CEO verantwoordelijk voor het bedrijf, en het is heel vervelend als zijn baas – de raad van commissarissen – met anderen in het bedrijf afspraken gaat lopen maken.’ Bent u zelf ooit voorgedragen door een or? ‘Ja. Nu net, bij Schiphol.’ Overigens hoor je nog wel eens dat ondernemingsraden te weinig gebruikmaken van dat voordrachtsrecht. ‘Ja, en dat vind ik heel stom van ze. Ik zou niet weten waarom je dat recht niet zou gebruiken.’ Ziet u zelf in de praktijk ook dat or’s hun voordrachtsrecht te weinig benutten? ‘Ik ken wel gevallen waarin de or in overleg met het bestuur besluit om af te zien van het voordragen van een commissaris. Maar als ik in de or zat, zou ik dat nooit doen. Het lijkt me trouwens goed als de medezeggenschap echt eens zou gaan nadenken over zijn rol. Nederland is een beschaafd land waar we een geweldige sociale zekerheid hebben opgebouwd. Dat leidt ertoe dat de or veel meer in een passieve dan een actieve rol zit: de nadruk ligt heel sterk op het beschermen wat je hebt. Dat is geen constructieve strategie, dus daar zul je iets aan moeten veranderen. Het voordrachtsrecht is een fantastische manier om invloed uit te oefenen op de cultuur in het bedrijf. Niet omdat je dan zelf een lijntje hebt naar de commissaris – zo moet het niet werken – maar omdat je door de keuze van de persoon invloed hebt op de toon in de bestuurskamer.’ Hoe zouden de commissarissen zich volgens u tot de or moeten verhouden? ‘De ondernemingsraad en de commissarissen zouden een paar keer per jaar met elkaar moeten praten. Daar hoeft niet altijd het bestuur bij te zitten, maar je moet het ook weer niet overdrijven. Uiteindelijk is de 24 ■ OR informatie 10 | oktober 2010 Moeten dat per se afspraken zijn? Of kunnen de or en de rvc ook bij elkaar komen om informatie uit te wisselen? ‘Ja, precies. Zonder bestuur kun je geen afspraken maken, maar kun je wel informatie uitwisselen en naar elkaar luisteren. Ik denk dus dat de rvc en de or elkaar een paar keer per jaar moeten zien, net zoals de rvc ook andere partijen regelmatig moet spreken. Een commissaris zou ook gewoon moeten rondlopen op klantendagen, en met aandeelhouders praten.’ In hoeverre is het commissariaat een echt beroep aan het worden? ‘Ik weet het niet. Op bijeenkomsten over het commissariaat proef ik een grote mate van unanimiteit, maar bij zulke gelegenheden tref je bij uitstek mensen die over het vak nadenken. Iemand die het commissariaat erbij doet voor de grap en die vindt dat het vooral niet te veel tijd mag kosten, gaat niet naar een bijeenkomst voor toezichthouders.’ ‘Het voordrachtsrecht is een fantastische manier om invloed uit te oefenen’ In hoeverre heeft u te maken met cultuurverschillen tussen de rvc’s waar u lid van bent? Gaat het er bij de ene heel anders aan toe dan bij de andere? En waar zit het verschil dan in? ‘Ja, die verschillen zijn er. Dat zit hem in de eerste plaats in de onderwerpen – een verzekeraar is natuurlijk iets heel anders dan een museum – maar er is ook een verschil in het niveau van professionalisme. Er zijn enerzijds rvc’s waar het volstrekt normaal is dat er eens per jaar een zelfevaluatie plaatsvindt. Er zijn goede afspraken over hoe dat gebeurt en hoe er verslag wordt gedaan van de conclusies. Dat is een proces van constante verbetering. Anderzijds heb je rvc’s waar nog niet of nauwelijks aan zelfevaluatie wordt gedaan.’ Kijken or’s kritisch genoeg naar hun eigen functioneren? ‘Dat weet ik niet. Ik zie wel dat ondernemingsraden het moeilijk hebben om mensen te vinden. Dan moet er toch ergens een rood lampje gaan knipperen. Als je ergens voor wilt vechten maar je kunt niemand vinden die bereid is om met je mee te vechten, moet je je afvragen waar je nog voor vecht. Dat lijkt me ook wel een terechte vraag: waar vecht de or nog voor? Want er is natuurlijk ontzettend veel bereikt. Hoe kun je dan een zinvolle invulling geven aan je rol in de medezeggenschap? Dat doe je bijvoorbeeld door mee te spelen op het hoogste niveau via het voordragen van een commissaris – en je moet het echt wel heel onhandig aanpakken wil je voordracht niet worden overgenomen. Een ander voorbeeld: wat je als medezeggenschap ook zou kunnen doen, is tegen het bestuur zeggen dat je graag de interne gedragscode zou willen opstellen. Want dat wordt meestal gedaan door iemand bij de communicatieafdeling, maar ik vind het juist een heel mooi onderwerp voor een or. Natuurlijk is zo’n gedragscode uiteindelijk een document van het bestuur, want die bepaalt de cultuur van de organisatie. Maar alle mensen die bij die organisatie werken, hebben daar ook iets over te zeggen. Dus creëer als directie iets met de or samen. Natuurlijk moet het van twee kanten komen. Het bestuur moet de ruimte geven, maar ik denk dat de or die ruimte kan vragen.’ Dan krijg je dus een medezeggenschap die veel meer los komt te staan van de wettelijke bepalingen? ‘Ja, maar dat is toch ook veel leuker? Misschien dat je dan weer wat meer mensen krijgt. De medezeggenschap moet ook wat efficiënter worden. Ik denk dat je af zou moeten van al die verschillende or’s in al die verschillende vestigingen. Kijk naar het totale bedrijf, en probeer in kaart te brengen wat daarvoor nodig is. Ik vond het altijd heel lastig, die verschillende ondernemingsraden en dan ook nog eens een centrale ondernemingsraad. Je bent eindeloos aan het afstemmen, en intussen zit je voortdurend met het probleem dat je niet genoeg kandidaten hebt. Dus aan die interne organisatie kun je volgens mij wel wat doen. Dan krijg je ook een mooie onderhandelingssituatie. Je zegt tegen het bestuur dat je jezelf gaat stroomlijnen en dat je al die lokale or’s opheft. Dat betekent dat je een minder grote agenda hebt, want er gaan minder uren zitten in het overleg tussen ondernemingsraden en lokale besturen. In ruil daarvoor kun je dan eisen dat je vooraf zeggenschap krijgt over een gedragscode – of over andere thema’s die betrekking hebben op het personeel, het gedrag en de cultuur van het bedrijf.’ www.orinformatie.nl Pagina 23

Pagina 25

Heeft u een onderzoeksrapport, pagedirect of digi-rapporten? Gebruik Online Touch: drukwerk online plaatsen.

OR informatie, oktober 2010 Lees publicatie 19Home


You need flash player to view this online publication