Bescherming tegen benadeling Een ambtenaar maakt bezwaar tegen zijn negatieve beoordeling. Hij vindt echter dat de beoordeling niet los kan worden gezien van zijn or-werk. Op grond van art. 21 WOR zou hij tegen deze benadeling beschermd moeten worden. Een ambtenaar maakt bezwaar tegen een negatieve beoordeling. In de beslissing op bezwaar handhaaft het bestuursorgaan de bestreden beoordeling. De ambtenaar stelt beroep in bij de rechtbank, maar dit wordt ongegrond verklaard. De ambtenaar gaat vervolgens in beroep bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Een van de belangrijkste gronden die de ambtenaar aanvoert in beroep, is dat de rechtbank ten onrechte geen aandacht zou hebben besteed aan de omstandigheid dat hij tevens voor de helft van zijn werktijd werkzaamheden voor de ondernemingsraad verricht. Hij is vervangend or-voorzitter en tevens lid van de departementale ondernemingsraad. Hij stelt zich in dit kader op het standpunt dat art. 21 WOR met zich brengt dat een or-lid tegen benadeling beschermd dient te worden. CRvB De CRvB overweegt ten eerste dat van benadeling in de zin van art. 21 WOR op geen enkele wijze sprake is. De CRvB merkt op dat in de beoordeling bij het kopje ‘opmerkingen vooraf’ is meegedeeld dat de ambtenaar voor de helft van zijn werktijd medezeggenschapstaken uitvoert en dat zijn functioneren in die taken buiten de beoordeling valt. Dit mag volgens de CRvB. Het stond de werkgever vrij om te kiezen welke onderdelen zouden worden meegenomen in de beoordeling. De ambtenaar heeft nog aangegeven dat zijn medezeggenschapstaken ernstig onder druk zijn komen te staan omdat de werkdruk rond het Commentaar Art. 21 WOR heeft het doel ambtenaren en werknemers die actief zijn in de medezeggenschap te beschermen tegen benadeling in hun positie binnen de onderneming als gevolg van het uitoefenen van or-werk. Dit artikel creëert waarborgen voor het onafhankelijk optreden van or-leden. In dit kader kan gedacht worden aan het voorkomen van sancties van de werkgever voor bepaald optreden van de werknemer in medezeggenschapsrechtelijk verband. De werknemer die stelt benadeeld te zijn in de zin van art. 21 moet hierbij aannemelijk maken dat er sprake is van een causaal verband tussen de beweerde benadeling en de or-werkzaamheden. Dat verband kon in deze zaak niet worden aangetoond. Bovendien mocht de werkgever de medezeggenschapsactiviteiten project waarover hij (negatief) is beoordeeld veel groter was dan vooraf was ingeschat. De CRvB ziet niet in hoe dit van invloed kon zijn op de beoordeling en verwerpt deze stelling. volledig buiten beschouwing laten bij de beoordeling. Dit is een terechte uitspraak. Als de medezeggenschapsactiviteiten wel beoordeeld zouden worden, dan zou er juist eerder sprake zijn van benadeling van de werknemer vanwege zijn medezeggenschapsactiviteiten. Het is daarom aan te raden deze activiteiten op een andere wijze te bespreken en afzonderlijk van de gebruikelijke werkzaamheden te beoordelen. LJN: BM8420, Centrale Raad van Beroep, 09/890 AW Inge Hofstee is advocaat bij Höcker advocaten te Amsterdam gevolgen daarvan voor de op de redactie werkzame personen. Dit maakt het besluit kennelijk onredelijk. De ondernemer had ook aangevoerd dat, omdat het een besluit van de hoofdredacteur betreft, er geen sprake is van een besluit van de ondernemer en dus geen advies gevraagd kan worden. De OK is het daar niet mee eens, omdat de hoofdredacteur in zoverre moet worden aangeduid als bestuurder in de zin van art. 1, lid 1e WOR. Een andere opvatting zou er immers toe leiden dat het adviesrecht van de or op onaanvaardbare wijze wordt uitgehold. www.orinformatie.nl Commentaar Een bijzonder aspect van deze zaak is dat ingegaan wordt op de betekenis van de bevoegdheden van de hoofdredacteur en redactieraad voor de or-bevoegdheden. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat besluiten van de hoofdredacteur over de redactie niet aan de or voorgelegd hoeven te worden. De OK is het daar niet mee eens. De hoofd redacteur is te beschouwen als WOR-bestuurder. Zijn voorgenomen besluiten vallen ook onder de bevoegdheid van de or. Wat betreft de verhouding tussen redactieraad en or geeft de OK duidelijk aan waar de grens ligt. De bevoegdheden van de or worden bepaald door de inhoud van de WOR. Als andere regelingen de ondernemer verplichten om ook nog een of meer andere organen te raadplegen, dan doet dit niets af aan de wettelijke bevoegdheden van de or. Op dit onderdeel is deze beschikking ook van betekenis voor andere ondernemingen waarin verschillende (medezeggenschaps)organen actief zijn. Denk aan ziekenhuizen waar bevoegdheden kunnen toekomen aan de medische staf of in de zorgsector aan cliëntenraden. Hun bevoegdheden doen niets af aan de in de WOR geregelde bevoegdheden van de ondernemingsraad. OK 19 juli 2010, LJN BN 1709 Loe Sprengers is advocaat bij het Advokatenkollektief en hoogleraar aan de Universiteit Leiden OR informatie 10 | oktober 2010 ■ 39 Pagina 38

Pagina 40

Voor relatiemagazines, online magazines en gebruiksaanwijzingen zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een e-commerce shop in uw PDF-en.

OR informatie, oktober 2010 Lees publicatie 19Home


You need flash player to view this online publication