he luxe’ voor, want als er na een tijdje nog eens gekeken wordt naar het beleid dat die adviezen opleveren, dan zijn zowel werkgevers als werknemers daar over het algemeen heel tevreden over. Werkgevers in Nederland accepteren de medezeggenschap in al zijn details. Ze zien het als een pluspunt, en niet als een last die ze moeten torsen. Onze Nederlandse medezeggenschap is beter en gedetailleerder geregeld dan waar ook ter wereld – en, nogmaals, tot volle tevredenheid van alle betrokkenen. Maar elke keer dat je een vervolgdiscussie voert over aanscherping of aanpassing van het beleid, is het toch weer lastig om unanimiteit te vinden. Dat geldt voor de nationale medezeggenschap, waarbij werkgevers altijd de discussie beginnen met de overtuiging dat het huidige systeem perfect is en dus niet verder verbeterd hoeft te worden, en het geldt al helemaal voor internationale medezeggenschap. Dat is natuurlijk ook ingewikkeld, want Nederland is een open economie en heel veel bedrijven zijn internationaal actief of zijn onderdeel van internationale bedrijven. Dan is het natuurlijk altijd de vraag hoe ver de medezeggenschapsinvloed van de Nederlandse werknemer reikt. Want die is natuurlijk in zekere zin afhankelijk van beslissingen die buiten Nederland worden genomen. Kun je daar dan nog op enige manier bij? Het antwoord is eigenlijk: nauwelijks tot niet. In Europa nog wel een beetje, maar de Europese ondernemingsraad is in zijn bevoegdheden en zijn reikwijdte een zwakke afspiegeling van de Nederlandse ondernemingsraad.’ U zegt dat iedereen eigenlijk wel tevreden is over medezeggenschap. Waar komen dan dat soort ideeën vandaan als dat van meneer Ziengs, Tweede Kamerlid van de VVD, om de instellingsgrens op te hogen van vijftig naar honderd werknemers? ‘Ik denk niet dat werknemers veel voor dat voorstel voelen, en ik weet niet hoe belangrijk werkgevers het vinden. Het is wel zo dat op heel veel plekken waar geen officiële ondernemingsraad bestaat – en dus ook geen officiële medezeggenschap – er toch een substituut voor gevonden is in de vorm van de personeelsvertegenwoordiging. Nog los van de formele kant, wordt het idee in Nederland heel breed gedragen dat het paswww.orinformatie.nl @informatief send is om werknemers betrokken te houden bij het wel en wee van hun bedrijf: om ze te informeren en ze mee te laten denken. Dat hangt ook samen met het vraagstuk van sociale innovatie: het inzicht dat de kwaliteit van een onderneming gebaat is bij een permanent proces van verbetering waarbij werknemers een hoofdrol spelen. Het gaat om het vervagen van grenzen tussen ondernemers en werknemers: de opkomst van de zzp’er die eigenlijk zelf een ondernemende werknemer is. Nog helemaal los van de formaliteiten van de medezeggenschap: de gedachte dat werknemers betrokken stakeholders zijn die niet passief afwachten wat er met de onderneming gebeurt maar die zelf meedenken en de toekomst van de onderneming willen beïnvloeden, dat hoort echt bij ons land. Het zal ook zo blijven en dat vind ik een groot goed.’ OR informatie 8/9 | augustus/september 2012 ■ 25 Foto: Marion Winnink Pagina 24

Pagina 26

Heeft u een onderwijs catalogus, onlinekat of online boeken? Gebruik Online Touch: lesboek online zetten.

OR informatie 8-9 Lees publicatie 28Home


You need flash player to view this online publication