die erin zitten, door de manier waarop die club zichzelf organiseert en omgaat met de klassieke kwesties: goed communiceren met de achterban en behoorlijk overleggen met het bestuur. Als aan die voorwaarden wordt voldaan, heb je al heel snel een goede or. En dat staat echt niet in de wet; het komt uit de mensen zelf. Dat heeft mijn onderzoek ook aangetoond: dat de menselijke rol heel belangrijk is voor het functioneren van de or. ’ Wat zie je verder als de belangrijkste conclusies uit het onderzoek? ‘Sommige dingen zijn bevestigd, andere niet. Persoonlijkheid blijkt een heel belangrijke factor te zijn bij de vraag of mensen wel of niet hun mond opentrekken. Dat vind ik ook een heel interessant thema voor verder onderzoek. Iets anders dat ik heel opvallend vind is dat mensen in alle overlegsituaties min of meer hetzelfde gedrag vertonen. De rol van al die www.orinformatie.nl @informatief vormkenmerken is helemaal niet zo groot als vaak gedacht wordt. Het idee dat je het overleg anders zou moeten structureren om er meer uit te halen, wordt met dit onderzoek heel hard onderuit gehaald. Wat ik verder opvallend vind, is het feit dat mensen die veel vragen stellen vaak veel positiever staan ten opzichte van het overleg. Naarmate er meer meningen gevraagd worden dan er worden gegeven, nemen de positieve effecten van het overleg toe. Heel verrassend. Dit onderzoek gaf me het idee om een boek te gaan schrijven over het stellen van vragen. Want vragen zijn zó belangrijk, en je hebt echt ‘De structuur van het overleg maakt eigenlijk niks uit’ mensen nodig die goede vragen stellen. Overigens is de vraag naar het waarom van het overleg ook heel belangrijk. Ik ben echt geschrokken van sommige dingen die ik tijdens mijn onderzoek tegenkwam, bijvoorbeeld dat de mensen die aan een overleg deelnemen zulke totaal verschillende ideeën hebben over wat ze daar aan het doen zijn. Ik kan me nog voorstellen dat je bij een overleg elk je eigen doel hebt, maar het is bijna niet te geloven dat mensen zó verschillend blijken te denken over de dingen die er feitelijk besproken worden. In bijna de helft van de gevallen blijkt dat de visies zó ver uit elkaar liggen dat ze bijna tegengesteld zijn. De ene zegt dat het overleg uitsluitend over de strategische problemen van de organisatie gaat, de andere zegt dat het uitsluitend over indivuele problemen van medewerkers gaat. Je zit dus in hetzelfde overleg zit maar je bent het in de verste verte niet eens over de vraag wat er nu feitelijk wordt besproken. Dat zegt volgens mij dat mensen vaak maar wat doen. Ze OR informatie 6 | juni 2012 ■ 19 Pagina 18

Pagina 20

Scoor meer met een webshop in uw verenigingsbladen. Velen gingen u voor en publiceerden sportbladen online.

OR informatie juni 2012 Lees publicatie 26Home


You need flash player to view this online publication