or s’s sr e ne n et b- n n ng r.nl Vijftien jaar WOR bij de overheid Door Steven Jellinghaus E igenlijk is het geruisloos gekomen, het derde lustrum van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) bij de overheid. Menig medezeggenschapper zal zich niet meer kunnen herinneren hoe het vroeger was met die dienstcommissies en zo. In elk geval valt het mij op dat – in tegenstelling tot de hang naar de gulden – ik geen geluiden hoor dat men weer naar vroeger terug wil. En dat is wellicht maar goed ook. En wat heeft het ons gebracht, vijftien jaar WOR bij de overheid? In elk geval volwassen medezeggenschap. In het overgrote deel van de gevallen kan wel worden geconstateerd dat de medezeggenschap ook binnen de overheidswereld naar behoren functioneert. Eigenlijk is er niet veel verschil met de werking binnen de marktsector. Eén verschil is en blijft echter overeind: het bestaan van het primaat van de politiek. Juridisch blijft dat een interessant thema. Zeker gezien de invulling die ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, hieraan heeft gegeven. Maar hoe anders is de praktijk! Overheids-or’s ontvangen gewoon op reguliere basis adviesaanvragen, ook als je op het scherpst van de snede dit kunt betwisten. Natuurlijk, uitzonderingen bestaan ook hierop, maar ik denk dat in meeste gevallen wel kan worden geconstateerd dat men er op een pragmatische wijze mee om is gegaan. Vervolgens kunnen we ook wel constateren dat binnen de overheidssector vooral bij de ondernemingskamer een aantal vaste ‘klanten’ bestaan c.q. bestonden. Zeker in het begin werd de jurisprudentie met name beheerst door de medezeggenschapsorganen van de gemeente Amsterdam. Zo was er het te privatiseren gemeentelijke Sarpha tiehuis dat als eerste naar de rechter ging in verband met het primaat van de politiek. En velen volgden daarna – en dat is nog steeds niet gestopt. Een andere procedurevreter is het ministerie van Justitie in het algemeen en de Dienst Justitiële Inrichtingen, het gevangeniswezen, in het bijzonder. Ook hier wordt veel geprocedeerd. Desalniette min moet worden geconstateerd dat ook binnen de overheid het aantal juridische procedures overzichtelijk blijft. Dit wijkt dan ook niet af van hetgeen binnen het ‘normale’ bedrijfs leven het geval is. Dat geldt in het bijzonder ook voor de bedrijfscommissie voor de overheid, één van de best functionerende bedrijfscommissies. Uit de jaarverslagen blijkt dat het aantal procedures die zij jaarlijks krijgt te behappen te overzien is. Ook de voorgelegde geschillen verschillen niet van de marktsector. We mogen dan ook wel constateren dat de gelijktrekking van Verschil: het primaat van de politiek de medezeggenschap bij de overheid en die in de marktsector wonderwel is gelukt. Een stuk beter dan bijvoorbeeld de gelijktrekking op het gebied van sociale zekerheid, waarbij de verschillen nog steeds hemelsbreed zijn. Wellicht dat dit dan ook de reden is voor een feestje. Ik haal de feestslingers zelf maar alvast uit de kast en zet de champagne koud. Viert u gezellig met me mee? Steven F.H. Jellinghaus is medezeggenschapsadvocaat bij De Voort Hermes de Bont te Tilburg en universitair docent aan de Universiteit Tilburg Congres Op 7 oktober wordt er een congres gehouden ter viering van deze ‘verjaardag’ in de Haagse Kloosterkerk. Kijk voor meer informatie op www. fnvformaat.nl/worbijoverheid. aspx elkaar moet verhouden. Dat is niet eenvoudig. In sommige landen moet bijvoorbeeld collectief ontslag minimaal zoveel maanden van tevoren worden aangekondigd, terwijl partijen elders in maximaal zoveel maanden tot een akkoord moeten komen. De op lossing ligt in nauwe samenwerking tussen de voornaamste lokale werknemersorganen en de Eor, bijvoorbeeld in ad hoc werkgroepen zoals we bij een aantal Nederlandse concerns al hebben gezien. In dat licht was de tweede bijeenkomst van die dag erg interessant. We spraken met een groep Nederwww.orinformatie.nl landse or-leden uit internationale concerns die worstelen met vragen als: hoe kun je het or -werk zinvol vormgeven als de directie niet meer op dezelfde gang zit, als het management een passant is die maar voor twee tot vier jaar aan de vestiging verbonden is, en als de bestuurder vaak niet meer is dan de beheerder van het gebouw? Daarbij speelt nog een aspect, zo maakten de deelnemers duidelijk. Ook als werknemersvertegenwoordiging voel je je soms zwakker staan. Je vertegenwoordigt Belang om tijdspad goed te managen alleen het Nederlandse deel van het werknemersbestand, terwijl de besluiten waar het om gaat, vaak een veel grotere groep werknemers betreffen. Voor de bestuurder is het dan niet zo moeilijk om de Nederlandse or naar een zijspoor te dirigeren. Dat de Nederlandse WOR dat niet toestaat, blijkt in de praktijk maar al te vaak onvoldoende om een reëel adviesrecht van de lokale (c)or te waarborgen. De deelnemers aan deze discussie zochten vrijwel allemaal de oplossing in nauwere samenwerking met hun collega’s in het buitenland en vestigen hun hoop op een verdere uitbouw van het Eor-werk. Daarmee blijken zij een stuk verder te denken dan al die commentatoren die blijven hangen in clichés als: ‘De Eor stelt toch niets voor’ en ‘Het adviesrecht vanuit de WOR is toch veel beter’. En dat brengt mij weer terug bij het WK voetbal. Het echte spel is meestal interessanter dan het gepraat van ‘deskundigen’ achteraf. Sjef Stoop is trainer/consultant bij EOR Services van FNV Formaat OR informatie 09 | september 2010 ■ 9 Pagina 8
Pagina 10Scoor meer met een online shop in uw tijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden brochures online.
OR informatie, september 2010 Lees publicatie 18Home