De kwestie Weinig animo voor Oostenrijks ‘rugzakje’ Arbeidsmobiliteit in tijden Meer beweging op de arbeidsmarkt kan de economie door mindere tijden helpen, maar door crisis en vergrijzing veranderen juist minder mensen van baan. Bovendien werkt ons stelsel van ontslagbescherming averechts tegen (langdurige) werkloosheid. Hoe stimuleren ze in het buitenland vrijwillige baanwisseling? Biedt het Oostenrijkse model wellicht soelaas? Door Jac. Janssen Evert Verhulp, hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam: ‘De Nederlandse arbeidsmarkt kent niet te rechtvaardigen verschillen in ontslagbescherming. Zo zijn er in Nederland bijna een miljoen mensen met een ambtenarenstatus. Hun rechtspositie is sterk beschermd, hun mobiliteit klein en de gemiddelde leeftijd hoog. Afschaffing van deze speciale status zou hun arbeidsmobiliteit verhogen. Een andere onrechtvaardigheid is dat de werkgever de ontslagroute bepaalt en dus ook wie wel en wie geen vergoeding ontvangt. Een ontslagvergoeding zou eerst moeten dienen om werkloosheid te voorkomen en, als het dan toch gebeurt, de kosten ervan op te vangen voor iedereen die dat treft. Het aantal tijdelijke dienstverbanden stijgt sterk. Hoe strikter de wetgeving voor baanbehoud is, des te groter de kans op langdurige werkloosheid. Onder invloed Symposium Deze teksten zijn deels gebaseerd op bijdragen van deelnemers van het SER-symposium over arbeidsmobiliteit (uitgezonderd het citaat van Henk van der Kolk), dat op 15 juni is gehouden. Diverse sprekers keken bij die gelegenheid naar hoe de ontslagbescherming in ons land is geregeld in verhouding tot de arbeidsmobiliteit, en in hoeverre de ervaringen in Oostenrijk met een individuele spaarregeling voor ontslagvergoeding geschikt is voor de Nederlandse arbeidsmarkt. 18 ■ OR informatie 07/08 | juli/augustus 2010 van de crisis en de vergrijzing wordt er in diverse landen gezocht naar manieren om werkloosheid te bestrijden door de arbeidsmobiliteit te stimuleren. In Spanje bijvoorbeeld zijn de vertrekregelingen zeer riant. De werkloosheid is er twintig procent en een op de drie werkenden heeft een tijdelijk contract. Sinds het begin van de economische crisis vielen de meeste ontslagen onder de tijdelijke krachten. Om de bestaande ongelijkheid op te heffen, kun je kiezen voor een ‘rugzakje’ per werknemer. Zie bijvoorbeeld het Oostenrijks systeem: Abfertigung Neu. Kanttekening daarbij is dat werknemers na drie jaar het opgebouwde bedrag vrij mogen besteden, dus ook aan een vakantie. Dit bedrag onttrek je daarmee aan je pensioenopbouw, dus is het de vraag of het de arbeidsmobiliteit ten goede komt.’ Daniela Krömer, senior-onderzoeker aan de Universiteit van Wenen: ‘Ons oude systeem had een remmend effect op de Oostenrijkse arbeidsmobiliteit. Want hoe langer men bij dezelfde werkgever in dienst bleef, des te hoger de opgebouwde ontslagvergoeding werd. En hoe onaantrekkelijker het werd om van baan te wisselen, aangezien de opgebouwde ontslagvergoeding bij vrijwillig vertrek verloren ging. Een ander nadeel was dat de werknemer pas na drie jaar dienstverband ‘Het ene is boterzacht, het andere keihard en onomkeerbaar’ begon met de opbouw van een ontslagvergoeding. Vooral laaggeschoolden werden vaak al binnen drie jaar vervangen zonder enige ontslagvergoeding te hebben opgebouwd. Hierin is de Abfertigung Neu rechtvaardiger: iedere werknemer bouwt vanaf de tweede maand van zijn dienstverband een spaarbedrag op van 1,53 procent van zijn brutoloon. Een werknemer kan het opgespaarde geld alleen opnemen wanneer de arbeidsrelatie met dezelfde werkgever ten minste drie jaar geduurd heeft, en op voorwaarde dat hij niet zelf het initiatief nam de arbeidsrelatie te beëindigen. Men verwachtte van het Oostenrijkse systeem dat maar weinig werknemers het opgespaarde geld zouden opnemen na de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst. Niets blijkt minder waar. In 2009 nam 96,83 procent van wie daarvoor in aanmerking kwam, het opgespaarde geld op. Hetgeen leidt tot een lager aanvullend pensioen. De baan-baanmobiliteit in Oostenrijk blijkt uit nog ongepubliceerd onderzoek met circa twee procent toegenomen. Op de langere termijn zou het positieve effect op de arbeidsmobiliteit best groter kunnen zijn dan gedacht.’ Egbert Jongen, senior onderzoeker Centraal Planbureau: ‘De kans om in Nederland werkloos te worden is heel laag. Maar áls je dan eenmaal werkloos bent, is de kans om daar snel weer uit te stromen ook klein: een werkloze is gemiddeld achttien maanden werkloos. Verder blijkt de ontslagvergoeding – in tegenstelling tot de totale ontslagbescherming in Nederland – in het algemeen geen effect te hebben op de werkloosheid. Ontslag bescherming echter verlaagt zowel de instroom in de WW als de uitstroom uit de WW. Maar heeft de ontslagbescherming invloed op de arbeidsmobiliteit? Daar is geen empirisch bewijs van. Daarom vind ik het Oostenrijkse systeem wel interessant. Toch ben ik van mening dat de Abfertigung www.orinformatie.nl Pagina 17
Pagina 19Voor clubmagazines, online PDF-en en flyers zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een e-commerce shop in uw folders.
OR informatie, juli/augustus 2010 Lees publicatie 17Home