Interview Mark van Twist voorziet nieuwe rijksdienst Over de band gespeeld De rijksdienst staat aan de vooravond van een ingrijpende en onontkoombare structuurwijziging, waarvoor de eerste fundamenten al gelegd zijn. Ambtelijke organisaties zullen vloeibaarder worden, ambtenaren flexibeler en breder inzetbaar. Dat voorspelt Mark van Twist, die onlangs na acht jaar hoogleraarschap in Nijmegen aantrad als professor bestuurskunde aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit. Een vraaggesprek. Door Take Ligteringen U beweert dat onze huidige rijksdienst zijn langste tijd heeft gehad en u stelt een alternatief model voor. Wat is het probleem precies? ‘Gelukkig is niet het startpunt van elke ontwikkeling dat er een probleem is. De rijksdienst heeft permanent onderhoud nodig, want de organisatie weerspiegelt voortdurend het antwoord op de vragen van gisteren en nooit op die van morgen. In die zin is er altijd reden om nog eens goed naar de structuur te kijken. Maar ik weet niet of je kunt zeggen dat er een enorm probleem is. Er zijn wel maatschappelijke vraagstukken die niet zo goed passen in de bestaande structuur van de rijksdienst waarin alles via de departementale indeling is afgebakend. Je kunt bijvoorbeeld denken aan terrorisme, of de huidige problematiek met de jeugd. Er zijn allerlei kwesties die niet goed passen binnen het werkveld van één departement. De rijksdienst moet bovendien steeds meer zaken oppakken in samenwerking met externe partijen binnen en buiten de overheid. Dan kun je je afvragen of de huidige grenzen niet veel te beperkend zijn voor de manier waarop je dingen wilt aanpakken.’ U zegt in feite dat de rijksdienst continu achter de feiten aanloopt. Is dat een gegeven of valt er iets aan te veranderen? ‘De organisatie die we nu kennen is een stolling van de antwoorden op de problemen van gisteren. Dat zal nooit veranderen. Maar je kunt het wel zo organiseren dat het eenvou24 ■ OR informatie 3 | maart 2010 diger wordt om de organisatie af te stemmen op veranderende omstandigheden. Daar zijn ook twee goede redenen voor: maatschappelijke vraagstukken en politieke prioriteit. Je ziet dat maatschappelijke vraagstukken zich snel ontwikkelen. Neem de Q-koorts, of de vraag of het klimaatprobleem eigenlijk wel bestaat. Je moet als rijksdienst snel op vraagstukken kunnen inspelen én op wijzigingen in de politieke constellatie. Een minister is nu toch vooral passant. Die komt binnen in een bestaande organisatie, gaat na vier jaar weg en de organisatie blijft bestaan. Dat kan leiden tot een soort logica waarin de ambtelijke organisatie haar eigen agenda heeft. Dan denkt zo’n ambtenaar: als ik het nu niet voor elkaar krijg, probeer ik het over een paar jaar opnieuw bij de volgende minister. In mijn visie komt het neer op het zoeken naar een goede balans, waarin ambtenaren niet slechts loyaal en dienstbaar zijn aan het beleidsveld, de collega’s, de organisatie en het beleid, maar zeker ook aan de politieke prioriteiten van de minister.’ maat geldt en de ambtenaren loyaal behoren te zijn aan de bewindslieden. Het zou toch een rare gedachte zijn dat we weliswaar ministers hebben met wisselende politieke voorkeuren, maar dat het toch maar goed is dat die ambtenaren hetzelfde blijven doen wat ze altijd al deden. Ik zou het een vergissing vinden om te zeggen dat er continuïteit moet zijn als een minister er ook na interne ambtelijke tegenspraak van overtuigd is dat wisseling van beleid noodzakelijk is.’ ‘Het weerspiegelt het antwoord op vragen van gisteren, nooit op vragen van morgen’ Maar krijg je dan niet een organisatie die zich te veel laat leiden door de waan van de dag, zoals ook de politiek wel wordt verweten? Vandaag is het de Q-koorts, morgen weer iets anders. Gaan de ambtenaren dan gewoon mee in al die incidentenpolitiek? ‘Ik begrijp wel dat ambtenaren er ook zijn voor de continuïteit en de onverstoorbaarheid, maar wat betreft de beleidskant van hun werk is het hun taak om de politiek te bedienen. De politieke sensitiviteit op de departementen kan wat mij betreft wel wat omhoog. Ambtenaren zouden veel dichter tegen de wisselingen van het politieke bestuur aan moeten gaan zitten. Op dit moment is er maar één politiekstrategische adviseur die per minister wisselt, en dat is de politiek assistent. Dat is de enige ambtenaar die zich gebonden weet door persoonlijke trouw en bij wie partijpolitieke loyaliteit voorop staat. In het buitenland is dat heel anders: op het moment dat president Obama aantreedt, neemt hij voor een deel zijn eigen ambtenaren mee.’ Maar zijn ambtelijke organisaties niet juist belangrijk voor de continuïteit in het beleid, en daarmee voor de stabiliteit? ‘Absoluut. Stabiliteit en continuïteit zijn belangrijk, maar de overheid is natuurlijk wel een organisatie waar het politieke priIn de Verenigde Staten is de klassieke klacht juist dat de beleidsoverdracht van de ene naar de andere regering altijd zo vreselijk slecht wordt geregeld. Dat krijg je dus blijkbaar als je zo zwaar gaat inzetten op persoonlijke en politieke loyaliteit. ‘Dat zijn mooie dreigverhalen. Klachten zijn er overal, ook in Amerika. Nogmaals: het gaat om balans. Wij hebben één politiek assistent per minister. Eén! In Washington www.orinformatie. Pagina 23
Pagina 25Scoor meer met een e-commerce shop in uw maandbladen. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs catalogi online.
Or informatie, maart 2010 Lees publicatie 13Home