Jurisprudentie Afvloeiingsregeling is geen beloningsregeling De kantonrechter in Haarlem heeft geoordeeld dat een afvloeiingsregeling voor zogeheten sleutelfunctionarissen niet valt onder het instemmingsrecht van art. 27, lid 1 sub c of e WOR. De Raad van Commissarissen maakt een regeling om te voorkomen dat een aantal sleutelfunctionarissen de onderneming verlaat of wordt weggekocht in verband met de voorgenomen privatisering. In hun arbeidsovereenkomsten is daarom een additionele bepaling opgenomen. De werknemer van wie de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd, kan binnen 24 maanden na een change of control-aanspraak maken op een extra schadeloosstelling bovenop de gebruikelijke afvloeiingsregeling. De centrale ondernemingsraad (cor) roept de nietigheid van de regeling in omdat geen instemming is gevraagd en hij verzoekt de bedrijfscommissie te bemiddelen. Die oordeelt dat het slechts gaat om de puur juridische vraag of er al dan niet sprake is van een regeling in de zin van art. 27 WOR, zodat voor bemiddeling geen plaats is. De cor wendt zich vervolgens tot de kantonrechter in Haarlem. Visie cor De cor meent dat er sprake is van een voorgenomen besluit tot vaststelling van een beloningsregeling of een regeling op het gebied van het ontslagbeleid. Verder gaat het om een groep van achttien in de onderneming werkzame personen. De regeling schept nieuwe verhoudingen tussen groepen werknemers en is voor herhaling vatbaar. Volgens de onderneming betreft het een arbeidsrechtelijke afspraak over een extra schadeloosstelling voor de achttien individuele werknemers (van de in totaal 14.600 werknemers), en is het geen besluit van algemene strekking dat voor herhaalde toepassing vatbaar is. Het betreft ook niet een wijziging van een bestaand systeem of bestaand beleid op het gebied van secundaire arbeids voorwaarden. Oordeel De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake van een beloningsregeling of van een besluit betreffende de vaststelling van een ontslagbeleid. De betreffende sleutelfunctionarissen zijn werkzaam op verschillende afdelingen en op verschillende niveaus. Binnen die afdelingen zijn ook functionarissen werkzaam aan wie de regeling niet is aangeboden. Daarom kan niet worden gesproken van een min of meer omlijnde groep personen voor wie een regeling in het leven is geroepen. Er is dus geen sprake van een regeling die ziet op een groep van in de onderneming werkzame personen. De regeling valt daarmee buiten de werkingssfeer van art. 27. Commentaar Als er sprake is van een regeling die betrekking heeft op een relatief kleine groep werknemers die geen min of meer omlijnde Compensatie voor versobering Een gemeente wil bepaalde taken privatiseren en de betreffende ambtenaren laten overgaan naar een bv. De gemeente stelt hiervoor eenzijdig een sociaal plan op. De or adviseert negatief en stapt naar de Ondernemingskamer. De Dienst Stadstoezicht van de gemeente houdt zich onder meer bezig met het legen van parkeerautomaten. Het voornemen bestaat om dergelijke taken te privatiseren. Daarvoor is een bv 42 ■ OR informatie 3 | maart 2010 opgericht, waarvan de aandelen vooralsnog in overheidshanden zijn. De ambtenaren zullen overgaan naar die bv, waarop de cao Particuliere Beveiliging van toepassing zal zijn. De gemeente heeft over een sociaal plan geen overeenstemming met de vakbonden bereikt en het plan eenzijdig vastgesteld. De or heeft negatief geadviseerd. Ondernemingskamer De or vindt dat er geen verplichting is voor de gemeente om te privatiseren. De Ondernemingskamer (OK) stelt dat de or de grondslagen van het principebesluit niet heeft aangevochten. De raad betwist niet dat een aantal stadsdelen de voorkeur geeft aan Chris Nekeman is advocaat bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam groep vormen, wordt deze waarschijnlijk niet aangemerkt als een besluit in de zin van art. 27. In deze casus speelde volgens de kantonrechter een belangrijke – en daarmee doorslaggevende – rol dat de achttien werknemers op verschillende afdelingen werkzaam waren en op verschillende niveaus binnen de organisatie. De ondernemingsraad, en dus ook de cor, kan zijn standpunten en voorstellen voor zo’n regeling wel aan de ondernemer kenbaar maken op grond van art. 23. K antonrechter Haarlem, 16 november 2009 marktconforme dienstverlening en de vrijheid heeft daarvoor private partijen in te schakelen. Evenmin betwist de or dat door het (dreigende) wegvallen van een aantal grote klanten het voortbestaan van Stadstoezicht meermalen in gevaar is gebracht. De raad heeft bezwaren tegen versobering van arbeidsvoorwaarden. De ondernemer echter beroept zich op de overgangsregeling in het sociaal plan. Er is sprake van een aanvulling op het salaris gedurende gemiddeld negen jaar. Deze regeling dekt daarmee voor het merendeel van de medewerkers de periode af tot www.orinformatie. Pagina 41

Pagina 43

Interactieve digi-krant, deze krant of catalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal maken van web maandbladen.

Or informatie, maart 2010 Lees publicatie 13Home


You need flash player to view this online publication