Wat kan de or doen om het pensioenbudget te behouden? Afspraken over aanspraken Het pensioenakkoord van 2010 en het uitwerkingsmemorandum van eerder dit jaar worden in wet- en regelgeving omgezet, inclusief de aanvullingen van de centrale werkgevers en de overheid. Kernpunt voor de werkgevers is stabilisatie van de pensioenpremie, ofwel een stabiel pensioenbudget. De or krijgt er een zware dobber aan om het pensioenbudget te behouden, laat staan te vergroten. Door Thijs Jansen en Eline Lundgren Ingrijpen in huidige pensioenregelingen Invloed aard van de pensioenregeling H oewel het pensioenakkoord van 2010 – waaronder we in dit artikel verstaan het akkoord plus het uitwerkingsmemorandum en de aanvullingen – volledig is gericht op pensioenfondsen, zal het ook doorwerken op de zogenoemde direct verzekerde regelingen. Dat zijn pensioenregelingen die zonder tussenkomst van een pensioenfonds worden uitgevoerd door verzekeraars als Aegon, Delta Lloyd en Nationale-Nederlanden. Bij circa 2.500 direct verzekerde regelingen komt een or conform artikel 27 WOR instemmingsrecht toe. Plussen en minnen van dat instemmingsrecht bij doorwerking van het pensioenakkoord zullen we hier slechts zijdelings bespreken. Voor een uitvoerige behandeling verwijzen we naar het stuk van Corry van Herpen in OR informatie van augustus/september 2011. Op termijn zullen de pensioenlasten voor alle ondernemingen stijgen als er niet wordt ingegrepen in de huidige pensioenregelingen. Omdat (verwacht wordt dat) mensen langer zullen leven, moeten er meer pensioenuitkeringen worden gedaan en moet de spaarpot meer gevuld zijn op het moment dat de deelnemer gaat pensioneren. Om de pensioenkosten in de hand te houden is afgesproken dat de AOW- en pensioenleeftijd wordt verhoogd zodat het aantal uitkeringsjaren gelijk blijft. Voor de AOW gaat de pensioenleeftijd in 2020 naar 66 en in 2025 34  OR informatie 11 | november 2011 naar 67 jaar. Voor de pensioenopbouw wordt al veel eerder rekening gehouden met die verhoging. Voor pensioenregelingen gaat de pensioenrichtleeftijd per 1 januari 2013 naar 66 jaar en per 1 januari 2015 naar 67. Bij het wijzigen van een pensioenregeling, ook al wordt deze wijziging van rechtswege geïnitieerd, zal de werkgever zijn eigen keuzes maken. Die keuzes worden vooral bepaald door de bestaande pensioenregeling, de gemiddelde leeftijd van zijn werknemers, de toekomstverwachting van het bedrijf (krimpen, uitbreiden, verloop van personeel) en vooral door het budget dat hij voor pensioenen beschikbaar heeft. Daarbij spelen enkele praktische zaken: Premieovereenkomst Pensioenrichtleeftijd per 1-1-2013 naar 66 jaar en per 1-1-2015 naar 67. Wat zijn de risico’s en wie is de ‘eigenaar’ van die risico’s? 1. Timing Lang niet elke overeenkomst met een verzekeraar loopt af of begint op het moment dat de pensioenrichtleeftijd van overheidswege moet worden verhoogd. Een lopende overeenkomst met de verzekeraar wordt door het aanpassen van de pensioenrichtleeftijd niet opengebroken. In de praktijk wordt de premie lager omdat het ouderdomspensioen een of twee jaar korter wordt uitgekeerd. Het is voor de or van belang om de oorspronkelijke premieruimte vast te houden. Dit kan door het verhogen van het opbouwpercentage en/of door het verlagen van de franchise. Is er sprake van een risiconabestaandenpensioen, dan kan er nu ruimte zijn om dit om te bouwen tot opbouwnabestaandenpensioen. Als dan later, onder een nieuwe verzekeringsovereenkomst, de premie wordt aangepast aan de nieuwe, gestegen levensverwachting (en daardoor de pensioenlasten worden verhoogd) kan het opbouwpercentage en/of de franchise desgewenst worden teruggebracht naar het lagere niveau van de oude regeling met pensioenrichtleeftijd 65 jaar. 2. Veroudering personeelsbestand Oudere werknemers worden niet vervangen door jongere. De pensioenpremie wordt hoger naarmate een deelnemer ouder wordt. Voor een onderneming met een personeelsbestand zonder verloop betekent dit dat de pensioenpremie ieder jaar tenminste drie procent hoger wordt – een verhoging die in de praktijk vaak hoger uitvalt omdat het salaris na een jaar vaak hoger wordt. Het pensioenakkoord kan zo worden uitgelegd Overwegingen bij de instemming Or: financiële ruimte behouden. Mogelijkheden: staffel verhogen of franchise verlagen. Indien daarvoor geen fiscale ruimte: een andere wijze zoeken om de ruimte te behouden. Aanpassen staffel aan hogere pensioenleeftijd en aanpassen aan hogere levensverwachting. Verhoging van de pensioenrichtleeftijd heeft een verlagend effect, aanpassing aan hogere levensverwachting heeft een verhogend effect. Or: financiële ruimte behouden. @informatief www.orinformatie.nl Pagina 33

Pagina 35

Interactieve erelatiemagazine, deze maandblad of clubblad is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal publiceren van digitale onderwijs catalogussen.

OR informatie, november 2011 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication