Bevlogen Door Elske ter Veld voor managers niet op 1 april maar pas een dag later naar buiten bracht, betekent dat we het serieus moeten nemen. Als het spel echt goed werkt, wordt het de hoogste tijd dat managers het overal gaan spelen. Het aantal bedrijfsongevallen daalt immers niet echt, het geluk op de werkvloer is vaak niet erg groot en klanten zijn erg vaak ontevreden over met name de afhandeling van klachten. D Een van de dingen die vaak worden veronachtzaamd is de noodzaak van onderlinge samenwerat TNO haar onderzoek naar de effectiviteit van het bevlogenheidsspel king. Zelfs met de beste mensen kan er van alles misgaan op de werkvloer als ze niet met elkaar samenwerken en elkaar niet aanspreken over de gang van zaken. Denk bijvoorbeeld niet dat er in het Maasstadziekenhuis geen goede artsen en microbiologen werken. Toch werd de uitbraak van de klebsiellabacterie-infectie niet beteugeld. De commissie Lemstra die onderzoek deed naar de oorzaken, constateerde dat het niet zozeer lag aan de individuen als wel aan de cultuur. Deze zorgde ervoor dat mensen elkaar niet durfden aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Voor de veiligheid op de werkvloer is het dan ook van het grootste belang om gemaakte fouten te erkennen, te leren van dingen die misgaan en elkaar aan te spreken op functioneren. De meeste missers ontstaan doordat mensen zich niet met het werk van anderen willen bemoeien. Nu is er ook niets zo moeilijk als elkaar aanspreken. Dat komt al snel neer op kritiek leveren, wat als natuurlijk gevolg heeft dat de gesprekspartner in de verdediging gaat: alsof jijzelf alles zo goed doet! Het resultaat is dat uiteindelijk iedereen zich mokkend in zijn eigen hokje terugtrekt. Het geven van goede feedback is een spel waarvan je met elkaar de spelregels zou moeten afspreken. Dat kun je oefenen, maar wees eerlijk: hoe vaak komt het voor dat we daar op de werkvloer de tijd voor nemen? Als team elkaars zwaktes ondervangen De essentie van goede feedback is dat je de ander in zijn of haar waarde laat. Respect dus. De bepalingen in de Arbowet zijn echter vooral in gebodstermen gesteld. Zo verplicht bijvoorbeeld het Arbobesluit de werkgever een Plan van Aanpak te maken waarin maatregelen zijn opgenomen ter voorkoming van pesten. Zou het niet nog beter zijn als we elkaar zouden verplichten een Plan van Aanpak te maken om elkaar te helpen zo goed mogelijk samen te werken? Om er met elkaar voor verantwoordelijk te zijn dat iedereen met plezier naar het werk gaat en vertrouwen heeft in collega’s? Als ik kijk naar de cijfers op internet over de aantallen mensen die ziek worden van de sfeer op het werk, dan ben ik ervan overtuigd dat de hoogte van het ziekteverzuim en het aantal bedrijfsongevallen zouden worden teruggeschroefd als we ons zouden voornemen er met elkaar iets van te maken en als team elkaars zwaktes te ondervangen en onze sterktes te gebruiken om ook de ander in een betere positie te brengen. Op de website van TNO en ook bij arbodienst 365 kun je informatie vinden over het bevlogenheidsspel. Maar niets weerhoudt je ervan om zelf aan het werk te gaan, samen met de achterban. Elske ter Veld is oud-staatssecretaris SZW, voormalig Eerste en Tweede Kamerlid voor de PvdA en zelfstandig adviseur. ben vaak wel degelijk actieve ondernemingsraden die betrokken worden in het arbobeleid. Dit gebeurt echter vaak in een laat stadium en de or heeft dan ook maar beperkte inbreng. […] Het blijft de werkgever die het beleid opstelt en bepaalt. En dat zijn dan nog de bedrijven waarin de or überhaupt bij de gang van zaken betrokken wordt. Een tweede winstpunt is dat er de laatste jaren meer vrijheid is gekomen op de markt van arbodiensten. Daarmee is één van de centrale beleidsdoelstellingen van de wetgever gerealiseerd. Dat die vrijheid er vooral toe heeft geleid dat er 30 procent minder arbodienstverlening wordt ingekocht, het www.orinformatie.nl @informatief accent nóg meer is verschoven naar verzuimjagerij in plaats van preventie, en dat de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts onder druk is komen te staan, dat is de prijs die het behalen van beleidsdoelstellingen kennelijk waard is. De arbodienst is een lege huls geworden, maar het beleid is geslaagd. Een derde kwestie waarvan ik toch vooral geneigd ben de schaduwzijde te zien, is de huidige stand van zaken met betrekking tot de zogeheten arbocatalogi: afspraken tussen werkgeversorganisaties en bonden over de arIk ben een beetje van de arbo-orthodoxen beidsomstandigheden in hun branche. Er zijn nu zo’n 150 arbocatalogi. In het rapport staat dat de sociale partners ‘over het algemeen trots’ zijn op hun prestaties. Maar in dezelfde evaluatie staat dat in 55 procent van de arbocatalogi prioritaire risico’s ontbreken. Verklaring: Wanneer vakbonden en brancheorganisatie het niet eens kunnen worden over een specifiek risico, wordt het risico niet in de catalogus opgenomen. Mooi is dat. Daarnaast zijn in 65 procent van de catalogi de afspraken merendeels abstract en beschrijvend [...] in plaats van concreet toepasbaar. Kortom: de catalogi bevatten veel mooie woorden, maar bieden bepaald niet de weg naar het Beloofde Land. Het land waar niet langer 400.000 werknemers chronische gezondheidsklachten hebben als gevolg van het werk, het land waar het aantal ongevallen niet langer ‘stabiel’ is maar eindelijk eens daalt, en het land waar het verbeteren van de arbeidsomstandigheden belangrijker is dan beperking van de administratieve lasten en de regeldruk. Oh Arbo, where art thou? Jan Popma is senior-onderzoeker aan het Hugo Sinzheimer Instituut OR informatie 5 | mei 2012 ■ 9 Pagina 8

Pagina 10

Interactieve digitale tijdschrift, deze gids of presentatie is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het converteren naar een online publicatie van digi-uitgaven.

OR informatie mei 2012 Lees publicatie 25Home


You need flash player to view this online publication