Amsterdam). ‘Maar daarna heeft het verschijnsel zich als een olievlek uitgebreid.’ De vakbonden trokken zich terug en sinds 1 januari 2011 geldt de payroll-cao niet meer. De VPO-leden passen sindsdien de uitzend-cao op zichzelf toe. Andere payrollers niet. Sommige sluiten cao’tjes af met vakbonden in de marge als de ABW of de LBV, of met een eigen werknemersvereniging. Het opzeggen van de payroll-cao heeft de olievlek net zo min tot staan gebracht als het aangaan ervan. Anno 2012 behoren uitgerekend overheden tot de actiefste klanten van payrollers, direct na het midden- en kleinbedrijf. De onderwijssector volgt als derde. Af en toe neemt het gebruik van payrolling groteske vormen aan. Zo is er het geval van de payroller die het personeel van een detacheringsbureau overnam. In die situatie heeft zich dus een tweede neringdoende tussen de feitelijke werkgever en de feitelijke werknemer gewurmd. Op het spel De mate waarin payrolling zich verbreidt zou vakbonden minder zorgen baren als de principiële kanten ervan niet zo ingrijpend waren. Zwemmer, die in november promoveert op een proefschrift over ‘pluraliteit van werkgeverschap’, zegt de bonden heel goed te kunnen volgen: er moet rechtszekerheid zijn over de inhoud van het begrip werkgeverschap. ‘De arbeidsovereenkomst is in 1907 dwingendrechtelijk gedefinieerd, met als uitgangspunt dat de werknemer arbeid verricht in het bedrijf van de werk16 ■ OR informatie 10 | oktober 2012 gever. In die tijd dacht men daarbij natuurlijk aan iemand die veertig jaar lang veertig uur per week bij dezelfde baas in de werkplaats staat, maar sindsdien is de maatschappij veranderd. De Hoge Raad heeft echter recent nog het algemene principe bevestigd dat nog steeds dient te gelden: bij het toepassen van het begrip arbeidsovereenkomst gaat wezen vóór schijn, zoals dat heet. Wie de werkgever is, met alle plichten van dien, hangt dus niet af van een contract, als dat contract niet overeenstemt met de manier waarop feitelijk uitvoering wordt gegeven aan de arbeidsovereenkomst. Toch vallen voorstanders op zulke vormkwesties terug.’ En dat verklaart waarom Catelene Passchier, arbeidsvoorwaardencoördinator bij FNV, payrolling betitelde als ‘een grote verdwijntruc’. De vakbeweging is bang voor uitholling van het hele arbeidsrecht as we know it. Keurmerk Tijd om de voorstanders aan het woord te laten. De werkgevers in de Stichting van de Arbeid betogen dat hun rol de afgelopen jaren almaar veeleisender is geworden, omdat er zoveel verplichtingen op hun schouders zijn gestapeld. Daardoor is er een markt voor gespecialiseerde bedrijven ontstaan die het personeelsmanagement van werkgevers overnemen. De voorstanders noemen dat het ‘ontzorgmotief’. Wel vinden ze dat alle verantwoordelijkheden netjes moeten worden nageleefd, en dat het transparant moet zijn welke partij welk ‘deel van het werkgeverschap’ voor zijn rekening neemt. In dit verband wijzen werkgevers op het keurmerk dat de VPO onlangs heeft ingesteld om malafide ondernemingen te weren. Daarbij hoort een eigen arbeidsvoorwaardenreglement, waarvan de essentie is dat er geen cao’s mogen worden ontdoken. VPO-leden verplichten zich ertoe om vanaf dag één ‘aan te sluiten bij’ de arbeidsvoorwaarden van het opdrachtgevende bedrijf. Dat geldt ‘in elk geval’ ten aanzien van loon, arbeidsduurverkorting, toeslagen, kostenvergoedingen, loonsverhogingen, periodieken, éénmalige uitkeringen, eindejaars- en dertiendemaandsuitkeringen, vakantiedagen en vakantiebijslag. Bij ziekte betalen VPO-leden over de eerste twee jaar samen 180 procent van het loon door, en ze moeten zich houden aan de Wet Verbetering Poortwachter. Hoe het met de pensioenen moet, wordt nog bekeken. Er is alvast wel een eigen fonds, het Stipp, maar werkgevers willen niet af van het speciale Ontslagbesluit voor payrollers. ‘Het kan een poos duren voor die mensen zien dat ze in het pak genaaid zijn’ Lange weg Johan Zwemmer slaat de kansen op een spoedig ingrijpen van de wetgever niet hoog aan. ‘Dat duurt drie tot vier jaar.’ Hij vindt het dan ook logisch dat FNV Bondgenoten aankondigde om payrollers in de rechtszaal te gaan bevechten, tot aan de allerhoogste instantie. Maar zulke procedures kunnen ook jaren gaan duren. Het begint er al mee dat er een werknemer moet opstaan die bereid is om (gesteund door de bond weliswaar) die lange en veeleisende weg te gaan. Daarvan is er nog maar één, en dat is niet genoeg om jurisprudentie op te bouwen, zegt Patijn. Dat het niet stormloopt, vindt ze niet verwonderlijk: ‘Vergeet niet dat er momenteel veel wanhopige werkgevers zijn voor wie de payrollconstructie een laatste uitweg is, en veel werknemers die daarin meegaan, omdat ze vinden dat hun belang er op de korte termijn mee gediend is: mindere arbeidsvoorwaarden, maar toch in elk geval een baan voor onbepaalde tijd. Het kan een poos duren voor die mensen zien dat er ineens geen werk meer voor ze is, en dat ze in het pak genaaid zijn.’ @informatief www.orinformatie.nl Pagina 15

Pagina 17

Heeft u een presentatie, pagedirect of online flyers? Gebruik Online Touch: lesmateriaal digitaal op uw website plaatsen.

OR informatie oktober 2012 Lees publicatie 29Home


You need flash player to view this online publication