Professor Rienk Goodijk onderzoekt bestuurlijke problemen Falend toezicht? De IJsselmeerziekenhuizen, InHolland en Vestia: we kennen deze organisaties vooral door ernstige problemen in het bestuur en toezicht. Ze hebben de maatschappij wakker geschud. Maar zijn het incidenten geweest of is er sprake van een structureler probleem? Prof. dr. ir. Rienk Goodijk ging op zoek. Door Marion Winnink Niet goed nagedacht Terugtreden overheid Verouderde opvattingen I n zijn nieuwste boek gaat Rienk Goodijk op zoek naar de achtergronden van de problemen in de zorg, het onderwijs en bij woningcorporaties. Hij ergerde zich aan de zwarte pieten die her en der werden uitgedeeld door mensen die niet precies begrepen wat de oorzaken waren van de problemen. Goodijk onderzocht de gang van zaken bij de IJsselmeer ziekenhuizen, zorgcentra De Betuwe, Sherpa en Zonnehuizen, woningcorporaties Rochdale, Woonbron, WSG, De Key, SGBB en Vestia, hogeschool InHolland, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool van Amsterdam en Windesheim. Patroon Volgens Goodijk is de kern van het probleem dat er in de jaren negentig niet goed is nagedacht over de invoering van marktwerking in de semipublieke sector, en over het bijbehorende toezicht. Het model van de raad van commissarissen uit het bedrijfsleven is klakkeloos gekopieerd, maar de wereld van de gezondheidszorg, hogescholen en woningcorporaties is vele malen complexer. Als de schandalen naast elkaar worden gelegd, tekent zich een patroon af. De overheid trekt zich terug en heeft niet meer helder op het netvlies wat haar betrokkenheid is, ambtenaren moeten als ondernemers gaan denGoodijk, Rienk, Falend toezicht in semipublieke organisaties? Zoeken naar verklaringen. 2012, Van Gorcum, 9789023250067. 30 ■ OR informatie 7 | juli 2012 ken en werken, er is een wirwar aan codes en regelgeving, externe toezichthouders weten niet goed meer wat hun bevoegdheden zijn, interne toezichthouders weten niet wiens belangen zij vertegenwoordigen (die van de clienten, huurders, leerlingen of van de onderneming) en kampen met een achterstand in informatie. Er is te weinig countervailing power en te weinig interactie met stakeholders als de ondernemingsraad, cliëntenraad, medezeggenschapsraad, bewoners en dergelijke. Verder signaleert Goodijk dat de opvattingen ten aanzien van het toezichthouderschap verouderd zijn. Het klassieke idee dat een toezichtbaan iets is dat je er even bij doet en dat het je niet meer tijd kost dan vijf à zes vergaderingen per jaar is inmiddels achterhaald. Het werk van een raad van toezicht wordt onderschat. Het gaat om complexe organisaties, met complexe producten en niet iedereen is daar op toegerust. De huidige toezichthouders bemoeien zich niet met de strategie van de instelling, omdat ze denken dat ze dan teveel op de stoel van de bestuurder zitten en dat is not done, maar in het huidige tijdperk wordt dat juist wel van een toezichthouder verlangd. Daarnaast mag de samenstelling van de RvT wel wat diverser. De raden tellen, volgens Goodijk, veel managers met financiele en juridische kennis die echter te weinig weten van de processen bij de genoemde maatschappelijke ondernemingen. Hij pleit er dan ook voor om in versneld tempo meer vrouwen, jongeren en allochtonen op te nemen in de raden van toezicht. Het schort volgens hem nu nog teveel aan kritische, goed geïnformeerde en evenwichtige RvT’s. Verdere professionalisering, betere profilering naar buiten toe en een steviger verantwoording richting overheid en stakeholders zijn noodzakelijk, aldus Goodijk. Het idee dat een toezichtsbaan iets is dat je er even bij doet, is achterhaald Niet blindstaren De hoogleraar vindt het nog te vroeg om nu al te concluderen dat de verzelfstandiging van de zorg, de huisvesting en het onderwijs te ver is doorgeschoten en dat deze instellingen daarom weer onder de invloed van de overheid zouden moeten worden gebracht; dat we terug moeten naar het oorspronkelijke bestuursmodel of dat we beter kunnen kiezen voor een one tier board in het semipublieke domein. Hij ziet liever dat we de semipublieke ondernemingen de ruimte gunnen om hun verantwoordelijkheid gestalte te geven. Tenslotte wijst Goodijk er op dat we ons niet moeten blindstaren op de uitwassen. Er zijn ook situaties waar het toezicht wel goed presteert. Hij ziet dat bijvoorbeeld bij Philadelphia of Aveleijn, waar de governance aanmerkelijk verbetert. Ook krijgt hij signalen dat het interne toezicht bij diverse ondernemingen meer proactief betrokken is en vanuit een eigen visie en op basis van ijkpunten beleid stimuleert en beoordeelt, risico’s bewaakt en/of kaders hanteert voor een actief stakeholderbeleid. Kortom, we moeten alert zijn en het de tijd geven. @informatief www.orinformatie.nl Pagina 29

Pagina 31

Voor clubmagazines, online folders en onderwijsmagazines zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw artikelen.

OR informatie juli 2012 Lees publicatie 27Home


You need flash player to view this online publication