Medezeggenschap bij Defensie ‘Nog een slag te winnen’ Bij Defensie zijn sterren en strepen er niet voor niets. Hogerhand bepaalt de handelingen, zeker bij militaire acties. Op het eerste gezicht vormen medezeggenschap en Defensie dan ook geen goed koppel. Toch gaat het tegenwoordig steeds beter, vinden Peter van Sprang van de officiersvereniging FVNO/MHB en trainer Paul Hoogstraten van GITP/SBI. Door Arjo van der Gaag ■ Nog te vaak Calimero ■ Verkeerde beeldvorming ■ De goede richting in D efensie kent een eigen Besluit Medezeggenschap Defensie (BMD) dat afwijkt van de WOR. Maar eigenlijk alleen op details. Toch klinken af en toe geluiden om de WOR ook voor Defensie te laten gelden. Dat gebeurt vooral als er problemen zijn. ‘De eerste reactie is vaak: het ligt aan het BMD, voer de WOR in’, zegt Paul Hoogstraten, trainer van de medezeggenschapscommissies bij Defensie. ‘Hoewel dat een begrijpelijke reactie is, lost het problemen niet op. Het BMD is helemaal niet zo slecht.’ De problemen die af en toe in de publiciteit komen, hebben meer te maken met cultuur. ‘Medezeggenschapscommissies voelen zich nog steeds te vaak een Calimero, die hard wegloopt als de problemen te groot worden. Tegenover de commissie staat een commandant wiens vak het is door te duwen als het spannend wordt. Want dat doe je in het veld ook. Als de kogels je om de oren vliegen, heb je een directieve stijl van leidinggeven nodig. Bij medezeggenschap gaat het om gelijkwaardigheid. Hiërarchische verhoudingen mogen niet tellen. Als iemand een paar strepen meer op zijn schouder heeft, dan moet een mc-lid daar geen last van hebben.’ Cultuurverandering De nodige verandering in cultuur, houding en gedrag vormen de grote uitdaging voor de trainers van GIPT en SBI. Deze twee 10 ■ OR informatie 07/08 | juli/augustus 2010 bureaus kregen drie jaar geleden van het ministerie de opdracht alle trainingen te verzorgen. Anders dan bij or’s in burgerorganisaties hebben de medezeggenschapscommissies daar geen stem in. Overleg hierover wordt gevoerd door Defensie met de belangenverenigingen. Peter van Sprang is tientallen jaren officier geweest. Hij maakte de tijd mee van de verre voorloper van het BMD, de dienstcommissies. ‘Daar ging het bij wijze van spreken over de indeling van de kamers, de hoeveelheid parkeerplaatsen en het soort toiletpapier.’ Hij kan zich alles voorstellen van de weerstand van commandanten tegen medezeggenschap. ‘Ik zat aan de personeelskant, in de rol van werkgever. Medezeggenschap? Jongens, schei toch uit, zei ik jaren geleden.’ Nu is hij van rol verwisseld. Als kapitein ter zee van administratie (kzta) buiten dienst is hij medewerker Medezeggenschap bij de Federatie van Nederlandse Officieren FVNO/MHB. In die rol stimuleert hij de medezeggenschap, geeft adviezen aan medezeggenschapscommissies en geeft de grenzen aan tussen medezeggenschap en de belangenbehartiging waar zijn vereniging voor is opgericht. Samen met Hoogstraten bemoeit hij zich intensief met de discussie rond het functioneren van het BMD, maar vooral de cultuurverandering die er bij Defensie nodig is. Voor Van Sprang is duidelijk dat het inhuren van GITP en SBI om de trainingen te organiseren een omslag vormde in het denken over medezeggenschap. ‘Naast datgene dat door de contractpartner allemaal is gedaan, hebben wij als FVNO daarop aanvullend een informatiebundel voor onze commissieleden vervaardigd en een cursus gehouden. De gedachte was: als het nu niet lukt, lukt het nooit meer.’ Van Sprang en Hoogstraten zijn de laatsten om te beweren dat alles al op rolletjes loopt. Van Sprang: ‘Natuurlijk zijn er commandanten die niet willen en hoofden van dienst die het blokkeren. En niet veel mensen willen er tijd voor uittrekken, maar dat probleem kent het bedrijfsleven ook.’ Beeldvorming Een commandant is gewend door te duwen als het spannend wordt Niet alleen gebrek aan tijd is een belemmering om mc-lid te worden. Het komt ook in het bedrijfsleven voor dat potentiële orleden bang zijn hun baas tegen de haren in te strijken door zitting te nemen in de or. Bij Defensie is die angst groter. Een conflict bij de sluiting van vliegbasis Twente enkele jaren geleden dreunt nog steeds na. Een mc-lid voerde aan dat hij in zijn carrière belemmerd werd wegens zijn houding rond de sluiting. Zijn sollicitaties bij Defensie liepen op niets uit. Het leidde tot Kamervragen en veel negatieve publiciteit. Het gevolg intern was huiver om lid te worden van een mc. De angst dat lidmaatschap alleen schadelijk kan zijn voor de loopbaan is niet terecht, zeggen Van Sprang en Hoogstraten stellig. ‘Steeds meer commandanten van de nieuwe generatie hebben oog voor goed overleg. Dan gaat het niet in de eerste plaats om de naleving van de regels van het BMD. Belangrijkste vraag is: Hoe ga je met elkaar om? Hoe zorg je ervoor dat het overleg op een prettige en doelmatige manier wordt vormgegeven? Daar is nog wel wat op aan te merken, maar er is duidelijk vooruitgang.’ Een van de doelstellingen die Hoogstraten www.orinformatie.nl Pagina 9

Pagina 11

Interactieve internet catalogus, deze gids of publicatie is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online publiceren van web catalogussen.

OR informatie, juli/augustus 2010 Lees publicatie 17Home


You need flash player to view this online publication