.nl Gabi geeft antwoord Advocaat Gabi Stouthart geeft antwoord op vragen op het gebied van medezeggenschap die ze in de praktijk tegenkomt. Gabi Stouthart is advocaat bij het Advokatenkollektief Utrecht Wanneer eindigt het or-lidmaatschap ? Een klein deel van de in onze onderneming werkzame personen wordt vanwege een reorganisatie gedetacheerd bij een andere onderneming. Nu treft deze maatregel ook één van onze or-leden. Kan zij nog wel zitting blijven nemen in onze or? Ja, detachering maakt geen einde aan het or-lidmaatschap. Ook als iemand gedetacheerd is, behoort die nog tot de werkzame personen van de onderneming (van waaruit zij is gedetacheerd). Dit is anders als het or-lid vrijwillig ontslag zou nemen als or-lid. Zolang dat echter niet gebeurt, maakt het geen verschil en kan zij gewoon blijven zitten. Het or-lidmaatschap eindigt als de arbeidsovereenkomst van een or-lid definitief wordt beëindigd en er geen nieuw contract wordt aangeboden, of als een or-lid met pensioen gaat. In die gevallen is het or-lid niet meer werkzaam in de onderneming en gelden in beginsel geen medezeggenschapsrechten meer. Wanneer het or-lidmaatschap eindigt, betekent dat uiteraard ook het einde van een eventueel lidmaatschap aan andere medezeggenschapsorganen, zoals de cor of de gor. In onze or zit een persoon die volgens de meerderheid slecht functioneert. Hij gaat geheel zijn eigen gang, schendt de geheimhoudingverplichting, spreekt negatief over de or en praat openlijk over maatregelen die de ondernemer misschien gaat nemen. Dit zorgt voor onrust onder het personeel. Daardoor twijfelt een deel van onze achterban aan onze inzet én vertrouwt de bestuurder ons niet meer. Wij zijn het zat. Wij hebben een aantal gesprekken met deze persoon gevoerd, maar het haalt niets uit. Hij blijft gewoon zijn gang gaan. Kunnen wij deze persoon uit de or zetten? Nee, een gekozen or-lid kan niet uit de or worden gezet. Als iemand is gekozen als or-lid, is hij of zij in principe voor de gehele zittingsperiode gekozen. De or kan die verkiezing niet meer ongedaan maken, ook niet als iemand onvoldoende functioneert. Evenmin kan het lid wegens disfunctioneren uit de or worden gezet. Einde van het lidmaatschap zit er dus niet in. Is er dan niets mogelijk om te voorkomen dat dit or-lid met zijn negatieve houding nog meer schade aanricht? Jawel, het or-lid kan op grond van art. 13 WOR worden uitgesloten van alle of een deel van de medezeggenschapswerkzaamheden. De or kan deze uitsluiting verzoeken op grond van het feit dat het betrokwww.orinformatie.nl ken lid de werkzaamheden van de or ernstig belemmert. Hierbij speelt het een rol of zich meer dan één incident van obstructie van de or-werkzaamheden heeft voorgedaan en of het grootste deel van de or weigert nog langer met het betreffende lid samen te werken. Hoe ziet zo’n art. 13-procedure eruit? Voordat een dergelijk verzoek wordt gedaan, moeten de overige leden kunnen aantonen dat zij het or-lid geconfronteerd hebben met de onvrede over diens functioneren. Daarbij moet het betreffende or-lid in de gelegenheid zijn gesteld zijn mening schriftelijk kenbaar te maken. Dit komt ook overeen met de verplichting voor de or (op grond van art. 13, lid 2) het betrokken lid in de gelegenheid te stellen over de kwestie te worden gehoord. De or is ook verplicht het betreffende or-lid de kans te geven zijn gedrag te verbeteren. Ook kan het raadzaam zijn voordat een dergelijke procedure wordt gesteldt, een mediationtraject in te gaan. Het indienen van het verzoek om een or-lid uit te sluiten, moet worden beschouwd als een uiterste middel. Pas als de or aantoonbaar alles in het werk heeft gezet om het (wan)gedrag van een bepaald lid te stoppen en dit niet tot resultaat heeft geleid, kan de or ertoe overgaan een verzoek op basis van art. 13 WOR in te dienen. Wanneer de or uiteindelijk besluit een dergelijke verzoek in te stellen, dan moet de bestuurder hiervan op de hoogte worden gesteld. Verder moet de or zich, voordat hij zich tot de kantonrechter wendt met het verzoek tot de ordemaatregel van uitsluiting, eerst tot de bedrijfscommissie richten voor bemiddeling en advies. De kantonrechter zal uiteindelijk bepalen of het or-lid wordt uitgesloten, voor welke werkzaamheden en hoelang de uitsluiting zal duren. Dat is namelijk niet automatisch tot het einde van de zittingstermijn. Belangrijk om te weten is dat de kantonrechter een verzoek om uitsluiting niet toekent als (een gedeelte van) de or een or-lid een dwarsligger vindt. Nogmaals, het moet echt gaan om een uitzonderlijke situatie waarin vanwege het gedrag van het betreffende or-lid de positie en geloofwaardigheid van de gehele ondernemingsraad wordt ondergraven. g.stouthart@advokatenkollektief.nl OR informatie 5 | mei 2010 ■ 27 Pagina 26
Pagina 28Heeft u een jaarverslag, issue of digitale onderwijs magazines? Gebruik Online Touch: vakblad online uitgeven.
OR informatie, mei 2010 Lees publicatie 15Home