Or in beeld Jullie regels, niet de onze! Rechter bevestigt keuzevrijheid en zelfstandigheid or Mag de or bij een overheidsinstelling zelf uitmaken wie hij als extern adviseur aantrekt? Je zou zeggen: ja natuurlijk. Maar daarover kunnen meningen verschillen. De or van de gevangenis in Hoogeveen verdedigde zijn keuzevrijheid voor de rechter en nu ligt er een uitspraak die zijn stellingname ondersteunt. Door Herman Feddema Europese aanbestedingsregels Inhuren adviseur Or onderdeel van de Staat of niet? P eter Manning is voorzitter van de or van de Penitentiaire Inrichting Hoogeveen en Frits ten Brücke is secretaris. Beiden vertellen over een principieel geschil dat zij uitvochten met hun bestuurder. Ze benadrukken dat de or een goede relatie met deze bestuurder heeft, maar dat neemt niet weg dat uiteindelijk de rechter eraan te pas moest komen om de kwestie op te lossen. Het verhaal begon in 2010. Er moest toen een besluit worden genomen over een plaatsingsadvies en dat kwam ter tafel in een overlegvergadering met mevrouw Vink, bestuurder van de Penitentiaire Inrichting Hoogeveen. De or moest advies uitbrengen en wilde een externe deskundige inhuren om hem daarbij terzijde te staan. Volgens de bestuurder zou dit vallen onder het Europese aanbestedingsrecht. In Europees verband is afgesproken dat allerlei soorten opdrachten van overheden in de landen van de Europese Unie moeten openstaan voor opdrachtnemers uit de gehele unie. Daar moet dan een De beschikking van de kantonrechter staat als pdf-bestand op de website van OR informatie. Ga naar de service ‘Downloads’ en zoek ‘Uitspraak kantonrechter inzake inkoop juridische bijstand’. 28 ■ OR informatie 7 | juli 2012 openbare aanbestedingsprocedure voor in gang worden gezet. Daarom zou de ondernemingsraad volgens mevrouw Vink zijn deskundigheid moeten inhuren via een ambtelijke dienst die in goed Nederlands het Shared Service Centre Dienst Justitiële Inrichtingen (SSCDJI) heet. De or was het daar hartgrondig mee oneens. De leden van de ondernemingsraad vonden dat hun raad geen deel uitmaakte van de Nederlandse Staat en dat zij daarom niet waren gebonden aan de aanbestedingsregels van de Europese Unie. Onverbiddelijk jargon Manning en Ten Brücke voelden dat er er iets niet klopte. Volgens de Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de or vrije keuze bij het aantrekken van adviseurs. Dat recht zou op deze manier ernstig worden beperkt. De or-leden wilden gewoon vrij zijn om de best gekwalificeerde adviseur in huis te halen. Eind maart 2010 liet de ondernemingsraad de bestuurder dan ook per brief weten dat hij het er niet mee eens was dat de Europese aanbestedingsregels hier van toepassing zouden zijn, maar ging – zonder afstand te doen van rechten – wel akkoord met het vragen van drie offertes. Daarop verzocht het shared service centre het advocatenkantoor De Voort Hermes De Bont om een offerte uit te brengen. In het ietwat onverbiddelijke jargon dat ambtenaren soms hanteren stelt de brief: U dient in uw offerte te beschrijven hoeveel ervaring u met medezeggenschap heeft binnen de publieke sector en hoeveel zaken u in 2010 hebt uitgevoerd voor ondernemingsraden in de publieke sector. Onderdeel van de beschrijving dient te zijn hoeveel jaar ervaring u hebt met medezeggenschap binnen de publieke sector en het aantal juristen die (sic) bij u in dienst zijn en ervaring hebben met medezeggenschap binnen de publieke sector. Daar zou zelfs het meest ervaren advocatenkantoor zich bij achter de oren krabben, maar DVHDB en de or lieten zich niet uit het veld slaan en het kantoor werd ingehuurd om de or juridische ondersteuning, advies en bijstand te geven. In november 2011 vroeg de or de Bedrijfscommissie voor de Overheid om advies over de aanbestedingskwestie. Het antwoord kwam in februari dit jaar. De commissie stelde dat de ondernemingsraad een zelfstandig orgaan is dat niet gebonden is aan de aanbestedingsregels van en voor de overheid en dat de stellingname van de bestuurder geen steek houdt. Dat lijkt allemaal tamelijk heftig, maar Manning en Ten Brücke benadrukken allebei dat intussen de verhouding met de bestuurder goed te noemen was en dat de gesprekken over deze en andere zaken gekenmerkt werden door wederzijds begrip. Ook de bestuurder zelf heeft daar later bij de rechter op gewezen. Niettemin kun je aimabel met elkaar omgaan en toch een zakelijk verschil van mening hebben over een principezaak als deze. Dat bleek ook wel, want de bestuurder liet het er niet bij zitten en wendde zich tot de kantonrechter. Geen rechtspersoonlijkheid De Staat der Nederlanden (want daar maakt de bestuurder deel van uit) verzocht de rechter op grond van artikel 36 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) de ondernemingsraad te dwingen om te handelen volgens de Europese aanbestedingsregels, de (Nederlandse) comptabiliteitswet en de departementale aanbestedingsregels. Er zou dan om drie offertes moeten worden gevraagd. Op die manier, vond de Staat, zou de keuzevrijheid van de or om extern advies in te winnen blijven bestaan en op geen en@informatief www.orinformatie.nl Pagina 27

Pagina 29

Heeft u een artikel, pagegangster of web kranten? Gebruik Online Touch: brochure digitaal bladerbaar publiceren.

OR informatie juli 2012 Lees publicatie 27Home


You need flash player to view this online publication