om de dienstonderdelen die toezien op de arbeidsomstandigheden jaarlijks te laten groeien, totdat over tien jaar een situatie is bereikt waarin er één inspecteur is op tienduizend werknemers. De directie MHC moet in vijf jaar op het vereiste peil worden gebracht. Tevens moet uitbreiding worden gegeven aan het Expertise Centrum, waarin de dienst zijn specialisten heeft samengebracht. De Jong: ‘In dat centrum werken één bedrijfsgeneeskundige, vier arbeids- en organisatiepsychologen, twaalf veiligheidskundigen, tien arbeidshygiënisten en drie ergonomen. Ter illustratie: de Deense arbeidsinspectie nam onlangs zéstig psychologen extra aan.’ De or-leden halen tal van cijfers aan die aantonen dat over het capaciteitsgebrek niet te licht moet worden gedacht. Carin Benders: ‘De Belastingdienst heeft vijfduizend inspecteurs, alleen voor het middenen kleinbedrijf. Wij hebben driehonderd Inspecteurs gedragen zich noodgedwongen steeds meer ‘als zzp’ers’ inspecteurs voor het toezicht op de arbeidsomstandigheden in alle bedrijven, klein of groot.’ De Jong: ‘In Nederland overlijden jaarlijks 660 mensen, alleen al door psychosociale arbeidsbelasting. FNV-onderzoek geeft aan dat jaarlijks 2.500 mensen overlijden als gevolg van hun werk. Fysieke en psychosociale overbelasting op het werk kost ons land zes miljard euro per jaar. Het aantal werkgerelateerde gezondheidsklachten is volgens TNO in zes jaar verdubbeld, met name op psychosociaal gebied.’ Nieuw lichaam De onafhankelijkheid van de Arbeidsinspectie is een onderwerp dat de or-leden van een principiële kant benaderen. De or is van mening dat inspectie- en beleidstaken van de overheid niet door elkaar zouden moeten worden gehaald, of het nu om arbeidsomstandigheden, gezondheidszorg, onderwijs Advertorial Sommige situaties vragen om advies... I edere OR komt wel eens in een moeilijke situatie terecht. De positie van de OR bij bijvoorbeeld fusies of reorganisaties, het gebruik en toepassen van wetgeving (WOR, WMO, WMW etc.); er zijn meerdere situaties te benoemen die eigenlijk vragen om extern advies. Wanneer de OR er niet zeker van is dat de aanwezige kennis en ervaring op enig moment toereikend is, kan het raadzaam zijn een externe adviseur in te schakelen. Deze kan niet alleen meekijken en meehelpen (bijvoorbeeld wanneer een besluit moeilijk ligt bij de achterban), maar heeft bovendien een deskundigen-status. Óók ten opzichte van de bestuurder. Hoe werkt Cintea? Cintea traint, coacht, begeleidt en adviseert OR-en vanuit een duidelijke visie. De vakkennis en ervaring van de adviseurs geven hen een redelijke mate van objectiviteit. Het voordeel hiervan is dat zij ook ten opzichte van de bestuurder doorgaans een deskundigen-status genieten. Dat biedt ruimte om OR-en vakmatig advies te geven, waar ook de bestuurder doorgaans gebruik van maakt. De adviseurs van Cintea onderscheiden zich door vooral te focussen op het proces. Eerst wordt een gedegen analyse gemaakt van de relaties tussen de verschillende partijen in het besluitvormingsproces. Vervolgens wordt de OR begeleid om deze relaties helder te krijgen en duidelijke doelen te stellen. En 44 ■ OR informatie 11 | november 2010 Cintea werkt verhelderend Natuurlijk kost een externe adviseur geld. Natuurlijk moet het inhuren vooraf gemeld worden aan de bestuurder. Maar de ‘nadelen’ wegen veelal niet op tegen de voordelen. Een gedegen advies geeft een verheldering van het besluitvormingsproces en mede hierdoor een afgewogen stellingname door de OR. Cintea gaat daarbij vanzelfsprekend discreet om met strategische en/of geheime bedrijfsinformatie. Klop gerust bij Cintea aan indien u vragen heeft over advisering. of iets anders gaat. De oprichting van een Inspectoraat-Generaal voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (IGSZW) verandert niets aan dit standpunt. In dit nieuwe IGSZW worden de Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) en de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) ondergebracht. Op zich heeft de or daar niets op tegen. Hij verwacht dat het op sommige punten de efficiency zal verbeteren, ook al blijft de raad onverminderd van mening dat uitbreiding van de inspectiecapaciteit nodig is. De or stelt wel vast dat ook dit nieuwe lichaam alleen via de minister het parlement kan bereiken en in de openbaarheid kan treden, en dat vindt de raad een ongewenste toestand. De Jong: ‘De enige die dit in Nederland goed geregeld heeft, is mr. Pieter van Vollenhoven, toen hij de Onderzoeksraad voor Veiligheid ging leiden. Die raad stuurt zijn rapporten rechtstreeks naar het parlement. Van Vollenhoven heeft die onafhankelijkheid destijds bedongen. Geen enkel toezichthoudend orgaan heeft eenzelfde positie.’ aan de hand hiervan wordt een gedegen strategie ontwikkeld, waarbij ‘het optimaliseren van communicatief gedrag’ centraal staat. www.orinformatie.nl Pagina 43
Pagina 45Heeft u een artikel, onlinepublisher of digi-magazines? Gebruik Online Touch: onderwijsmagazine digitaal bladerbaar uitgeven.
OR informatie, november 2010 Lees publicatie 20Home