Opinie Winst van medezeggenschap Door Paul F. van der Heijden D ikwijls wordt de vraag gesteld of medezeggenschap voor een bedrijf of instelling niet vooral een kostenpost is en een noodzakelijk kwaad dat verder weinig opbrengt. Is de impact van medezeggenschap eigenlijk te meten? De gebruikelijke argumenten die voor medezeggenschap pleiten zijn bekend. In een tijd van democratisering gaat het uiteraard niet aan om in een bedrijf of een instelling helemaal hiërarchisch te werk te gaan en alle beslissingen uitsluitend door het management te laten nemen. Verder is het zo dat de medezeggenschap het management verplicht om te nemen beslissingen goed te onderbouwen en motiveren. Om immers een discussie met de or te kunnen voeren moet er een gemotiveerd beleidsvoornemen liggen dat nog voor wijziging vatbaar is. En verder zorgt medezeggenschap in veel gevallen voor draagvlak van beslissingen in het bedrijf of de onderneming. Er is altijd veel onderzoek gedaan naar de werking van medezeggenschap. Uit die studies blijkt dat beslissingen inderdaad beter worden gemotiveerd en ook raagvlakargumentatie aantoonbaar is. Onlangs is er een interessant proefschrift van Jan Ekke Wigboldus verschenen over de economische impact van de or (lees ook het interview met hem op pagina 20, red.). De titel van dat werk zegt het al: Bron van meerwaarde. De economische effecten van de ondernemingsraad. Uitkomst van dit onderzoek is dat or’s bijdragen aan organisatieresultaten. Anders gezegd: ze bewerkstelligen positieve economische effecten. Dergelijk onderzoek was in Nederland nog niet uitgevoerd. Wel in Duitsland, waar vergelijkbare resultaten waren opgetekend. Wil een or inderdaad economisch bijdragen aan de resultaten dan moet natuurlijk wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Bovenstaande voorwaarden komen daar nog eens in terug, maar Wigboldus zegt ook dat er sprake moet zijn van complementariteit van de or. De or moet in voorkomende gevallen een leemte aan managementkant aanvullen, als daar gebrek is aan vaardigheden, wil of inzicht. Minder stoffig en meer sexy zeggenschap wordt niet altijd enthousiast beleefd en het is vaak niet zo eenvoudig om nieuwe mensen te vinden die zitting willen nemen in de or. Het zou geen gek idee zijn om, als het stof van de ‘nieuwe vakbeweging’ enigszins is neergedwarreld, een nieuw Je zou dus kunnen zeggen dat er een corrigerende functie voor de or is weggelegd, waar de onderneming of instelling baat bij heeft. Er is op het gebied van de arbeidsverhoudingen veel aan de hand in ondernemingen en instellingen. De vakbeweging is op zoek naar een nieuwe gedaante, het ‘nieuwe werken’ is voortdurend een punt van discussie en wordt in steeds meer gevallen toegepast, werknemers verlangen meer en meer individueel maatwerk als het gaat om de wijze waarop zij hun werk doen, medeOh Arbo, where art thou? T Door Jan Popma ien deelrapporten én een samenvattend hoofdrapport. Dat is wat eind maart op de mat achter mijn elektronische brievenbus plofte: de langverbeide evaluatie van de Arbowet. De vorige dateerde van vijf jaar geleden, dus je begrijpt dat ik aanviel als een ouderling op de heilige schrift. Want zo zie ik dat soort studies toch wel een beetje. Evaluaties van wet- en regelgeving bieden sturing in het 8 ■ OR informatie 5 | mei 2012 grootschalig onderzoek uit te voeren naar de werking van medezeggenschap in Nederland. Hebben alle ontwikkelingen van de laatste jaren hier invloed op gehad? Welke wensen leven er bij werknemers en managers ten aanzien van dit onderwerp? Zijn er nog manieren te bedenken om het imago van medezeggenschap minder stoffig en meer sexy te maken? Wat vinden de jongere werknemers, die dikwijls moeilijk te verleiden zijn om er aan mee te doen, hier eigenlijk van? Kortom, vragen genoeg die om antwoorden vragen. Paul F. Van der Heijden is hoogleraar Internationaal Arbeidsrecht aan de Universtiteit Leiden. leven van onderzoekers, en zijn ook anderszins net als de bijbel: de één leest er vooral een blijde boodschap in, de ander de schriftuur van hel en verdoemenis. En laat ik bekennen: bij de exegese van de recent verschenen evaluatie behoor ik bepaald niet tot de lachebekjes. Ik ben, zeg maar, een beetje van de arbo-orthodoxen. Je zult dan ook begrijpen dat ik de wenkbrauwen fronste toen ik las wat, blijkens het samenvattende rapport, de doelstelling was van de wijzigingen van de Arbowet in 2005 en 2007 die nu zijn geëvalueerd: niet zozeer verbetering van de arbeidsomstandigheden, als wel beperking van de administratieve lasten en van de regeldruk. Welnu, daarin is men geslaagd. Blijkens een volkomen ondoorgrondelijke deelstudie zijn de administratieve lasten op jaarbasis met maar liefst 107 miljoen euro gedaald. Eén van de winstpunten is de ‘efficiencyslag overleg or’ (6 miljoen). Wat hiermee bedoeld wordt, is mij volslagen onduidelijk. Waarschijnlijk dat er steeds minder overlegd wordt met ondernemingsraden over het arbobeleid. In het hoofdrapport staat: Grote bedrijven heb@informatief www.orinformatie.nl Pagina 7

Pagina 9

Heeft u een verenigingsblad, ipaper of online nieuwsbrieven? Gebruik Online Touch: maandblad online zetten.

OR informatie mei 2012 Lees publicatie 25Home


You need flash player to view this online publication