Ervaringen met de media Wat is uw commentaar? Zolang alles goed gaat hoort de or doorgaans niets van de pers. Maar is er iets aan de hand – een reorganisatie, een fusie – dan gaat de telefoon: Wat vindt de or hiervan? Op welke manier is die hierbij betrokken? De or-voorzitter die hiervoor wordt benaderd, zit op zo’n moment meestal niet te wachten op ongevraagde publiciteit. Toch kan hij er ook zijn voordeel mee doen. Door Jac. Janssen ■ Koudwatervrees ■ In een lastig parket ■ Vertrouwelijke info D e or van een organisatie in zwaar weer lijkt steeds moeilijker te benaderen voor de gemiddelde journalist. Or-voorzitters geven niet thuis of ze komen later terug op gemaakte afspraken. Ze schuiven hun ambtelijke secretarissen naar voren of verschuilen zich achter de afdeling Communicatie. Waar die koudwatervrees vandaan komt, is niet helemaal duidelijk. Wellicht moet een deel van de (dagblad)journalisten de hand in eigen boezem steken, gezien het aantal keren dat or’s zich beklagen, al dan niet terecht, over fouten in berichtgeving. Anderzijds bevordert hun verstoppertje spelen de objectieve weergave natuurlijk niet. Een artikel of een bericht kan bovendien een mooi podium bieden om de positie van de raad binnen de organisatie te belichten. Harry Hartmann, trainer-adviseur bij Odyssee, wijdde aan de omgang met de pers al eens een artikel in OR informatie. Zijn insteek: de vuistregels en de valkuilen. Duidelijk is in elk geval dat er geen eenduidige handleiding bestaat voor hoe je als or met de pers omgaat. We noteerden enkele ervaringen van or-voorzitters. 36 ■ OR informatie 12 | december 2010 De bedoeling is dat men opschrijft wat jij wilt vertellen Mediatraining Jan den Boer – als or-voorzitter van de Rabobank na zes jaar niet meer herkiesbaar – geeft meestal graag zijn mening over wat er bij zijn bank gebeurt. Maar hij kan ook duidelijk maken dat hij liever geen ruchtbaarheid geeft aan een incident, bijvoorbeeld vanwege de reputatie van de bank. Zo werd hij onlangs benaderd voor commentaar op een artikel in Het Financieele Dagblad. Daarin uitten medewerkers van Rabo Securities in Amsterdam anoniem hun frustraties over de gedwongen verhuizing naar Utrecht. ‘Niet alles is zoals het in de kranten komt, of door – voormalige – medewerkers onder woorden wordt gebracht’, antwoordt Den Boer. Hij vroeg mij, als journalist, er geen bericht aan te wijden. Later legt hij uit waarom. ‘Wij waren als or betrokken bij deze verhuizing en onderschreven het beleid. Maar we hadden het management ook gewaarschuwd: er zijn een paar dwarsliggers die niks voelen voor verhuizen, dus houd rekening met die emoties. Dat is blijkbaar onderschat en die mensen, die er inmiddels waren uitgestapt, liepen ermee naar de krant. Als ik dan een nieuw verzoek krijg voor een reactie in de pers, dan zeg ik: als we er opnieuw over beginnen, maken we het alleen maar groter. En dat is nu net niet de bedoeling.’ Rabobank heeft als grote organisatie zijn eigen afdeling Woordvoering. Krijgt de or dan ook mediatraining? Den Boer vertelt dat zij een training kregen waarin een medewerker van Woordvoering het nut en de noodzaak van die afdeling kwam uitleggen. De bedoeling is dat men opschrijft wat jij wilt vertellen, was de moraal van dat verhaal. Reputatie en nieuwswaarde, daarover gaat Woordvoering, zo luidt de vuistregel bij de bank. Maar ook de or houdt de bedrijfsreputatie klaarblijkelijk scherp in de gaten. Hoe voorkom je dat je een verlengstuk wordt van de bestuurder? Den Boer: ‘Dat zijn we als dat in het voordeel van onze medewerkers is. Maar niet als we van mening verschillen met het bestuur. Dan zoeken we onze eigen kanalen om ons standpunt naar voren te brengen, intern of extern.’ Kom je er echter niet uit, dan is de dreiging met een gang naar de ondernemingskamer vaak al genoeg. Den Boer hoefde dit ‘paardenmiddel’ nooit in te zetten. ‘Door onze coöperatieve structuur wordt alles eerst uitgebreid gepolderd voordat het beleid wordt.’ Damage control Den Boer begrijpt dat een journalist de ruimte neemt om te interpreteren wat hij zegt. ‘Let echter op dat feiten en meningen helder gescheiden blijven’, waarschuwt hij. Wat dat betreft is het nuttig om het artikel voor publicatie in te zien. Maar stel, de journalist beroept zich op de vrijheid van nieuwsgaring en schrijft toch de dingen die er wat jou betreft uit moesten. Zou hij dan op hoge toon rectificatie eisen? ‘Nee, want dan vestig je alleen maar meer aandacht op een zaak die je klein wilt houden’, antwoordt Den Boer. Hij zou dan aan damage control doen, onder meer door na te gaan hoeveel mensen het artikel lezen: Welke doelgroep bereikt dit? Wat zou je er tegenover kunnen zetten? Jan den Boer weet echter uit ervaring dat orleden op dit gebied ieder hun eigen gevoeligheden hebben. Zo weigerde een or-collega akkoord te gaan met een geschreven portret van hun or. ‘Zij vond dat we arrogant werwww.orinformatie.nl Pagina 35

Pagina 37

Voor vakbladen, online onderwijs catalogussen en presentaties zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw uitgaves.

OR informatie, december 2010 Lees publicatie 21Home


You need flash player to view this online publication