e - - g l ns t n n rr le n - ik r lid n l – d en n .nl Het zijn de kleine dingen ... Door Elske ter Veld V olgens mijn partner ben ik sensatiebelust. Zo kijk ik op tv naar vliegtuigrampen en lees ik rapporten over aanvaringen en strandingen op zee. Maar ik denk dat het komt door mijn verwondering over de mate van onveiligheid die wij kennelijk normaal vinden. Hoe is het toch mogelijk dat we zo veel gevaarlijke situaties weten te negeren? Het oudste idee over veiligheid is de zorg voor goed materiaal en een goede opleiding van medewerkers. Uit het rapport naar aanleiding van een groot ongeluk van BP in Texas City was een van de kritiekpunten de gigantische bezuiniging die was toegepast op het budget voor onderhoudskosten, de overbelasting en onvoldoende opleiding van de medewerkers. Dat is regel één. Zorg dat veiligheid in hoofd en budget zit van de top van de organisatie. Maar dat is natuurlijk alleen nog maar de basis. Goede procedures en heldere afspraken is een tweede. In de chemische industrie is het volstrekt normaal dat iedereen die een bepaalde klus gaat doen vooraf nagaat of iedereen weet wat er gedaan moet worden, of iedereen competent is om het te doen en of eenieder al de juiste materialen en gereedschappen tot zijn beschikking heeft. Mijn lees- en kijkwerk geeft me steeds voorbeelden van menselijk falen, van onhandigheden, stommiteiten en van leidinggevenden die opdrachten geven vanuit bijvoorbeeld financieel belang zonder rekening te houden met de veiligheid. Wie de ondergang van de Torrey Canyon leest, ziet hoe veel kleine foutjes de olietanker deed stranden. Denken dat je de echo ziet van Bishopsrock terwijl het de echo was van de oostpunt van de Scilly Islands, stuurcorrecties willen maken maar niet door hebben dat de stuurinstallatie op de automatische piloot staat en dus niet handmatig gewijzigd kan worden. Eindresultaat: olietanker strandt op een rif, Engelse en Franse kusten onder de olie. Heel kleine dingen kunnen al rampen tot gevolg hebben. Het jachtje Ouzo zonk vlak achter een ferry die een forse uitwijkmanoeuvre had gemaakt. De wachtman meende nog dat alles goed was gegaan, hij had nog lampjes van het – toen dus al zinkende – bootje gezien. Dat ze zich niet even hadden vergewist van de veiligheid van het bootje, werd de stuurlui achteraf kwalijk genomen. Maar wat leidde tot die manoeuvre? De ferry was kort daarvoor iets te ver doorgedraaid en stuurde weer terug. De opvarenden van het jacht moesten in de veronderstelling hebben gezeild dat de ferry hen had gezien en daarom iets was uitgeweken, maar konden niets meer doen toen de ferry weer terugVeiligheidsbewustzijn, daar gaat het om draaide. Waarom had de wachtsman het jacht niet eerder opgemerkt? Hij was kort tevoren in de kaartruimte geweest. De aanwezige bootsman hield niet van het blauwe nachtlicht en had gewoon fel witlicht aan gehad. Toen de wachtsman naar buiten kwam, moesten zijn ogen dus wennen aan de duisternis. Maar niet alleen zijn ogen, ook zijn bril. Die had meekleurende glazen. De wachtsman was daardoor zeker tien minuten lang niet in staat iets in het donker te zien. Hoe goed ook het materiaal, hoe getraind ook de medewerkers, hoe kloppend ook de procedures: de meeste ongelukken gebeuren door menselijk handelen. Veiligheidsbe wustzijn, daar gaat het om. Overal, in de bouw, op zee, in de gezondheidszorg, op de weg en gewoon thuis. Elske ter Veld is oud-staatssecretaris van SZW, voormalig Eerste en Tweede Kamerlid voor de PvdA en zelfstandig adviseur FIFA, te druk met het opjagen van strakgejurkte blonde babes, heeft de vuvuzela’s niet durven verbieden. Overigens is de vuvuzela ook in Nederland gesignaleerd. Er is blijkbaar een markt voor, en een verbod is ook in de Europese Unie niet snel denkbaar. Vrije markt is immers ónze lokale cultuur. Wat mij betreft raakt de vuvuzela echter de kern van die ‘vrijemarktcultuur’: moeten bedrijven alles mogen verkopen waar vraag naar is? Die kwestie speelde voor mij niet alleen in relatie tot vuvuzela’s, mogelijke www.orinformatie.nl De vrije markt is ónze lokale cultuur gehoorschade bij omstanders én de gederfde levensvreugde van ondergetekende. Zij drong zich ook aan mij op bij het zien van allerhande andere prullaria die Nederland in de aanloop naar het WK overspoelde. Nog los van het esthetische oordeel of die oranjespullen niet een tsunami van wansmaak vormden, kan namelijk worden opgemerkt dat voor al die frivole pruiken, vrolijke opblaashanden en lekker gekke pletterpetten onze schaarse grondstoffen worden opgestookt, het milieu wordt belast en wellicht ook nog een paar duizend kindarbeidershandjes worden geplet. Goed voor onze feestvreugde, naar het schijnt. Wie zich verzet tegen volkse feestvreugde is een elitaire vijand van de lokale cultuur of, zoals gezegd, een koloniaal. Alles is gelegitimeerd, als het maar fun is. Ik daarentegen denk: was koppensnellen in sommige streken niet ook lokale cultuur? Dat is wellicht een neokoloniaal onderbuikgevoel, maar dat lage sentiment kan ik ook filosofisch onderbouwen. Al in 1859 stelde de Britse filosoof John Stuart Mill dat de vrijheid van het individu moet worden begrensd waar deze schade toebrengt aan anderen. De vrijheid van de vuvuzelablazer koloniseert de vrijheid van zijn omstanders, en brengt schade toe aan het gehoor van voetbAlfans zonder oordopjes. En de fun van de prullariadrager is dan misschien een uiting van vrijheid, maar de vrije markt van goedkope lol koloniseert de planeet. Dan maar geen fun, maar maatschappelijke verantwoordelijkheid. Jan Popma is senior-onderzoeker bij het Hugo Sinzheimer Instituut OR informatie 07/08 | juli/augustus 2010 ■ 9 Pagina 8
Pagina 10Heeft u een vaktijdschrift, pagedirect of digi-relatiemagazines? Gebruik Online Touch: maandblad converteren naar een digitale publicatie.
OR informatie, juli/augustus 2010 Lees publicatie 17Home