Handvatten voor problemen met achterbancommunicatie Spiegeltje, spiegeltje aan de wand Wanneer je als or het gevoel hebt meer uit het achterbancontact te kunnen en te moeten halen, dan ga je daar vaak mee aan de slag tijdens een training. In plaats van zelf te bedenken, kun je het ook aan de achterban vragen. In dit artikel de resultaten van een enquête die is gehouden onder de achterban van tien or’s. Door Harry Hartmann D e eenvoudigste manier om de achterban te bevragen, is om met een vragenlijst te werken. De afgelopen twee jaar heb ik een aantal ondernemingsraden die verbeterpunten zochten in hun achterbancontact, vragenlijsten laten afnemen bij hun achterban ten behoeve van hun aanpak. De teller staat nu op tien. Daarvan komen er vier uit de zorgsector, drie uit de industrie en drie uit de commerciële dienstverlening. Deze or’s hebben 260 geselecteerde achterban leden weten te strikken. De vragenlijst meet vier vragen: 1. Wat weet men precies van de eigen or? 2. Geeft men de eigen or steun? 3. Hoeveel invloed geeft men de or? 4. Welke tips heeft men voor de or? Je moet natuurlijk voorzichtig zijn met de uitkomsten van zo’n beperkte groep. Toch zie je bij bijna allemaal bepaalde antwoorden telkens terugkomen. Dat zet dan wel aan tot denken. Welke zaken vallen op in deze eerste tussenstand? En welke handvatten kunnen we hieruit destilleren? Kennis over eigen or? De kennis over de eigen or’s valt mee. Ruim 77 procent kent de bevoegdheden ongeveer of volledig. Vraag je door naar wie er in de raad zitten, dan geeft 69 procent aan dit ongeveer of volledig te weten. Ga je nog verder graven of men ook weet met welke onderwerpen de or op dit moment bezig is, dan daalt het tot 62 procent. Vooral op dit laatste punt is er dus werk aan de winkel voor or’s die afstand voelen met de achterban. Bij de gemeten achterban is dus ruim een op de drie mensen niet bekend met de dagelijkse inhoud van de oragenda. Steunt men de eigen or? De or’s uit het onderzoek waren aangenaam verrast met de uitkomst van dit onderdeel. Ruim 80 procent is het eens met de stelling dat de or noodzakelijk is voor de eigen organisatie. Een kleine 60 procent geeft aan tevreden te zijn over de or. Slechts 13 procent is ontevreden. Opmerkelijk is dat de overige 28 procent aangeeft ‘geen mening’ te hebben. Ongeveer dit percentage zie je ook terug als je doorvraagt of men de behandelde onderwerpen goed vindt. Een kwart laat deze vraag onbeantwoord. Met de steun voor de or zit het dus wel goed bij de achterban. echter, ruim een kwart doet dat blijkbaar meer op gevoel dan op basis van feitenkennis. Invloed van de or? Een dramatisch beeld ontstaat bij de vraag wat men denkt over de invloed die de or het afgelopen jaar binnen de organisatie heeft gehad. De grootste groep, bijna de helft, geeft de or zeer matige of geen invloed. Een derde vindt de invloed voldoende. En weer bijna een kwart, 23 procent, geeft aan dit niet te weten. Deze uitkomsten roepen een aantal vragen op. Juist bij deze vraag zie je bij de meesten een opvallend kritisch antwoord. We kunnen hier alleen maar speculeren. Geeft het hebben van een matig contact met je achter26 ■ OR informatie 07/08 | juli/augustus 2010 www.orinformatie.nl Pagina 25
Pagina 27Scoor meer met een e-commerce shop in uw gidsen. Velen gingen u voor en publiceerden edities online.
OR informatie, juli/augustus 2010 Lees publicatie 17Home