Jurisprudentie Miljoenenvergoeding bij einde dienstverband Hoge managers bij ABN Amro hebben de toezegging dat zij, bij onvrijwillig ontslag, recht hebben op een hoge beëindigingsvergoeding. Maar toen ontslag volgde, was de kredietcrisis een feit en had de staat ingegrepen bij de bank. Een werknemer is op 1 mei 1986 in dienst getreden en heeft diverse managementposities bekleed. De bank heeft de werknemer op 1 september 2007 bevestigd dat hij bij niet-verwijtbaar ontslag recht heeft op een vergoeding volgens de kantonrechtersformule met C=1,4. Die komt neer op 6,2 miljoen euro. Tijdens de kredietcrisis heeft de staat besloten deel te nemen in de bank en de bank verzocht de vergoedingen te verlagen. Toen eind 2008 de positie van de werknemer verviel, heeft de bank hem verzocht aan te blijven en is de hoogte van de afgesproken vergoeding nogmaals bevestigd. De bank heeft op 1 januari 2009 het vergoedingenbeleid gewijzigd. Toen de werknemer per 1 juli 2009 boventallig werd verklaard, heeft de bank conform het nieuwe beleid een vergoeding van 2,5 miljoen euro aangeboden. De werknemer maakt echter aanspraak op de overeengekomen vergoeding en een bonus over 2008. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. De werknemer gaat in hoger beroep. Hof Het hof stelt vast dat met de werknemer is afgesproken dat hij bij een eventueel ontslag per 1 juni 2009 recht zou houden op de beëindigingsvergoeding die in november 2008 gold. De vraag is of de bank deze toezegging eenzijdig mag wijzigen. Er was wel een zogeheten eenzijdig wijzigingsbeding overeengekomen, maar dat was niet van toepassing op het vergoedingenbeleid. Daarnaast vindt het hof dat afspraken nageleefd behoren te worden. De bank heeft ook geen redelijk voorstel gedaan dat door de werknemer moest worden aanvaard. Er was geen mogelijkheid tot overleg over het voorstel en aanvaarding kon van de werknemer in redelijkheid ook niet worden gevergd. Hoewel sprake was van onvoorziene omstandigheden, kunnen de kredietcrisis en de staatsinterventie er niet toe leiden dat de werknemer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mag verwachten dat de afspraak blijft gelden. De conclusie is dan ook dat de werknemer recht heeft op de vergoeding van 6,2 miljoen euro. Ook heeft hij recht op de bonus over 2008. Hoewel sprake is van een discretionaire bonus, heeft de bank geen argumenten aangevoerd met betrekking tot het functioneren van de werknemer die tot de conclusie kunnen leiden dat geen bonus dient te worden toegekend. De bonus wordt vastgesteld op ruim 1,2 miljoen euro. Conclusie Heeft de werknemer recht op een onkostenvergoeding, dan mag Verminderen aantal ambtenaren De secretaris-generaal van het ministerie van VROM vraagt advies over het voornemen onteigeningstaken van het onderdeel Bestuurlijke en Juridische Zaken uit te besteden. De or adviseert negatief, maar het besluit wordt toch genomen. De or voert bij de ondernemingskamer (OK) aan dat de taakstelling tot vermindering van het aantal fte is ingegeven door de noodzaak kosten te besparen. De uitbesteding valt per saldo 42 ■ OR informatie 12 | december 2010 echter duurder uit. Omdat de ondernemer in de adviesprocedure daar ook steeds van is uitgegaan, gaat de OK voorbij aan de tegenovergestelde stelling van de ondernemer, die hij pas heeft die onkostenvergoeding niet zomaar worden afgepakt. Een dergelijke arbeidsvoorwaarde mag alleen eenzijdig door een werkgever worden gewijzigd indien de geldende spelregels in acht worden genomen. Aan de werknemer is een ondubbelzinnige toezegging gedaan dat hij recht heeft op een vergoeding en die toezegging mag niet worden gewijzigd door de bank. Afspraken moeten worden nagekomen, aldus het hof in deze zaak, ook al gaat het dan om een bedrag van 6,2 miljoen euro. Gerechtshof Amsterdam, neven zittingsplaats Arnhem dd 28 september 2010 Eva Knipschild is advocaat bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam toe leidt dat deze extern worden verricht. ingenomen in de procedure. Volgens de or vloeit de afslankingstaakstelling voort uit politieke afspraken tot bezuiniging op het ambtenarenapparaat. Dat daarnaast wordt gestreefd naar verbetering van het functioneren van de rijksdienst en dat daarin een afslanking van het ambtenarenapparaat kan passen, doet daar niet aan af. Daarbij speelt een rol dat uitbesteding geen wijziging brengt in de omvang van de door het ministerie uit te voeren taken, maar er slechts Taakstelling De ondernemer beroept zich erop dat de taakstelling hoe dan ook moet worden gehaald en dat taken er zijn om te worden volbracht en doelstellingen er zijn om behaald te worden. De ondernemingskamer gaat daar aan voorbij, omdat het besluit geen bezuiniging oplevert. Daar komt nog bij dat het besluit ook in strijd is met een ander politiek beleidsuitgangspunt, namelijk de externe inhuur te beperken. De ondernemer erkent dat er een www.orinformatie Pagina 41
Pagina 43Scoor meer met een webwinkel in uw club bladen. Velen gingen u voor en publiceerden lesmateriaal online.
OR informatie, december 2010 Lees publicatie 21Home