Jurisprudentie Schending van voorwaarde voor ontslag? Een werkgever krijgt een ontslagvergunning mits er binnen 26 weken geen ander in dienst wordt genomen voor het werk. Er worden echter wel uitzendkrachten aangesteld voor onderdelen van het werk. Is dit schending van de voorwaarde? Als het UWV Werkbedrijf een ontslagvergunning geeft wegens bedrijfseconomische redenen, kan het daaraan de voorwaarde verbinden dat de werkgever niet binnen 26 weken andere werknemers (inbegrepen parttimers of uitzendkrachten) in dienst zal nemen voor het verrichten van werkzaamheden van dezelfde aard, tenzij de ontslagen werknemer de gelegenheid krijgt zijn vroegere werkzaamheden te hervatten. Dit is de wederindiensttredingsvoorwaarde. Voldoet de werkgever hier niet aan, dan is het ontslag nietig. Feiten Een werknemer bedient een rollenstansmachine 2. Zijn functie is niet onderling uitwisselbaar met die van rollenstansmachine 1. Volgens de werkgever kan de bediening van beide machines door één werknemer gebeuren, maar is werknemer 2 hiervoor ongeschikt. De werkgever vraagt een ontslagvergunning aan bij de CWI (tegenwoordig UWV Werkbedrijf geheten) op grond van bedrijfseconomische redenen. Hij krijgt deze onder de wederindiensttredingsvoorwaarde. De werknemer echter stelt dat ontslag vernietigbaar is, omdat de werkgever binnen 26 weken uitzendkrachten heeft ingeleend die vergelijkbare werkzaamheden verrichtten als hij voorheen. De kantonrechter Groningen wijst dit af, waarop de werknemer in hoger beroep gaat. Hof Leeuwarden Het gerechtshof Leeuwarden overweegt dat voor het antwoord op de vraag of de werkgever de voorwaarde heeft overtreden, bepalend is of de uitzendkrachten ‘werkzaamheden van dezelfde aard’ verrichten als de ontslagen werknemer. Daarvan is sprake als een uitzendkracht de oorspronkelijke functie van de werknemer vervult of zijn functie uitwisselbaar is met de oude functie van de ontslagen werknemer. Het is dus niet voldoende dat de uitzendkracht enkele onderdelen van de oorspronkelijke functie vervult. Het hof oordeelt tevens dat niet van belang is of andere personen werkzaamheden verrichten die de werknemer óók zou kunnen verrichten. De werknemer heeft niet aangetoond dat de kerntaak van zijn oorspronkelijke functie was overgenomen door een ander en het gerechtshof bekrachtigt dus het vonnis van de kantonrechter. Commentaar Het hof heeft in deze bepaald dat de werkgever binnen 26 weken niemand mag aannemen voor het verrichten van werkzaamheden ‘van dezelfde aard’. Dit geldt ook voor het inlenen van uitzendkrachten en het aanOndersteuning enquêteprocedure Een or heeft geen vertrouwen meer in de Raad van Toezicht en besluit tot het opschorten van het overleg. De cliëntenraad stelt vervolgens een enquêteprocedure in bij de ondernemingskamer, waarbij de or als belanghebbende optreedt. Bij Sherpa, een zorginstelling voor mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperking, zijn problemen met het functioneren van de Raad van Toezicht (RvT). De bestuurder zit ziek 38 ■ OR informatie 09 | september 2010 thuis vanwege een conflict. Over het (voorgenomen) besluit van de RvT om een interim-bestuurder te benoemen ontstaat een conflict met de or, de cliëntenraad en het managementteam. Nadat in een later stadium alsnog advies wordt gevraagd, ontbreekt het vertrouwen bij de medezeggenschapsorganen dat dit advies nog van invloed kan zijn. Drie RvT-leden trekken zich terug uit onvrede over de werkwijze van de voorzitter. Voor de or is dit reden om aan te kondigen geen vertrouwen te hebben in de RvT en het overleg op te schorten. De cliëntenraad stelt voor dat de zittende RvTleden hun taken overdragen aan de nieuwe Raad van Toezicht, Chris Nekeman is advocaat bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam stellen van parttimers. De werkgever mag wel enkele taken van de oude functie van de ontslagen werknemer door anderen laten vervullen, zolang die functies maar niet uitwisselbaar zijn. Het in dienst houden van uitzendkrachten of werknemers die werkzaamheden verrichten die de ontslagen werknemer zou kunnen uitoefenen is dus niet per definitie in strijd met de wederindiensttredingsvoorwaarde. Gelet op de voorwaarden van goed werkgeverschap is desondanks voorzichtigheid altijd geboden. Gerechtshof Leeuwarden, 13 april 2010, LJN BM8411 die onder meer door de cliëntenraad en de or geworven gaan worden. De RvT besluit vervolgens toch tot benoeming van een interim-bestuurder. De clientenraad stelt daarop een enquêteprocedure in bij de ondernemingskamer (OK). De or dient als belang hebbende een verweerschrift in. Ondernemingskamer De OK constateert dat de verhoudingen binnen Sherpa ernstig zijn verstoord. De medezeggenschapsorganen hebben geen vertrouwen meer in de RvT. De OK acht het daarom aannemewww.orinformatie. Pagina 37
Pagina 39Heeft u een editie, digi brochure of digitale jaarverslagen? Gebruik Online Touch: gebruiksaanwijzing online bladerbaar uitgeven.
OR informatie, september 2010 Lees publicatie 18Home