Serie: beter functioneren Inhoudelijke meningsvorming tijdens vergaderingen Zoveel hoofden, zoveel zinnen Elke or bestaat uit meerdere personen. Dat is een kracht, maar ook een zwakte. Vaak bepalen enkele leden de meningsvorming van de groep. En ook als het voorbereidend werk in werkgroepen of commissies gebeurt, zijn het vaak dezelfde mensen die de toon zetten. Standpunten worden daardoor niet alleen eenzijdiger, ook zijn er maar weinig leden die ze kunnen beargumenteren en verdedigen. In dit artikel aandacht voor het belang van de inhoudelijke meningsvorming tijdens de eigen vergaderingen. Door Hans Heerings en Theo van Leeuwen ■ Vragen stellen ■ Criteria en doelen ■ Effectief vergaderen A rgumenten, standpunten, meningen hebben alleen waarde als de ondernemingsraad ze zelf ontwikkelt, toetst en bijstelt. Dat begint inderdaad bij individuele meningsvorming, maar die wordt pas interessant als zij – al dan niet gewijzigd – deel gaat uitmaken van een gezamenlijk or-standpunt. De eigen vergadering is dé plek waar de raad zich inhoudelijk en tactisch voorbereidt op het overleg met de bestuurder en anderen. Maar hoe doe je dat als je zelfs niet precies weet wat erop je afkomt? Hoe zorg je ervoor dat ieders kennis en kwaliteiten een bijdrage Beter functioneren Dit artikel is de tweede van een serie van vijf waarin op oorspronkelijke wijze tegen het dagelijkse functioneren van or’s wordt aangekeken. Vertegenwoordiging én beïnvloeding staan centraal bij de suggesties die worden aangedragen om dat functioneren te verbeteren. De prikkelende stellingnames nodigen uit tot verdere discussie. leveren aan het geheel? Hoe voorkom je dat enkele leden de mening van het collectief bepalen? Hoe ga je om met tegenstellingen, verkapte vragen of regelrechte oplossingen? Vragen Of de or nu vroeg of laat lucht krijgt van een plan van de directie, de reactie is bijna altijd hetzelfde: we willen meer informatie; we willen er meer van weten. Vragen stellen is een makkelijke en veilige weg waarmee het veel lastigere meningsvorming-in-eengroep maar al te vaak wordt uitgesteld. De kwestie wordt dus op de agenda van de overlegvergadering geplaatst. En tijdens die vergadering bestookt de or de bestuurder met vragen waarop vaak geen bevredigend antwoord komt. Soms omdat de bestuurder de antwoorden nog niet heeft. Soms omdat hij niet zeker is van de antwoorden en daar niet op vastgepind wil worden. Hij belooft plechtig dat meer informatie volgt zo gauw die beschik38 ■ OR informatie 3 | maart 2010 Sommige or’s hebben het stellen van vragen tot een kunst verheven Criteria Als een directie plannen maakt, bijvoorbeeld voor een reorganisatie, dan is dat meestal vanwege aanwezige of dreigende problemen. Omzetdaling, te hoge kosten, noem maar op. Er worden doelen gesteld, zoals continuïteit, beperken van verliezen en dergelijke. En er www.orinformatie. baar is. Naarmate de tijd vordert, wordt er inderdaad langzaam meer bekend. En elke keer leidt dat tot nieuwe of herhaalde vragen, liefst schriftelijk. Sommige or’s hebben het stellen van vragen en het opvragen van gegevens tot een kunst verheven. Dankbaar maken zij gebruik van de talloze checklists die op het internet te vinden zijn en die de verschillende aspecten van het onderwerp uiteenrafelen in nog meer aandachtspunten waarover verdere vragen kunnen worden gesteld. Die vele vragen dwingen de bestuurder zijn plannen goed te onderbouwen. Dat is de positieve kant van deze aanpak. Het draagt waarschijnlijk bij aan de degelijkheid van de besluitvorming. Maar de opgevraagde informatie en gegevens brengen een or niet dichterbij een eigen standpunt. En dat is toch een noodzakelijke voorwaarde voor beïnvloeding, voor medezeggenschap. De bestuurder die zijn handen vrij wil houden, stuurt zijn ondernemingsraad netjes alle antwoorden en stapels gegevens. Dan loopt deze even niet in de weg, want hij heeft zijn tijd hard nodig om de informatie te lezen en te begrijpen. Het is een misvatting dat een or veel informatie nodig heeft om invloed te kunnen uitoefenen. Dat denkbeeld komt voort uit de schijnbaar logische stelling dat men pas een mening of standpunt kan bepalen als min of meer uitputtende informatie over het onderwerp is verkregen. Die stelling is meestal andersom geldig. Naarmate men minder informatie en gegevens heeft, kan men mak kelijker en objectiever een mening of standpunt bepalen. Pagina 37

Pagina 39

Interactieve web nieuwsbrief, deze catalogus of pdf is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het converteren naar een digitale publicatie van eonderwijs catalogi.

Or informatie, maart 2010 Lees publicatie 13Home


You need flash player to view this online publication