De wettelijke basis hiervoor is te vinden in artikel 16 WOR. Op grond van de artikelen 25, 26 en 27 WOR kan de or zelfstandig procedures voeren. Het standpunt van de Staat, namelijk dat zij namens de or de overeenkomst met de deskundige dient te sluiten, is dus naar het oordeel van de kantonrechter onjuist. Bovendien past dit niet binnen de verhouding tussen de deskundige en de or, omdat de deskundige de or volledig en onafhankelijk moet kunnen adviseren. De vraag of het aanbestedingsrecht dan van toepassing is op de door de or zelf afgesloten overeenkomsten beantwoordt de kantonrechter ontkennend. De or kan namelijk niet aangemerkt worden als een aanbestedende dienst in de zin van de Europese richtlijn. De or is geen publiekrechtelijke instelling, omdat hij geen rechtspersoonlijkheid heeft. Ook is de or niet aan te merken als een onderdeel van de Staat. De or heeft juist een van de bestuurder en onderneming onafhankelijke positie. Dit leidt volgens de kantonrechter tot het oordeel dat de Staat artikel 22 WOR niet goed heeft nageleefd door te zware en niet op de wet gebaseerde beperkingen voor het benoemen van een deskundige aan de or op te leggen. wacht, gelet op de omstandigheid dat de subsidie van het Rijk ongeveer eenderde van de inkomsten van de ondernemer uitmaakt. De OK vindt het illustratief dat de ondernemer op vragen van de or naar berekeningen van de beoogde effecten van de reorganisatie, heeft geantwoord dat diverse scenario’s zijn doorgerekend en dat de ‘organisatie mag verwachten dat bestuur, het managementteam, en de directie de juiste keuze maken’. Als het inderdaad zo is dat de ondernemer alternatieve scenario’s heeft bekeken, had zij de ondernemingsraad hier inzicht in moeten geven, evenals in de www.orinformatie.nl @informatief daarop gebaseerde afwegingen. Het feit dat er ruim de tijd is genomen voor het opstellen van het reorganisatieplan, en dat daarbij zowel aan ondernemerszijde als aan de zijde van de ondernemingsraad interne en externe deskundigen betrokken zijn, maakt dit niet anders. Een en ander heeft volgens de OK evenwel niet kunnen voorkomen dat de inhoud van de door de ondernemer aan de ondernemingsraad verstrekte informatie kort onvoldoende concreet was. De Ondernemingskamer legt om die reden aan de ondernemer de verplichting op om het reorganisatiebesluit in te trekken. Commentaar Deze zaak maakt duidelijk dat de beweegredenen die aan een adviesaanvraag ten grondslag liggen, van groot belang zijn. Indien de ondernemer begint met de beweegreden dat een ingreep nodig is vanwege forse aangekondigde bezuinigingen, heeft hij wat uit te leggen als hij het plan toch onverkort wil handhaven nadat duidelijk is geworden dat er minder bezuinigd wordt. Het is logisch dat het plan aangepast zou moeten worden aan de nieuwe randvoorwaarden. Het is dan aan de ondernemer om duidelijk te maken waarom hij een logische maatreCommentaar Op grond van artikel 16 WOR kan de or een deskundige uitnodigen om een ondernemingsraadvergadering bij te wonen (lid 1) of een schriftelijk advies uit te brengen (lid 3). Dit is een zelfstandige bevoegdheid die de ondernemer niet kan tegenhouden. Ook wat betreft de keuze van de deskundige is de or vrij. De verplichting om de aanbestedingsregels van de overheid te volgen staat niet in de wetgeving en jurisprudentie. Deze uitspraak lijkt mij correct, met het oog op de onafhankelijkheid van de or. Kantonrechter Den Haag, 21 juni 2012 Inge Hofstee is partner bij Boontje Advocaten te Amsterdam. gel niet heeft doorgevoerd. Dat is bepaald niet eenvoudig. Gerechtshof Amsterdam (OK), 12 juli 2012, LJN BX4170 Loe Sprengers is advocaat bij het Advokatenkollektief te Utrecht. OR informatie 10 | oktober 2012 ■ 37 Pagina 36

Pagina 38

Voor edities, online publicaties en studiegidsen zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een e-commerce shop in uw uitgaven.

OR informatie oktober 2012 Lees publicatie 29Home


You need flash player to view this online publication