.nl Wijziging bonusregeling instemmingsplichtig Een ondernemer besluit de bonusregeling voor een groep werknemers te veranderen, zodat ook aan anderen een bonus uitgekeerd kan worden. Hiervoor wordt geen instemming gevraagd. De or onderneemt geen actie, een werknemer wel. In de arbeidsovereenkomst van werkneemster H. is een variabele beloning opgenomen van maximaal twintig procent van het totale vaste inkomen. Tevens is bepaald dat de directie het recht heeft de arbeidsvoorwaarden naar eigen inzicht te wijzigen en/ of aan te vullen, na overleg met de or met inachtneming van de WOR. Het management besluit begin 2009 om het percentage voor de groep werknemers waartoe H. behoort te beperken tot zeventig procent en de aldus ontstane ruimte ten goede te laten komen aan andere groepen werknemers die anders geen uitkering zouden krijgen. Deze beslissing is wel besproken met de or, maar daarvoor is geen instemming of advies gevraagd. De or betreurt deze gang van zaken, maar onderneemt geen verdere stappen. De or constateert dat de huidige systematiek tot ongewenste uitkomsten leidt en heeft er begrip voor dat de onderneming nu met bijzondere omstandigheden te maken heeft. De bonus van werknemer H. is als gevolg van deze ingreep gekort met een bedrag van 5.974 euro. H. vordert bij de rechter betaling van dit bedrag. Solidariteit De ondernemer voert als verweer dat de bonusregeling na overleg met de or is aangepast, omdat deze bij onverkorte toepassing zou leiden tot een volstrekt onevenwichtige bonustoekenning over de diverse personeelsleden. Van H. zou, evenals van het merendeel van de werknemers, solidariteit mogen worden verwacht. Oordeel Het standpunt van H. is naar het voorlopig oordeel van de rechter juist. De bonusregeling is een winstdelingsregeling in de zin van art. 27, lid 1a van de WOR. Een wijziging daarin is instemmingsplichtig, tenzij het gaat om de hoogte van de beloning. Weliswaar is de hoogte van de beloning voor H. gewijzigd, maar deze vindt haar grondslag in de wijziging van de systematiek van de winstdelingsregeling. Het wijzigen van de verdeelsleutel betreft ook de verdeling daarvan over het personeel en is bij een gelijkblijvend bedrag aan totaal te betalen bonusbedragen een wijziging in de systematiek. H. kan geen rechtstreekse aanspraak ontlenen aan het niet nakomen van de verplichtingen uit de WOR. Maar nu in het wijzigingsbeding uitdrukkelijk is bepaald dat aanpassing en wijzigingen niet eerder kan worden ingevoerd dan na overleg met de or, kan dat wel. Hiermee zijn de WOR-regelingen geïncorporeerd in de arbeidsovereenkomst. Commentaar Deze uitspraak is een mooi voorbeeld van hoe de werknemer individueel kan afdwingen dat de WOR wordt nageleefd. De or vond het niet nodig om naar de rechter te gaan om het instemmingsrecht af te dwingen, maar de werknemer kon zich wel verzetten tegen de korting op de bonus die zonder de vereiste instemming was ingevoerd. Daarbij speelde ook de invoering met terugwerkende kracht. Kantonrechter Rotterdam, 13 november 2009 Guus Heerma van Voss is hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden aan hun pensionering. Tevens bevat het sociaal plan een waarborg tegen boventalligheid. Onder deze omstandigheden is er geen sprake van een zodanige achteruitgang van arbeidsvoorwaarden dat de ondernemer niet in redelijkheid tot het besluit had kunnen komen. De klacht dat de medezeggenschap bij de bv in de periode vóór oprichting van een or onvoldoende gewaarborgd is, redt het ook niet. De ondernemer stelt dat al voorbereidingen voor instelling van een or bij de bv zijn getroffen en dat die or binnen vier à vijf maanden na de verzelfstandiging in funcwww.orinformatie.nl tie kan zijn. Tevens zegt hij toe dat besluitvorming door de bv zoveel mogelijk wordt aangehouden totdat er een or is. Dat met deze gang van zaken de medezeggenschapsrechten op onaanvaardbare wijze worden aangetast, kan niet worden volgehouden. Het verzoek van de or wordt afge wezen. Commentaar De or heeft alle registers opengetrokken tegen het besluit. De noodzaak en de vormgeving van het besluit is aangevochten. De bezwaren van de or schoten tekort omdat de redenen die de ondernemer aanvoert om het besluit te nemen, niet onaannemelijk zijn. De norm is niet dat de ondernemer het besluit alleen maar mag nemen als hij niet anders kan, maar of hij zijn beweegredenen voldoende aannemelijk maakt, afgezet tegen de bezwaren van de or. Daarbij moet deze goed opletten dat hij die bezwaren ook in zijn advies opneemt. Een verslechtering in arbeidsvoorwaarden is acceptabel als de gevolgen op een redelijke manier worden opgevangen. De getroffen overgangsregelingen zijn volgens de Ondernemingskamer afdoende. Daarmee troffen alle bezwaren van de ondernemingsraad geen doel. Ondernemingskamer, 10 december 2009, LJN BK8298 Loe Sprengers is advocaat bij het Advokatenkollektief en hoogleraar aan de Universiteit Leiden OR informatie 3 | maart 2010 ■ 43 Pagina 42

Pagina 44

Interactieve digi-jaarverslag, deze reclamefolder of spaarprogramma is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online bladerbaar maken van digi studiegidsen.

Or informatie, maart 2010 Lees publicatie 13Home


You need flash player to view this online publication