ervoor? Verder gaat het erom dat je voortdurend de verbinding weet te leggen tussen de korte en de lange termijn, ook al weet je dat er elk kwartaal een rapportage moet liggen en dat er vandaag resultaten moeten worden geboekt. De personeelsvertegenwoordiging moet natuurlijk een luis in de pels zijn, maar wel op een constructieve manier.’ Is het niet paradoxaal dat mensen enerzijds steeds korter bij organisaties blijven en zich steeds meer op hun eigen belang richten, terwijl het anderzijds voor het succes van de organisatie steeds belangrijker wordt dat ze actief betrokken zijn bij medezeggenschap? ‘Dat is inderdaad paradoxaal, maar daar zit ’m nu juist de clou! Het gaat om een nieuwe dimensie, waarin het of-of-denken is vervangen door het en-en-denken. Het is niet het een of het ander, maar het een èn het ander: aantrekken en loslaten. De bedrijven die daar echt goed in zijn, zie je opbloeien en de weg naar boven vinden. Maar er bestaan geen recepten voor. Soms zou je dat willen, en ik krijg vaak van managers en or’s de vraag of ik geen voorbeelden heb. Die heb ik dan wel, maar elk goed voorbeeld is misschien net niet het goede voorbeeld voor jou.’ De medezeggenschap groeit op sommige plaatsen toe naar een meer projectmatige manier van werken. Wat verwacht u daarvan? ‘Sommige organisaties lenen zich voor dat soort nieuwe werkvormen, maar niet allemaal. Ik ken een GGZ-instelling waar ze hebben besloten om de or te vervangen door directe vormen van medezeggenschap. Bij die organisatie kan dat toevallig, maar op andere plaatsen weer niet. Zulke werkvormen moeten ontstaan uit het gesprek tussen bestuurder en medezeggenschap. Soms mondt dat uit in een heel directe vorm van medezeggenschap: je stuurt een mailtje aan iedereen en geeft ze twee dagen de tijd om te reageren. Een andere organisatie kiest voor een projectmatige aanpak of voor een vorm waarin je stage loopt bij de or om zelf een probleem op te lossen dat je gesignaleerd hebt. Al die vormen doen ertoe, en we roepen organisaties dus nadrukkelijk op om te gaan experimenteren en van hun ervaringen te leren. Helaas zien we nog te veel bestuurders die vinden dat ze daar de tijd niet voor hebben, en te veel or’s die bang zijn dat die experimenten ten koste zouden gaan van hun verworven rechten. Maar als je dat blijft denken, wordt het nooit wat.’ 24 ■ OR informatie 09 | september 2010 www.orinformatie.nl Hoeveel toekomst ziet u dan nog voor de WOR? Want dat is de wet waar al die or’s op terugvallen als ze zich op die verworven rechten beroepen. ‘De WOR is heel goed. We horen ook heel vaak van bedrijven dat de cao te knellend is – terwijl ze hem zelf hebben afgesproken. Maar als wij dan nagaan wat er zo knelt, dan blijkt bijna altijd dat er nog heel veel mogelijk is. Het is dus ook wat je er zelf van maakt. Je kunt enorm ver gaan met allerlei nieuwe vormen en directe medezeggenschap zonder dat je de WOR aan de kant hoeft te zetten of hem geweld aan moet doen. Ook hier geldt dat het niet het een of het ander is. De WOR heeft heel goede kanten, omdat hij partijen bij elkaar brengt. Wij pleiten dus niet voor het afschaffen van de WOR. Ga eerst maar eens gewoon aan de slag, en kijk wat er mogelijk is.’ U pleitte zojuist voor experimenteren met medezeggenschap. Zitten daar nog grenzen aan? Met andere woorden: hoe pluriform wordt de medezeggenschap in Nederland wat u betreft? ‘Buitengewoon pluriform. Dat is een woord dat door het hele project Nieuwe diMENSies heen loopt: pluriformiteit. We moeten van uniformiteit naar pluriformiteit. Dat is nodig omdat het ons sterker maakt in het ondernemen – welbegrepen eigenbelang van werkgevers, dus. Maar bestuurders en or’s moeten dan wel goed begrijpen dat hun experimenten als doel hebben dat ze met elkaar verder komen. Als je dat voor ogen houdt, waar ligt dan de grens? Je kunt daar echt heel ver in gaan.’ ‘Het of-of-denken moet vervangen worden door het en-en-denken: daarin zit 'm juist de clou’ Dus zolang je als werkgever en werknemers tot een vorm van medezeggenschap weet te komen die voor beiden werkt, hoef je het helemaal niet over de wettelijke kaders te hebben? ‘Precies. Een heleboel bestuurders die hier succesvol in zijn, hebben al jaren niet meer in de WOR gekeken. Dat vinden ze niet boeiend. Ze willen het echt ergens over hebben, en dat is de boodschap die ze steeds uitdragen. En als de ondernemingsraad er net zo over denkt, dan kun je samen iets bereiken. Dat vind ik het mooie van medezeggenschap. Ons inzicht is nu: of medezeggenschap is springlevend en het doet echt iets voor medewerkers en voor het bedrijf, of het is een zandbak waarin je mag spelen maar die in werkelijkheid zo dood is als een pier. Je laat echt een kans schieten als je niet serieus met medezeggenschap aan de slag gaat.’ Pagina 23
Pagina 25Heeft u een verenigingsblad, invender of eclubmagazines? Gebruik Online Touch: archief van papier naar online converteren.
OR informatie, september 2010 Lees publicatie 18Home