Interview ‘Vragen stellen is zó belangrijk’ Onderzoek naar participatief gedrag in overlegsituaties Patrick Vermeulen, directeur van GITP Medezeggenschap, wijdde zijn proefschrift aan het gedrag van medewerkers in overlegsituaties. Hij constateert dat er grote onduidelijkheid bestaat over het doel van overleg en zelfs over de onderwerpen die worden besproken. Ook vindt hij dat het nut van overleg te weinig ter discussie staat. Door Take Ligteringen W aarom overleggen mensen binnen organisaties met elkaar? Doen ze dat om zienswijzen en ideeën te delen, werkwijzen op elkaar af te stemmen of beleid te evalueren? Of is overleggen een doel op zich? Vaak het laatste, zo concludeert Partick Vermeulen op basis van zijn promotie-onderzoek. De directeur van GITP Medezeggenschap onderzocht een groot aantal overlegsituaties – meestal werkoverleggen maar ook enkele ondernemingsraden – en dat resulteerde in het proefschrift Overleg: niet voor de vorm. Een veelzeggende titel. ‘De belangrijkste reden voor mijn onderzoek’, aldus Vermeulen, ‘is dat dat we steeds nieuwe overlegvormen verzinnen, waarbij we kennelijk denken dat zo’n nieuwe structuur tot succes zal leiden. De essentiële vraag waarom overleg wel of niet werkt, wordt daarbij niet beantwoord. Dat jeukte bij mij. Ik was benieuwd hoe het echt zat, en waarom overleg soms wel succesvol is en soms niet. Het verbaast me ook dat veel mensen zo tevreden zijn met de bestaande overlegvormen: iedereen zegt altijd dat we er vooral mee moeten doorgaan. Ik heb ook gemerkt dat er nogal wat verwarring kan ontstaan als je zegt dat je onderzoek doet naar de resultaten van overleg. Als ik er met mensen over praat, zeggen ze: “ja, maar overleg hoeft toch niet altijd iets op 18 ■ OR informatie 6 | juni 2012 ‘Overleg is kennelijk zo heilig dat je er niet aan mag tornen’ te leveren?” Ik geef weleens lezingen over dit onderwerp, en dan reageren mensen bijna als een stier op een rode lap als je over de opbrengst begint. Ik vind het wonderlijk dat overleg kennelijk zo heilig is dat je er niet aan mag tornen, terwijl een manager die een beleidswijziging doorvoert van iedereen te horen krijgt dat het allemaal veel te veel tijd kost. Als ik mensen vraag waarom ze overleg hebben, is het antwoord dat ik het meeste te horen krijg: omdat we dat altijd al hadden. Ik vind dat heel opvallend. Natuurlijk heeft overleg heel veel waarde, maar dan moet je het wel een beetje slim aanpakken. Binnen mijn eigen organisatie zie ik dat ook. Zoals in veel teams, stond ook hier bij het driewekelijkse overleg altijd het verslag van de vorige vergadering op de agenda. Het overleg duurde zo’n tweeëneenhalf uur, en mensen kwamen uit het hele land, van Dwingeloo tot Weert. Die mensen deden dus moeite om hier naartoe te komen, en vervolgens ging het eerste uur van het overleg op aan het bespreken van het verslag van de vorige vergadering. We hebben dat verslag dus inmiddels van de agenda geschrapt. De teambijeenkosten gebruiken we nu om inhoudelijke dingen uit te wisselen of om een spreker uit te nodigen. Na een half jaar heb ik mensen gevraagd of ze het bespreken van de vorige vergadering gemist hadden. Niemand had het gemist. Dat bedoel ik dus met niet voor de vorm overleggen: dat je niet bij elkaar komt omdat je dat altijd zo hebt gedaan.’ Het thema van je onderzoek is het participatieve gedrag van individuele werknemers in overlegsituaties. Wat bedoel je precies met participatief gedrag? ‘Dat mensen zich voorbereiden op een overleg, dat ze vragen stellen, dat ze anderen om hun mening vragen en dat ze hun eigen mening geven. Je kunt er nog meer zaken bij pakken, maar dit is volgens mij wel de kern. Een belangrijke vraag is hoe participatief gedrag gestimuleerd wordt, en hoe je er dus voor kunt zorgen dat mensen bepaald gedrag gaan vertonen.’ Waarom heb je specifiek gekeken naar participatief gedrag van individuen en niet naar de structuur eromheen? ‘Er was nog nooit onderzoek naar gedaan. Daarbij is de invloed van de organisatiestructuur op wat er feitelijk binnen het overleg gebeurt, helemaal niet zo groot. Je ziet bijvoorbeeld dat heel veel ondernemingsraden in de loop der tijd beter zijn gaan functioneren. Als een or goed functioneert, komt dat niet door wat de wetgever bedacht heeft maar door de mensen @informatief www.orinformatie.nl Pagina 17

Pagina 19

Scoor meer met een webshop in uw mailings. Velen gingen u voor en publiceerden club bladen online.

OR informatie juni 2012 Lees publicatie 26Home


You need flash player to view this online publication