Medezeggenschap in concernverband Is moeders wil wet? Wat is de rol van de or als een moederonderneming (aandeelhouder) besluit om een Nederlandse dochter te sluiten of daar een reorganisatie door te voeren? Moet in een dergelijk geval aan de or van de Nederlandse dochter advies worden gevraagd? En komt de or instemmingsrecht toe met betrekking tot een besluit van de moeder ten aanzien van de wijziging van het beloningssysteem bij de dochter? En stel dat bij een holding een besluit wordt genomen dat een dochteronderneming niet direct betreft, maar wel gevolgen voor haar heeft. Kan de or van de dochter dan optreden tegen het besluit van de holding of is dit nu eenmaal de macht van de moeder? Door Inge Hofstee en Olivier Woerde ■ Toerekening en medeondernemerschap ■ Juiste criteria vaststellen ■ Laat je niet buitenspel zetten B ovengenoemde vragen kunnen worden gesteld bij situaties die zich voordoen binnen concernverhoudingen. In de rechtspraak zijn twee figuren ontwikkeld om aan eventuele ongewenste gevolgen tegemoet te komen, namelijk toerekening en medeondernemerschap. Het doel van dit artikel is om situaties waarbij toerekening en medeondernemerschap kunnen voorkomen te herkennen en om ervoor te zorgen dat de ondernemingsraad niet onnodig buitenspel komt te staan. Verschil Bij toerekening is er sprake van een situatie waarbij de moederonderneming (de aandeelhouder) een besluit neemt dat rechtstreeks bij de dochteronderneming ingrijpt. Bijvoorbeeld het besluit van de buitenlandse moeder om een Nederlandse vestiging te sluiten. In de praktijk komt het regelmatig voor dat de Nederlandse bestuurder zich in dat geval op het standpunt stelt dat zijn or niet om advies 20 ■ OR informatie 4 | april 2010 hoeft te worden gevraagd, omdat het besluit niet door hem is genomen. Je kunt dan het standpunt innemen dat het besluit van de moeder wordt toegerekend aan de dochter. Daarmee wordt bereikt dat de dochteronderneming vervolgens advies moet vragen aan zijn ondernemingsraad. Door een beroep te doen op toerekening kun je er dus voor zorgen dat het adviesrecht van de or niet gemakkelijk wordt omzeild. Medeondernemerschap lijkt enigszins op toerekening. Er is echter wel een heel belangrijk verschil. Medeondernemerschap is namelijk aan de orde als een ander dan de ondernemer het besluit neemt. Het besluit van deze derde heeft echter wel zodanige gevolgen voor de onderneming waar de ondernemingsraad is ingesteld, dat deze derde in feite wordt geacht de onderneming mede in stand te houden. Hoewel deze leerstukken sterk met elkaar verwant lijken, is er dus een duidelijk onderscheid te maken tussen toerekening en medeondernemerschap. In de kern speelt toerekening een rol bij besluiten van de aandeelhouder. Met een geslaagd beroep op toerekening, kan de ondernemer zich dan niet verschuilen achter de stelling dat een ander heeft besloten? Medondenemershap aan de ander kant geeft antwoord op de vraag of een derde partij feitelijk ook als ondernemer optreedt en daarmee als medeondernemer kan worden beschouwd. Als dit inderdaad het geval is, dan kan deze derde partij naast de oorspronkelijke ondernemer als medeondernemer in een procedure worden betrokken. Heuga-arrest Voorkom dat het adviesrecht van de or kan worden omzeild De figuren van toerekening en medeondernemerschap zijn ontwikkeld in de rechtspraak. De eerste uitspraak is van de Hoge Raad en dateert uit 1994. Het betreft het zogeheten Heuga-arrest. In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat er zowel sprake was van toerekening als van medeondernemerschap. Hoe kan dat? Heuga Holding was enig aandeelhouder van een aantal ondernemingen. Eén van deze ondernemingen was Heuga Nederland. Van alle ondernemingen waar Heuga Holding aandeelhouder was, was alleen bij Heuga Nederland een or ingesteld. Bij Heuga Holding gold het structuurregime. Op een gegeven moment is Heuga Holding verkocht aan Interface en werd besloten het structuurregime af te schaffen door middel van een statutenwijziging. Deze afschaffing zou gevolgen hebben voor de verdeling van de bevoegdheden binnen Heuga Nederland. De or van Heuga Nederland nam daarom het standpunt in dat hij adviesrecht had met betrekking tot de statutenwijziging (art. 25, lid 1e WOR). Zowel Heuga Nederland als Heuga Holding namen het standpunt in dat aan de or geen adviesrecht toekwam. De or ging in beroep bij de Ondernemingskamer en betrok zowel www.orinformatie. Pagina 19

Pagina 21

Voor catalogussen, online handleidingen en gebruiksaanwijzingen zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw uitgaven.

OR informatie, april 2010 Lees publicatie 14Home


You need flash player to view this online publication